CDA
18-11-04
Vrijheid van meningsuiting niet zo absoluut dat je zomaar alles kunt
roepen
Dat stelde Jos Werner, voorzitter van de CDA-fractie in de Eerste
Kamer tijdens de Algemene Beschouwingen in de Senaat, op dinsdag 16
november jl.
Niet in de stadions, niet in de moskeeën, niet in de media. Kwetsen,
oproepen tot haat en geweld, beledigende discriminerende taal, mag
niet bij wet, maar daarnaast is er ook nog fatsoen. Je kunt bij het
uitdragen van je mening ook een beetje rekening houden met hoe dit bij
de ander zal overkomen. Op die verantwoordelijkheid heeft de
minister-president dan ook terecht gewezen, aldus Werner
Fractievoorzitter Werner begon zijn betoog met op te merken dat de
afschuwelijke moord op Theo van Gogh, een weerzinwekkende misdaad,
heeft duidelijk gemaakt dat ook Nederland niet vrij is van
extremistische en terroristische netwerken en organisaties, die de
democratie, de rechtsstaat en de menselijke waardigheid ernstig
bedreigen. En hij vervolgde: Dit kwaad moet met kracht bestreden
worden en dit zal waarschijnlijk niet kunnen zonder in te leveren op
de beleving van onze burgerlijke grondwettelijke rechten en vrijheden.
Tot hoever wij bereid zijn daarin te gaan zal aan de hand van de
concrete voorstellen hier in deze Kamer door onze fractie worden
uitgediscussieerd. Met alle kritiek die ongetwijfeld te geven is op de
instanties die bij de bestrijding betrokken zijn, wil ik ook
waardering uitspreken voor de medewerkers die soms met gevaar voor
eigen leven, zich inzetten voor de veiligheid van onze samenleving.
Maar naast repressieve maatregelen blijft het onverkort noodzakelijk
te blijven investeren in het waarden- en normendebat. Er is geen
andere weg dan een weg in gezamenlijkheid, hoe moeilijk die ook zal
zijn. Het kunnen beleven van eigen religies of, al dan niet in
combinatie daarmee, van eigen levensovertuigingen en levensstijlen
vraagt ook om waarden die wij allen met elkaar delen, waarden die
juist garant staan voor de veiligheid, de menselijke waardigheid, het
respect voor elkaars leven, voor elkaars eigendommen, voor de
schepping en non-discriminatie. Kortom, waarden die de burgers zich
hebben eigen gemaakt en in hen geworteld zijn en ten grondslag liggen
aan internationale verdragen als de fundamentele rechten van de mens
en aan onze Grondwet. Daaraan werken in scholen, in bedrijven en
kerken, door maatschappelijke organisaties, de media en overheden is
meer dan ooit geboden. Een diepgaand debat over de vraag naar de
identiteit van onze samenleving en die van Europa is noodzakelijk. Wij
vragen het kabinet dit debat met kracht voort te zetten en aan te
moedigen. Langs die weg kunnen degenen die dreigen af te haken en te
ontsporen wellicht nog op tijd van het dwaalspoor afgehouden worden en
kan erger worden voorkomen. Ook deze preventieve aanpak blijft
noodzakelijk. Mijn voorgangster, mevrouw Timmerman-Buck hield bij haar
Algemene Beschouwingen in 2001 daar een indringend betoog over en over
een niet vrijblijvend inburgeringsprogramma om het Nederlanderschap
inhoud te geven.
In zijn bijdrage aan de algemene beschouwingen ging Jos Werner verder
onder meer in op de hervormingsagenda van het kabinet, het sociaal
akkoord, decentralisatie, de voorstellen rondom wijziging van het
kiesstelsel, de voorgenomen privatisering van Schiphol en het belang
van investeren in de kenniseconomie, eigen verantwoordelijkheid en
solidariteit.
De hele bijdrage kunt u hier downloaden.
CDA