Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282
De eeuwige strijd om de student
Promotie over bestuur Leidse universiteit tussen 1575 en 1812
Persbericht Universiteit Leiden
Dinsdag 9 november 2004
Hoe zorgen we dat we bovenaan staan in de rankings? Hoe krijgen we
zoveel mogelijk eerstejaars? Hoe kunnen we in tijden van bezuinigingen
de kwaliteit van onderwijs en onderzoek garanderen, of zelfs
verbeteren? Stuk voor stuk problemen waar universitaire bestuurders
vandaag de dag mee worstelen, maar die ook eeuwen geleden actueel
waren. Historicus Ronald Sluijter deed onderzoek naar de Leidse
universiteit tussen 1575 en 1812. Woensdag 17 november promoveert hij
aan diezelfde universiteit bij universiteitshistoricus Willem
Otterspeer.
Uit Sluijters onderzoek blijkt dat het geldtekort van
onderwijsinstellingen iets van alle tijden is. Al in de zestiende,
zeventiende en achttiende eeuw had de universiteit van Leiden veel
meer geld nodig dan er binnenkwam. Ze balanceerde hierdoor regelmatig
op de rand van de afgrond. Dat ze er niet in stortte, was te danken
aan de Staten van Holland, die telkens de tekorten aanvulden.
Waar ging het geld naartoe? Vooral naar allerlei prestigieuze
projecten, zoals de bouw van laboratoria, een anatomisch theater, een
botanisch-medische tuin en een astronomisch observatorium. De
Universiteit Leiden wilde in haar beginjaren, toen ze nog de enige
universiteit in de noordelijke Nederlanden was, de concurrentie
aangaan met andere Europese universiteiten. Aanvankelijk werd deze
ambitie beloond. Leiden was in de zeventiende en achttiende eeuw een
van de meest vooraanstaande Europese universiteiten.
In de zeventiende eeuw werd het geld vooral uitgegeven om te kunnen
concurreren met andere universiteiten uit de Republiek, in de eerste
plaats met Utrecht. Elke universiteit wilde zoveel mogelijk studenten
binnenhalen. Goede faciliteiten en vermaarde (duurbetaalde)
hoogleraren moesten dienen als lokmiddel.
Sluijter heeft in zijn proefschrift veel aandacht voor het
universiteitsbestuur. Dit bestond in de eerste drie eeuwen uit drie
curatoren en vier burgemeesters. De curatoren waren vertegenwoordigers
van de Staten van Holland. Hun bestuursfunctie was een baan voor het
leven. De burgemeesters waren de vier burgemeesters van de stad
Leiden. Elk jaar kreeg de stad vier nieuwe burgemeesters, en daarmee
wisselde dus ook jaarlijks een deel van het universiteitsbestuur.
Anders dan nu was het besturen van de universiteit deeltijdwerk, een
functie die politici vervulden naast hun gewone werk. "Dat kon omdat
het tempo waarin beslissingen moesten worden genomen flink lager lag
dan nu, " zegt Sluijter. "Maar het was geen ideale situatie. Als je er
met een hedendaagse blik naar kijkt, zie je dat het bestuur regelmatig
slecht op de hoogte was."
Sluijter stelt in zijn proefschrift de vraag hoeveel invloed het
bestuur had op de bloei en neergang van de Leidse universiteit in
verschillende periodes. Weinig, luidt zijn conclusie. De toestroom van
buitenlandse studenten in de zeventiende eeuw-de meeste uit
Duitsland-was vooral te danken aan de aantrekkingskracht van de
Republiek der Verenigde Nederlanden. Wel versterkte het beleid van het
bestuur deze tendens. De inspanningen van het bestuur konden er echter
niet voor zorgen dat het verlies aan studenten in de achttiende eeuw
werd gekeerd. De oorzaak hiervan lag in externe factoren, zoals het
verval van de Republiek tot tweederangs natie, en de verboden die
Duitse vorsten hun onderdanen oplegden om elders te studeren.
Sluijters proefschrift maakt deel uit van een groter project. De
historicus promoveert bij professor Willem Otterspeer, hoogleraar
universiteitsgeschiedenis. Otterspeer kreeg in 1993 de opdracht een
integrale geschiedenis van de Leidse universiteit te schrijven.
Sluijter heeft met zijn onderzoek materiaal hiervoor geleverd. Het
eerste deel van Otterspeers geschiedenis verscheen in 2000, het jaar
waarin de universiteit 425 jaar bestond, het tweede deel in 2002. Het
hele boekwerk zal uiteindelijk vier delen gaan beslaan.
Ronald Sluijter, Tot ciræt, vermeerderinge ende heerlyckmæckinge der
universiteyt. Bestuur, instellingen en financiën van de Leidse
universiteit, 1575-1812
Proefschrift Universiteit Leiden
Faculteit der Letteren
Promotor: prof. Dr. W. Otterspeer.
Promotie 17 november 2004