De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: TRCJZ/2004/6036
datum: 18-11-2004
onderwerp: Vragen van het lid Van Velzen over de uitspraak van de
Amsterdamse politierechter inzake oormerken
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Velzen (SP) over de
uitspraak van de Amsterdamse politierechter inzake oormerken.
1. Is het u bekend dat de Amsterdamse politierechtbank een
dierhoudster heeft vrijgesproken, die zich beroepend op artikel 36 van
de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, weigert te voldoen aan de
Regeling identificatie en registratie van dieren 2003 (het verplicht
oormerken van bepaalde diersoorten)?
Ja, het is mij bekend dat de economische politierechter van de
arrondissementsrechtbank te Amsterdam een houdster van dieren heeft
ontslagen van alle rechtsvervolging.
2. Deelt u de mening dat, als er een noodzaak is dieren te
registreren, dit op de meest diervriendelijke manier - die op dat
moment voorhanden is - plaats moet vinden? Zo ja, bent u bereid op zo
kort mogelijke termijn de regeling zo aan te passen dat het oormerken
van dieren niet langer verplicht wordt gesteld, maar wordt vervangen
door een bepaling dat identificatie en registratie plaats moet vinden
met de meest diervriendelijke methode die op dat moment ter
beschikking staat? Zo neen waarom niet?
3. Bent u bereid om de voor het moment minst dieronvriendelijke
methode, het chippen, niet alleen voor paarden als doeltreffend
identificatie- en registratiemiddel te laten gelden (per 1 januari
2002 verplicht) maar ook voor runderen, varkens en schapen? Zo neen,
waarom niet?
Ik ben in het algemeen de mening toegedaan dat de identificatie en
registratie van dieren op een zo diervriendelijke wijze dient te
gebeuren. Dit betekent niet dat ik overweeg op korte termijn de
Regeling identificatie en registratie van dieren 2003 te wijzigen met
het oog op de invoering van chippen als identificatiemethode voor
runderen, varkens en schapen.
Op het terrein van identificatie en registratie van de dieren die in
onderhavige zaak worden gehouden, is Europese regelgeving van
toepassing. Deze vereist ten aanzien van runderen twee oormerken. Ten
aanzien van varkens, schapen en geiten is bepaald dat als merkteken
een oormerk of een tatoeage kan worden gebruikt. Op grond van de
betrokken Europese regelgeving is het gebruik van chips ter
identificatie van de betreffende dieren niet toegestaan.
Overigens heeft het Openbaar Ministerie inmiddels kenbaar gemaakt
tegen het vonnis van de rechter in hoger beroep te gaan.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit