Rijksuniversiteit Groningen

116 - Borstvoeding heft schadelijke effecten rokende moeder op

Datum: 4 november 2004

Dat roken tijdens de zwangerschap slecht is voor het ongeboren kind kan voor niemand meer een verrassing zijn. Hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn, wordt door het promotieonderzoek van medisch psychologe Laura van der Tuin-Batstra nog eens bevestigd. Verrassend is wel dat moedermelk een deel van de schade teniet kan doen. "Maar dat mag natuurlijk nooit een excuus zijn om maar door te gaan met roken", betoogt de onderzoekster. Laura van der Tuin promoveert op 17 november 2004 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Baby's die een slechte start hebben gehad, krijgen vaker dan gemiddeld op latere leeftijd te kampen met mentale, leer- en psychiatrische problemen. Hoewel Laura van der Tuin voornamelijk naar de algehele omstandigheden rond de geboorte kijkt, heeft ze één factor apart onderzocht. "Ik was benieuwd naar het effect van roken tijdens de zwangerschap. Zelf begrijp ik niet dat moeders doorgaan met roken als ze zwanger worden. Dat kinderen daar grote fysieke problemen van kunnen ondervinden, is algemeen bekend. Ik heb nu een sterk verband gevonden tussen roken tijdens de zwangerschap en leer- en gedragsproblemen in de kindertijd." Kinderen van rokende moeders doen het op school duidelijk slechter dan gemiddeld en hebben last van aandachtsproblemen en hyperactieve gedragingen. Dit gaat ook op, zij het in mindere mate, voor kinderen van moeders die niet zelf roken, maar tijdens hun zwangerschap veel hebben meegerookt.

Borstvoeding compenseert schade

De grote verrassing is volgens Van der Tuin dat borstvoeding de schadelijke effecten van roken tijdens de zwangerschap kan compenseren. "Daar blijkt maar weer uit hoe goed borstvoeding is. Ik doe zelf geen onderzoek naar de samenstelling van moedermelk, maar ik heb begrepen dat het waarschijnlijk de zogenaamde lange ketenvetzuren zijn die het goede werk verrichten. Als je doorrookt tijdens het geven van borstvoeding, krijgt je kind natuurlijk ook sporen van nicotine binnen. Toch blijkt moedermelk dan nog steeds beter te zijn." Ze heeft uiteraard onderzocht of andere factoren ook een rol spelen. "Vaak hangen meerdere omstandigheden samen: vrouwen die blijven roken, drinken vaak meer koffie, hebben meer last van stress en geven vaker geen borstvoeding. Desondanks blijft het positieve effect van moedermelk overeind."

Geboorteomstandigheden

Van der Tuin baseert haar conclusies op een reeks onderzoeken naar een groep proefpersonen die zijn geboren tussen 1975 en 1978. Deze groep is vlak na de geboorte onderzocht, opnieuw in hun kindertijd en nu door Van der Tuin in de vroege volwassenheid. "Indertijd is een vragenlijst van 74 items opgesteld die te maken hebben met de algehele geboorteomstandigheden van deze kinderen. Het gaat dan om factoren zoals de sociaal-economische achtergrond van de moeder, haar gezondheid en gedrag tijdens de zwangerschap, complicaties tijdens de geboorte en de gezondheid van het kind direct na de geboorte." Ideaal is de lijst niet, vindt ze: "Er staan factoren op die achterhaald zijn, bijvoorbeeld het beroep van de vader van de moeder, om de sociaal-economische achtergrond te bepalen. Verder had ik graag willen weten of de moeders tijdens hun zwangerschap alcohol dronken."

Voorspeller van psychiatrische stoornissen

Alle factoren opgeteld levert een samengevatte score op. Deze score geeft een gemiddeld beeld van de geboorteomstandigheden. Van der Tuin: "Die score blijkt een goede voorspeller te zijn van leerproblemen, emotionele problemen en gedragsproblemen op latere leeftijd. Zo blijkt dat kinderen met een lage score direct na de geboorte in de vroege volwassenheid vaker dan gemiddeld meerdere psychiatrische stoornissen tegelijk hebben. Zij zijn bijvoorbeeld niet alleen depressief, maar ook angstig en afhankelijk van alcohol en drugs. Als je kind een slechte start heeft gehad, dan is het van belang om extra op te letten en tijdig hulp te zoeken." Ze zou graag zien dat haar vragenlijst wordt gemoderniseerd voor nader onderzoek naar geboorteomstandigheden.

Toepassing in de praktijk

Kijkend naar de praktijk, vindt Van der Tuin dat verloskundigen en gyneacologen haar conclusies over de effecten van roken tijdens de zwangerschap en de positieve werking van borstvoeding kunnen gebruiken om aanstaande moeders aan te moedigen om gezond te leven, borstvoeding te geven en te stoppen met roken. "Ik denk dat rokende moeders het effect van roken bagatelliseren. Het is waar dat één complicatie tijdens de zwangerschap of de geboorte nog geen ramp is. Verschillende factoren heffen elkaar op. Als je bijvoorbeeld tijdens je zwangerschap veel last hebt van stress, kun je dat proberen te compenseren door heel gezond te gaan eten en drinken. Maar wat als een paal boven water staat, is dat iedere sigaret tijdens de zwangerschap meetelt: hoe meer je rookt, hoe groter het risico dat je kind daar later veel last van krijgt."

Curriculum vitae

Laura van der Tuin-Batstra (Leeuwarden, juli 1973) studeerde Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij de vakgroep Sociale Psychiatrie binnen de onderzoekschool Behavioural and Cognitive Neurosciences (BCN) aan de Faculteit der Medische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Zij is inmiddels werkzaam als medisch psycholoog op de afdeling Psychosociale Begeleiding van het Academisch Ziekenhuis Groningen. Van der Tuin promoveert op 17 november 2004 tot doctor in de Medische Wetenschappen. Promotores zijn prof.dr. J. Neeleman, prof.dr. M. Hadders-Algra en prof.dr. J. Ormel. De titel van haar proefschrift luidt: Difficult birth, difficult life?