Financiën provincies en gemeenten
Taken van gemeenten en provincies verschillen in tijd en naar plaats.
De gemeente is de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat.
Voor de uitoefening van de vele taken is de gemeente daarom het meest
aangewezen bestuursorgaan. Het Rijk doet voor de realisatie van tal
van beleidsdoelen een beroep op de gemeenten. De financiële
organisatie moet zó zijn ingericht dat een juist evenwicht tussen
centrale en decentrale verantwoordelijkheden tot stand komt.
Financieel krachtige gemeenten zijn daarom van essentieel belang.
---
De Financiële verhoudingswet gaat uit van flexibiliteit: men dient
rekening te houden met de verschillen tussen gemeenten en provincies
ten aanzien van noodzakelijke uitgaven en objectieve mogelijkheden om
eigen inkomsten te verwerven. Hierdoor komen gemeenten en provincies
in een meer gelijkwaardige positie. Elk jaar ontvangen gemeenten een
algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Analoog ontvangen provincies
een algemene uitkering uit het Provinciefonds.
Jaarlijks worden de gemeenten en de provincies via circulaires bericht
over de omvang van de algemene uitkering. Gemeenten kunnen bovendien,
op aanvraag en onder voorwaarden, een aanvullende uitkering ontvangen,
ex artikel 12. Specifieke uitkeringen worden slechts verstrekt indien
deze wijze van bekostiging van gemeentelijk en provinciale taken het
meest geschikt wordt geacht.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties