Keuringsdienst van waren
Handhaving Mycotoxinen 2001, 2002 en 2003
Enforcement of mycotoxin regulations for food in 2001, 2002 and
2003 in The Netherlands
M.C. Spanjer, J.M. Scholten en P.M. Rensen
VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT/KEURINGSDIENST VAN WAREN NOORDWEST, AMSTERDAM
FOOD AND CONSUMER PRODUCT SAFETY AUTHORITY/INSPECTORATE FOR HEALTH PROTECTION,
REGION NORTHWEST, AMSTERDAM
projectnummers : NW01-21, NW02-31 en NW03G001
datum : augustus2004
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 1 van 16
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING 3
SUMMARY 4
INLEIDING 5
DOELSTELLING 6
WERKWIJZE 6
RESULTATEN 7
DISCUSSIE 8
Noten 8
Specerijen 10
Tarwe 11
Gedroogdevruchten 12
Overigemonsters 13
Biologische teelt 13
CONCLUSIES 14
LITERATUUR 14
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 2 van 16
SAMENVATTING
Mycotoxinen zijn stofwisselingsprodukten van schimmels die schadelijk kunnen zijn voor de mens. Om die reden
is er dan ook de nodige EU-wetgeving voor van kracht. In het kader van de handhaving van deze limieten zijn in
2001 er 2529, in 2002 er 2976 en in 2003 er 2155 monsters van diverse levensmiddelen genomen voor analyse
op verschillende mycotoxinen. Dat gebeurde bij de importcontrole in o.a. de haven van Rotterdam, zoals die
wordt uitgevoerd op niet-veterinaire produkten, in distributiecentra van grootwinkelbedrijven, bij grote bedrijven
(importeurs en handelaren) en in de detailhandel. De monsters werden onderzocht op de aanwezigheid van de
volgende mycotoxinen: aflatoxinen, ochratoxine A en DON, al naar gelang de voor de waar geldende wetgeving.
Van de op aflatoxinen onderzochte noten(produkten) in 2002 voldeden er 78 van de 1331 (5,8%) niet aan de
norm, terwijl er dat in 2001 nog 106 van de 1191 (8,9%) waren. De vermindering van het afwijkingspercentage is
grotendeels toe te schrijven aan een verbetering van de oogstkwaliteit. Die was in 2001 in Argentinië, China en
Egypte erg slecht. Dat elke oogst weer anders is bewezen de getallen van 2003: wederom 78 afwijkende
monsters, nu op een totaal van 782, zodat het afwijkingspercentage weer steeg tot 10%.
Het besmettingsniveau van Iraanse pistachenoten is al jarenlang een probleem en bleef dat ook in de
verslagjaren. Hieraan wordt door de Europese Commissie gewerkt door het uitvoeren van inspecties door het
Food and Veterinary Office te Dublin en technische assistentie middels SPS (Sanitary and PhytoSanitary)
missies vanuit DG Trade te Brussel. In beide gevallen heeft dit tot doel de produktkwaliteit te verbeteren.
In de categorie vruchten zijn gedroogde Turkse vijgen nogal eens afwijkend. Aan de verbetering van de kwaliteit
wordt ter plaatse hard gewerkt bij oogst en opslag. Dat heeft er toe geleid dat het aantal en de hoogte van de
overschrijdingen in 2002 zijn gedaald en in 2003 zelfs zijn gezakt tot 2 op de 54 monsters, oftewel 3,7%. Nieuw in
2002 was de norm voor ochratoxine A in tarwe en gedroogde druiven. Dit leidde tot een aantal afkeurens-
waardige partijen rozijnen, waarvan het aantal in 2003 echter wel steeg.
In specerijen was het beeld wisselend. In monsters paprikapoeder werd minder aflatoxine gevonden, in
chilipoeder steeg het in 2003 weer en in nootmuskaat was in 2003 verbetering te zien t.o.v. het wel erg slechte
jaar 2002.
Voor wat betreft DON is het effect merkbaar van de akties die volgden op de calamiteit die in 1999 plaats vond.
