afspraken tussen E3 en Iran over het Iraanse nucleaire programma
Kamerbrief inzake afspraken tussen E3 en Iran over het Iraanse
nucleaire programma
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
17 november 2004
Behandeld
Paul Wilke
Kenmerk
DVB/NN-517/04
Telefoon
+31 (0)70 3485106
Blad
1/2
Fax
+31 (0)70 3485684
Bijlage(n)
1
paul.wilke@minbuza.nl
Betreft
Afspraken tussen E3 en Iran over het Iraanse nucleaire programma
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor
Buitenlandse Zaken (04-buza-65) breng ik de Kamer graag op de hoogte
van de recente uitkomsten van de onderhandelingen tussen de `E3'
(Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk) en Iran over het Iraanse
nucleaire programma.
Op 14 november jongstleden hebben Duitsland, Frankrijk en het Verenigd
Koninkrijk (`E3') overeenstemming bereikt met Iran over een akkoord
betreffende het nucleaire programma van Iran. Kernelement is dat Iran
heeft ingestemd met opschorting van alle verrijkings- en
opwerkingsgerelateerde activiteiten. Ook zal Iran het Additioneel
Protocol vrijwillig blijven toepassen in afwachting van ratificatie
door het Iraanse Parlement.
Het International Atomic Energy Agency (IAEA) is hiervan op de hoogte
gebracht en heeft het verzoek gekregen de opschorting te verifiëren.
De opschorting zal gelden voor de duur van de onderhandelingen over
een wederzijds acceptabele lange termijnovereenkomst. Een dergelijke
lange termijnovereenkomst zal objectieve garanties moeten bieden dat
het Iraanse nucleaire programma uitsluitend vreedzame doeleinden
nastreeft. De overeenkomst zal verder moeten voorzien in duidelijke
garanties ten aanzien van nucleaire, technologische en economische
samenwerking, alsmede duidelijke toezeggingen ten aanzien van
veiligheidsaangelegenheden.
Als direct resultaat van de nu tot stand gekomen overeenkomst zal de
E3 bevorderen dat IAEA Directeur Generaal El Baradei Iran zal
uitnodigen zitting te nemen in de Expert Groep inzake een
Multilaterale Aanpak van de Nucleaire Brandstofcyclus, waarin
overigens reeds een Nederlandse expert zitting heeft. Zodra de
opschorting is geverifieerd, zal de EU de onderhandelingen over een
Handels- en Samenwerkingsakkoord met Iran heropenen. Dit is in
overeenstemming met de Europese Raadsconclusies van 5 november
jongstleden. Verder zal actief worden bevorderd dat Iran
toetredings-onderhandelingen kan aanvangen met de
Wereldhandelsorganisatie (WHO).
Het is echter te vroeg om nu reeds te spreken van een definitieve
doorbraak. Zo zal DG El Baradei tijdens de komende Bestuursraad van
het IAEA die begint op 25 november aanstaande, op basis van
verificatie door het Agentschap moeten kunnen verklaren dat de Iraanse
opschorting daadwerkelijk wordt uitgevoerd, en het is niet zeker of
hij dat ook op dat moment zal kunnen doen.
Evenmin is duidelijk of andere belangrijke partners zoals de Verenigde
Staten ermee zullen instemmen dat op deze basis doorverwijzing naar de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties niet de aangewezen stap is.
Nederland koerst af op conclusies van de RAZEB die het
onderhandelingsproces van de E3 ondersteunen. Tegelijkertijd is het
nucleaire dossier niet het enige punt van zorg in de verhoudingen met
Iran. Derhalve zal de regering tevens bevorderen dat de mate van
samenwerking die de EU op politiek en economisch gebied met dit land
nastreeft, afhankelijk blijft van voortgang op het gebied van
mensenrechten, terrorisme en het Midden-Oosten-vredesproces.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Buitenlandse Zaken