RANDSTAD NEDERLAND
Diemen, 17 november 2004
Ondanks relatief bescheiden opleidingsniveau en ontbreken werkervaring:
Topsporter optimistisch over maatschappelijke loopbaan
Topsporters zijn optimistisch gestemd over hun kansen op de
arbeidsmarkt na afronding van hun sportcarrière. De meeste sporters
gaan ervan uit dat zij ook na hun sportloopbaan - zelfs al zijn ze
inmiddels 30 jaar of ouder - een baan zullen kunnen vinden. Dat is
opmerkelijk, gezien het feit dat de meesten slechts een diploma op zak
hebben van een middelbare schoolopleiding. Ook ontberen de meeste
sporters werkervaring, maar één op de vijf topsporters verwacht dat de
topsportcarrière het gebrek aan werkervaring compenseert.
Als het laatste fluitsignaal heeft geklonken en het applaus definitief
stilvalt, wat is dan de toekomst van de topsporter? Uitzender Randstad
liet onderzoeken hoe topsporters denken over de maatschappelijke
kansen na hun sportcarrière. De conclusie van de enquête onder 84
topsporters is dat zij een vrij rooskleurig beeld hebben van hun
toekomst.
Het onderzoek bracht aan het licht dat de helft van de topsporters van
mening is dat het bedrijfsleven zit te springen om mensen met een
topsportmentaliteit en -ervaring. Maar liefst 30% van de ondervraagde
sporters verwacht dat het vinden van een goede baan makkelijker zal
gaan dan bij andere mensen.
Toch willen de meeste sporters het daar niet op laten aankomen. Van de
ondervraagde topsporters volgt momenteel 56% een opleiding en 24%
heeft reeds een goede opleiding voltooid. Ruim 60% van de topsporters,
die momenteel een opleiding volgen, studeert aan een hogeschool.
Daarvan volgt ruim 70% een economische opleiding.
Bijna de helft van de topsporters geeft aan momenteel geen begeleiding
te krijgen of ooit te hebben gehad. 43% van de topsporters heeft
momenteel wel begeleiding en 8% heeft in het verleden begeleiding
gehad. De belangrijkste vormen van begeleiding zijn de hulp bij een
keuze van een opleiding en hulp tijdens de opleiding zelf.
Bij Randstad, actief begeleider van 1.400 topsporters, worden grote
vraagtekens gesteld bij het arbeidsmarkt-optimisme onder de sporters,
die bijna allemaal (87%) denken dat de ervaring van de
topsportcarrière hen zal helpen. Oud-hockeyster (en Olympische
medaillewinnaar) Wietske de Ruiter, sponsoring manager bij Randstad,
nuanceert: 'Aan de ene kant blijken topsporters bij de eerste stappen
van hun maatschappelijke loopbaan inderdaad veel zelfvertrouwen uit te
stralen. Terwijl wij bij de begeleiding van deze sporters zien dat zij
hun bijzondere achtergrond en netwerk onvoldoende benutten. Een groot
aantal 'vergeet' bij sollicitaties en op de CV te vermelden dat ze
topsport hebben bedreven laat staan dat zij melding maken dat zij
bijvoorbeeld een plak hebben gewonnen op de Olympische Spelen.'
De topsporters moeten zich volgens De Ruiter ook niet te zeer rijk
rekenen. 'Een Olympische plak kan immers het gebrek aan werkervaring
niet compenseren.' Het onderzoek laat op dit punt zien, dat een klein
deel van de topsporters dit minpuntje in hun CV aanpakken. Een vijfde
van topsporters heeft momenteel een (bij-)baan die hun kansen op een
baan na hun topsportcarrière vergroot.
Wat verder bleek uit het onderzoek:
28)- Slechts een enkeling houdt zich alleen bezig met zijn sport.
Daarnaast geeft 14% van de topsporters aan wel te denken aan de
toekomst, zonder iets te ondernemen.
29)- Bijna een kwart van de topsporters maakt zich zorgen over hun
maatschappelijke carrière. Daarentegen geeft 74% van de topsporters
aan zich geen zorgen te maken.
30)- In de meeste gevallen stimuleren de ouders de topsporter om
bewust bezig te zijn met hun maatschappelijke carrière. Ook vrienden
en de partner zijn belangrijke personen bij het stimuleren om bewust
bezig te zijn met hun maatschappelijke carrière.
35)