De in 2001 en 2002 genomen monsters consumentenprodukten van binnenlandse herkomst voldeden aan de
norm. Die werd in enkele buitenlandse produkten wel overschreden. Buitenlandse tarwe was ook in 2001 de bron
van DON besmetting van een partij deegwaar. Meerdere partijen pastaprodukten werden uit het winkelkanaal
teruggehaald. In 2003 zijn geen afwijkingen van de norm aangetroffen.
Trefwoorden: Mycotoxinen, aflatoxine, ochratoxine A, DON, noten, specerijen, gedroogde vruchten, koffie, meel,
tarwe, rijst en zaden.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 3 van 16
SUMMARY
Mycotoxins are metabolic products formed by fungal species that can be harmful for human health. For that
reason there is EU legislation in force regarding these contaminants in food. To enforce these regulations, during
2001 a number of 2529, in 2002 a number of 2976 and in 2003 a number of 2155 samples of different food
commodities have been analysed for several mycotoxins. Samples were taken at the stage of import, i.e. in the
harbor of Rotterdam, as it is carried out for products from non-veterinary origin, in distribution centres of chains of
supermarkets, at the food industry (as well as importers as traders) and at the retail level. The samples were
analysed on the presence of following mycotoxins: aflatoxins, ochratoxin A and DON, depending on applicable
legislation.
Violation of the aflatoxin level occurred in 78 out of 1331 (5.8)% investigated nut(product) samples in 2002. In
2001 these numbers were 106 of 1191 (8.9%). The reduction of the violation percentage is mainly due to an
improvement in crop quality. The peanut crops were relatively bad in Argentina, China and Egypt in 2001. The
variation of the levels by year of harvest was proven by the figures for 2003: again 78 samples that exceed the
limits, now at a total of 782 samples, so the violation percentage rised again to 10%.
The contamination level of Iranian pistachios is known for years and remained a problem in the years reported.
On this subject efforts to improve are made by the European Commission by means of performing inspections by
the Food and Veterinary Office in Dublin and technical assistance by means of SPS (Sanitary and PhytoSanitary)
missions of DG Trade in Brussels. In both cases the aim is to improve product quality.
In the category fruits the Turkish dried figs more often exceed the legal limits. A lot of work is done on quality
improvement at harvest and storage in Turkey itself. This resulted in the reduction of the number and level of
violations in 2002 and a decrease to even 2 out of 54 samples, i.c. 3.7%, in 2003. In 2002 an EU limit for
ochratoxin A was released for cereals an dried vine fruit. This caused the rejection of some lots of raisins.
Spices showed varying views. Less aflatoxin was found in paprika powder samples, but the violation percentage
in chili powder rised again in 2003 and also the situation for nutmeg improved when compared to 2002, a
relatively bad year for nutmeg.
Regarding DON the effect of the efforts that were undertaken after the 1999 calamity was noticed. The 2001 and
2002 samples of consumer products from the internal market fulfilled the regulatory limit. That limit was exceeded
by some products from abroad. Processing a contaminated lot of foreign wheat caused the production of pasta
products that were contaminated. These lots were recalled at the retail level. In 2003 no violation of the regulatory
limits were noticed.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 4 van 16
INLEIDING
Mycotoxinen zijn stofwisselingsprodukten van schimmels die schadelijk kunnen zijn voor de mens. Afhankelijk
van het mycotoxine variëert die schadelijkheid van groeivertraging en verminderde voedselinname, overgeven en
aantasting van het immuunsysteem, tot een (zeer sterke) verdenking van de mogelijkheid tot het verwekken van
kanker en bewezen carcinogeniteit aan toe. Dit heeft tot gevolg dat de Europese Commissie (EC) er grote
belangstelling voor heeft (1), resulterend in de publicatie van een serie "opinions" van het Scientific Committee on
Food (2), waarin de schadelijkheid wordt beoordeeld. Hierop zijn vervolgens de normen, c.q. limieten, gebaseerd
die voor de specifieke mycotoxinen zijn afgekondigd (3-8). De leidraad bij de vaststelling van deze richtlijnen is
het zogenaamde ALARA principe: contaminatie moet zo min mogelijk aanwezig zijn, oftewel "As Low As Reaso-
nable Achievable". Deze terminologie verraadt tevens dat deze werkwijze een internationaal bekend begrip is.
