Ingezonden persbericht
- Persbericht -
Restauratiesubsidies monumentenzorg worden stopgezet
Regering wil alle restauraties van het gebouwde erfgoed afschaffen
Komende maandag, 22 november, zal staatssecretaris Medy van der Laan in het kader van haar nieuw beleid monumentenzorg de Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen inlichten over het nieuwe Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten (BRIM). Een besluit dat voor Stadsherstel Amsterdam - en met haar voor alle andere restaurerende instellingen - desastreuze gevolgen zal hebben.
Het Strategisch Plan voor de Monumentenzorg uit 1994 stelde vast dat bijna 40% van de rijksmonumenten dringend herstel behoefde. De totale restauratieachterstand op dat moment bedroeg 3,6 miljard gulden. Het wegwerken van die achterstand zou 1,4 miljard gulden van het rijk vergen. Op grond van het Werkplan voor de Monumentenzorg (1995) werden extra middelen ingezet om deze restauratieachterstand in te lopen. Doel van de plannen was het terugbrengen van de restauratieachterstand tot 10% in 2010. Wanneer de restauratieachterstand was ingelopen, zou er een instandhoudingsregeling komen, die ervoor moest zorgen dat de monumenten in goede conditie zouden blijven, zodat dure restauraties in de toekomst niet meer nodig zouden zijn.
Het is nog geen 2010 en de restauratieachterstanden zijn nog lang niet ingelopen. Dit komt mede doordat de rijksoverheid de afgelopen jaren onvoldoende geld ter beschikking stelde om haar eigen doelstellingen te halen. Alleen al in Amsterdam is er een restauratieachterstand van bijna een kwart miljard Euro. In Ruimte voor Geschiedenis. Beleidsnota Monumenten & Archeologie Amsterdam 2005-2010 geeft de Gemeente Amsterdam aan dat er binnen haar grenzen sprake is van een restauratieachterstand van ¬ 225 miljoen. Dit geldt zowel Rijks- als (toekomstige) Gemeentemonumenten. Als men in aanmerking neem dat er circa 6700 Rijksmonumenten zijn in de hoofdstad en circa 1800 (toekomstige) Gemeentemonumenten, dan kan men wel zien dat het leeuwendeel van de achterstand de Rijksmonumenten betreft.
Toch is mevrouw Van der Laan uit bezuinigingsoverwegingen van plan de restauratiesubsidies voor Rijksmonumenten af te schaffen en nog alleen subsidies te geven aan monumenten die al gerestaureerd zijn (de zogenaamde Instandhoudingsregeling). Met dit geld mag zelfs niet eens gerestaureerd worden! Op dit moment wordt voor een restauratie van een Rijksmonument 70 % van de subsidiabele kosten vergoed. Als het aan mevrouw Van der Laan ligt zullen de restaurerende instellingen wat woonhuismonumenten betreft alleen nog 25% van de subsidiabele kosten krijgen om hun bezit in stand te houden. (Particulieren kunnen via de belastingdienst circa 50% van alle onderhoudskosten terug krijgen.)
Maar zelfs deze 25% voor woonhuizen is nog niet zeker, want het bedrag dat men kan krijgen voor de instandhouding wordt aan een limiet gebonden. Aangezien alle woonhuismonumenten hetzelfde bedrag krijgen - van stadspaleis tot daglonerwoning - zal de jaarlijks beschikbare som voor het onderhoud van de grotere en bijzondere woonhuizen in bijna alle gevallen onvoldoende blijken.
De voorgestelde regeling gaat uit van een theoretische, maar niet bestaande situatie dat alle Rijksmonumenten gerestaureerd zijn en per categorie gelijke onderhoudskosten hebben. De praktijk is echter een stuk weerbarstiger. De restauratiesubsidies blijven zeer nodig en zouden zelfs verhoogd moeten worden om de bestaande achterstand weg te werken. De BRIM voldoet op geen enkele wijze aan de wensen en behoeften van ons monumentale erfgoed. Deze kortzichtige manier van bezuinigen levert voor de toekomst enorme schade op. In het slechtste geval gaat een grote hoeveelheid cultureel erfgoed verloren. In het beste geval zal in de toekomst een bedrag nodig zijn om de schade te herstellen, dat vele malen hoger is dan de bezuinigingen nu opleveren. Maar zelfs als in de toekomst weer restauratiegelden beschikbaar komen, dan is er geen manier om deze te verdelen. De restauratieregeling is immers afgeschaft.
Voor Stadsherstel Amsterdam zou de regeling het einde kunnen betekenen van al haar restauratieactiviteiten. Dit zou inhouden dat er geen nieuwe aankopen meer gedaan kunnen worden, waarmee de maatschappij gedegradeerd wordt tot een beheerorganisatie van het bestaande bezit.
Op de foto in de bijlage: Oudezijds Voorburgwal 30. Ongerestaureerd pand van Stadsherstel waar geen subsidie meer voor zal zijn.
(Voor meer informatie of het verkrijgen van foto s kunt u contact opnemen met de directeur van Stadsherstel Amsterdam, de heer W.M.N. Eggenkamp, tel. 52 000 60)
Stadsherstel Amsterdam N.V. verwerft, restaureert, onderhoudt en beheert voor het stadsbeeld karakteristieke panden, zonder winstoogmerk. Stadsherstel werd opgericht in 1956 toen de gemeente rigoureuze sloopplannen had met de binnenstad. Zij heeft in haar bijna 50-jarige bestaan zo'n 450 verkrotte panden gerestaureerd en tot gewilde woonhuizen gemaakt. Hiermee heeft zij in belangrijke mate bijgedragen aan de hernieuwde populariteit van de Amsterdamse binnenstad. De laatste jaren - zeker na de fusie met het Amsterdams Monumenten Fonds, eind 1999 - ligt de nadruk niet meer speciaal op woonhuizen. Ook andere soorten monumentale panden komen in aanmerking om door de N.V. verworven te worden. Hierbij valt te denken aan kerken en industriële monumenten, als bijvoorbeeld scheepswerven, molens en gemalen.