Nederlander verdeeld over uitbreiding bevoegdheden AIVD
Bovendien niet bang voor privacyschendingENSCHEDE, 20041117 -- Bijna tweederde van de Nederlanders geeft aan niet bang te zijn dat door opsporingsonderzoek van de AIVD de privacy van burgers teveel in het geding komt (65 procent). Slechts 15 procent stelt hier wél bang voor te zijn. Bijna de helft (49 procent) van de Nederlanders is van mening dat de AIVD momenteel onvoldoende bevoegdheden heeft; 35 procent vindt dat de AIVD wel voldoende bevoegdheden heeft. Daarnaast is 49 procent van mening dat de AIVD onvoldoende in staat is haar taken naar behoren uit te voeren.
Dit komt naar voren uit onderzoek dat MijnOpinie.nl (onderdeel van Newcom Research & Consultancy) afgelopen week heeft uitgevoerd. Het onderzoek is online uitgevoerd onder 1115 mensen en vormt een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Aan deze respondenten is gevraagd wanneer zij bepaalde opsporingsmethoden van de AIVD aanvaardbaar vinden. Methoden die te maken hebben met het controleren van internetbezoek worden door veel mensen snel toelaatbaar geacht. Zo vindt 35 procent het opsporen en controleren van 'verdachte' zoekopdrachten en 23 procent het controleren van bezoek aan specifieke websites altijd aanvaardbaar. Ook het doorzoeken van een woning met medeweten van de bewoner lijkt op weinig weerstand te stuiten (voor 32 procent altijd aanvaardbaar). Het onderzoeken van e-mails vindt 46 procent alleen aanvaardbaar bij potentiële dreiging vanuit een bepaalde persoon. Minder tolerant is men als het aankomt op het afluisteren van een woning en het onderscheppen en doorzoeken van post. In beide gevallen is 47 procent van mening dat dit alleen bij concrete dreiging mag gebeuren; 4 procent vindt dit nooit aanvaardbaar. Waar eerder naar voren kwam dat het doorzoeken van een woning met medeweten van de bewoner al snel aanvaardbaar wordt gevonden, stuit een huiszoeking zonder medeweten van de bewoner op beduidend meer weerstand: voor 49 procent mag dit alleen bij concrete dreiging. Twee op de tien respondenten (19 procent) vindt deze methode nooit aanvaardbaar.
Nadere analyse wijst uit dat mannen over het algemeen opsporingsmethoden sneller aanvaardbaar vinden dan vrouwen. Zo hebben mannen (significant) minder moeite met het traceren/volgen van personen via de mobiele telefoon (altijd aanvaardbaar: mannen 24 procent tegenover vrouwen 18 procent), het afluisteren van telefoongesprekken (18 procent respectievelijk 12 procent) en het afluisteren van woningen (14 procent respectievelijk 9 procent). Een ander beeld dat naar voren komt is dat naarmate de leeftijd toeneemt, men vindt dat opsporingsmethoden van de AIVD eerder ingezet mogen worden.
De respondenten is ook gevraagd in welke mate zij Nederland een (on)veilig land vinden om in te wonen. Op dit moment geeft 40 procent aan Nederland een veilig land te vinden; 17 procent vindt Nederland een onveilig land. In een eerdere peiling van Mijnopinie (begin oktober) vond 60 procent Nederland nog een veilig land om in te wonen. Twee op de tien van de Nederlanders is zich de afgelopen weken dus onveiliger gaan voelen in eigen land. Bijna tweederde (62 procent) is momenteel (zeer) bezorgd over mogelijke terroristische aanslagen in Nederland. De bezorgdheid neemt (significant) toe naarmate de leeftijd toeneemt.
Ingezonden persbericht