Voor Aflatoxinen zijn er normen (3, 4) voor (aard)noten, granen (met inbegrip van boekweit, Fagopyrum sp.),
gedroogde vruchten en een aantal specerijen (Capsicum spp. (gedroogde vruchten daarvan, heel of gemalen,
met inbegrip van chilipeper, chilipoeder, cayennepeper en paprika), Piper spp. (vruchten daarvan, met inbegrip
van witte en zwarte peper), Myristica fragrans spp. (nootmuskaat), Zingiber officinale (gember) en Curcuma longa
(kurkuma)). Merk hierbij op dat aflatoxinen carcinogene verbindingen zijn, waarvoor de EC daarom ook heeft
vastgesteld dat hiervoor geen drempelwaarde bestaat waarboven het schadelijke effect voor de mens afwezig is.
Voor Ochratoxine A bestaat er per 5 april 2002 een voor de Europese Unie (EU) geldende norm (4) voor granen
(met inbegrip van rijst en boekweit), van granen afgeleide producten en voor gedroogde druiven (krenten,
sultana's en andere rozijnen).
Voor DON bestaat er sinds 16 juli 2000 de door de EC voorgestelde concept EU norm (5) voor graanprodukten
voor directe humane consumptie en voor meel dat als grondstof dient voor voedselprodukten. Ondanks het feit
dat dit nog een ontwerp is, worden de lidstaten geacht zich er wel aan te houden, getuige de aanbeveling: "That
Member States shall undertake increased monitoring on the presence of DON in cereals and cereal products
across the European Union in order to obtain more accurate information on the presence of DON in cereals and
cereal products in particular in wheat and wheat products".
Omdat de verspreiding van mycotoxinen in een levensmiddel nogal inhomogeen is, gaan deze EU richtlijnen
gepaard met relatief uitvoerige monsternamevoorschriften waarmee omvangrijke monsters worden verzameld,
waarvan het in de praktijk nogal wat inspanning en tijd vereist om die nauwkeurig uit te voeren (6-8). Voor het
gemak wordt onderstaand een overzicht gegeven van de belangrijkste grenswaarden in diverse levensmiddelen.
Mycotoxine Levensmiddel Norm Opmerking Ref.
aflatoxine B1 (grond)noten 2 3
gedroogde vruchten 2 3
granen 2 inclusief boekweit 3
specerijen 5 soorten zijn gedefinieerd 4
ochratoxine A granen 3 inclusief rijst en boekweit 4
gedroogde druiven 10 4
DON graanprodukten 500 5
meel 750 als grondstof 5
Tabel 1. Limieten voor enkele mycotoxinen in verschillende levensmiddelen, bestemd voor directe
menselijke consumptie. Waarden in microgrammen mycotoxine per kilo levensmiddel.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 5 van 16
DOELSTELLING
Dit rapport beschrijft de handhavingswerkzaamheden van de de Keuringsdiensten van Waren in 2001, 2002 en
2003 op het gebied van de mycotoxinen.
WERKWIJZE
In 2001 zijn er 2529, in 2002 zijn er 2976 en in 2003 zijn er 2162 monsters van diverse levensmiddelen genomen
voor analyse op mycotoxinen. Dat gebeurde bij de importcontrole zoals die wordt uitgevoerd op niet-veterinaire
produkten, in distributiecentra, bij grote bedrijven en in de detailhandel. Welke monsters er worden genomen is
gebaseerd op een risicoschatting waarbij wordt gelet op de combinatie van land van herkomst, ervaringen uit
voorgaande jaren, berichten over de oogst en meldingen van het Rapid Alertsysteem van de EU (9). Ook moet er
soms uitvoering worden gegeven aan besluiten van de EC, waarin de lidstaten wordt voorgeschreven welke
produkten moeten worden bemonsterd en de mate waarin dat moet gebeuren. Dat gold in de verslagperiode voor
pinda's uit Egypte (10) en China (11), paranoten uit Brazilië (24) pistachenoten uit Iran(12) en Turkije en ook voor
vijgen en hazelnoten uit laatstgenoemd land (13). Deze besluiten zijn voortdurend aan wijziging onderhevig. Het
opsporingsbeleid wordt daaraan direkt aangepast, om ervoor te zorgen dat er altijd volgens de geldende
bepalingen wordt gehandhaafd.
Voor het tijdig verkrijgen van gegevens over de invoer van partijen wordt al jaren goed samengewerkt met de
douane. Bemonstering ervan vond zoveel mogelijk plaats volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Bij
bemonsteren in de detailhandel moest daarvan soms worden afgeweken. Controle in de detailhandel is niet de
standaard handelswijze, maar is een paar maal gericht ondernomen op basis van het vermoeden dat besmette
partijen levensmiddelen vanuit andere EU lidstaten Nederland waren binnengekomen. In die gevallen werd er bij
het constateren van een overtreding teruggegaan in de keten om een veel arbeidsintensievere partijcontrole uit te
voeren. Daarbij werd zo'n partij overigens meteen vastgelegd, zodat die niet ondertussen verder in het
handelskanaal terecht kon komen.
In geval van het bemonsteren van silo's is het ondoenlijk om de gewenste 100 grepen tarwe of meel te nemen.
Dan wordt meestal een paar kilo "afgetapt" of op verzoek de silo nog wat rondgepompt. Conform de richtlijn wordt
in die gevallen vastgelegd in hoeverre er van het bemonsteringsschema is afgeweken. Als er overschrijdingen
worden geconstateerd gaat de controleur terug naar het bedrijf om na te gaan hoe zo'n partij verder wordt
verwerkt. Hierdoor wordt voorkomen dat er consumentenprodukten op de markt komen die niet aan de norm
voldoen. Door de coöperatieve opstelling van de bedrijven betekent dit in de praktijk dat er ondanks de
moeilijkheden bij de bemonstering toch op de norm kan worden gehandhaafd.
De aflatoxinen, ochratoxine A en DON werden gemeten volgens de daarvoor geldende SOP's. Het volledige
monster werd vermalen, waarna er zo nodig een analysemonster uit werd genomen t.b.v. de uiteindelijke
bepalingsmethode. Dat gebeurde in de vestigingen Noordwest (voor monsters van Noord, Oost, Zuid en NW zelf)
en Zuidwest. Deze SOP's zijn gebaseerd op CEN voorschriften. De signaleringsafdeling Primaire Land- en
Tuinbouwprodukten van de Keuringsdienst van Waren Noordwest heeft als deelnemer aan de werkgroep voor
Biotoxinen (TC275/WG5), meegewerkt aan de opstelling ervan. Doordat de handhavingslaboratoria met goed
gevolg hebben deelgenomen aan het FAPAS programma is tevens voldaan aan de kwaliteitseisen voor de
diverse mycotoxinen (14), hetgeen door de Raad voor de Accreditatie is bevestigd middels het afgeven van een
certificaat met accreditatienummer L 235.
In de loop van 2003 is een LC-MS methode in gebruik genomen, waardoor het mogelijk is meerdere mycotoxinen
in 1 enkele analysegang te meten (20). Vooralsnog is deze methode daarbij gehanteerd als screeninigsmethode.
Dat betekent dat bij gevonden afwijkingen alsnog bovengenoemde CEN methodes zijn toegepast. Bij bewezen
geschiktheid zal de LC-MS methode voor de handhaving van richtlijnen worden toegepast en als zodanig ook ter
accreditatie worden aangeboden. Het inwerken op deze nieuwe methode heeft in 2003 wel analysecapaciteit
gekost, hetgeen het lagere monsteraantal in 2003 verklaart.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 6 van 16
RESULTATEN
De meetresultaten zijn uit de database geselecteerd, ingedeeld per monstersoort en geordend in overzichts-
tabellen per jaar. Hierin zijn opgenomen:
1. de aantallenmonsters
2. hetlevensmiddel
3. het mycotoxinegehalte in microgrammen per kilo
4. het land van herkomst
5. hetoogstjaar
6. het aantal monsters dat afkomstig is uit een biologische teelt
7. opmerkingen over andere aanwezige toxinen dan degene die zijn getabelleerd.
Om de rapportage leesbaar te houden zijn deze overzichtstabellen (met een omvang van in totaal 22 pagina's)
niet in dit rapport opgenomen. Belangstellenden kunnen deze bij de auteurs opvragen.
Van de aflatoxinen wordt de rapportage beperkt tot aflatoxine B1 (AFB1), hoewel in de meeste gevallen de
aflatoxinen B2, G1 en G2 ook zijn gemeten (de richtlijn geeft zowel een norm voor B1 als voor de som van deze
4 aflatoxinen). De OTA metingen in 2001 zijn gedaan in het kader van het tarweproject, waarover eerder is
gerapporteerd (15, 16). In 2002 is er na het van kracht worden van de norm op gehandhaafd. Op DON wordt
sinds 1999 gehandhaafd.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 7 van 16
DISCUSSIE
Noten
Van de noten(produkten) voldeden in 2002 in totaal 78 van de 1331 monsters niet aan de norm, terwijl dat er in
2001 nog 106 van de 1191 waren. Zo bezien zou de conclusie kunnen worden getrokken dat het afwijkings-
percentage is gezakt van 8,9% naar 5,8%. Maar daarvoor is het aantal soorten monsters nogal divers. Dat blijkt
als de produkten ieder afzonderlijk op hoofdlijnen worden nagelopen. In 2001 zijn er geen maatregelen genomen
op monsters amandelen, omdat die allen aan de norm voldeden. In 2002 bleek dat ideaalbeeld niet te kunnen
worden gecontinueerd. Dat is te wijten aan het gegeven dat de aanwezigheid van mycotoxinen afhankelijk is van
de klimatologische omstandigheden tijdens de groei en oogst van produkten en van de condities tijdens opslag
en transport nadien. Daarom is het ook noodzakelijk om iedere oogst te controleren. Zo bleek de cashewnoten
oogst in 2001 en 2002 in orde, terwijl in 1999 en 2000 een drietal keren de aanwezigheid van aflatoxine B1 werd
vastgesteld, zij het zonder overschrijding van de norm. Bij hazelnoten was waarneembaar dat in 2002 de oogst in
Turkije slechter was dan het jaar ervoor. Zelfs zo slecht dat de Europese Commissie speciale maatregelen ter
controle heeft afgekondigd. Die zijn in de loop van 2003 ook genomen voor paranoten uit Brazilië op basis van
meetresultaten van de lidstaten van de eerste helft van 2003. Hieraan leverde ook Nederland een bijdrage,
aangezien in 2003 de Braziliaanse paranoten beduidend meer afwijkingen opleverden dan in 2001 en 2002.
Pinda's
De aanvoer van pinda's is de hoofdstroom in de categorie noten. Die stroom is afkomstig uit een paar landen. De
bemonsteringsresultaten ervan zijn samengevat in tabel 2. In die tabel zijn de meeste partijcontrole's opgenomen.
Indien alle pindamonsters bij elkaar worden genomen is voor 2003 een afwijkingspercentage van 10% (78 van de
782) gevonden, hoger dan in 2002 toen het op 8,1% (54 van de 664) lag. Voor 2001 was dat nog 12,7% (73 van
de 573). Dit weerspiegelt de afhankelijkheid van de kwaliteit in elk oogstjaar. Maar ook valt af te lezen dat de
verbeteringen in 2002 in Argentinië groter waren dan in andere landen. Ook in Egypte en China zijn merkbare
verbeteringen opgetreden. Dat is mede een gevolg van de inspekties die de FVO (Food and Veterinary Office,
Europese Commissie, Dublin) daar in 2001 heeft uitgevoerd (17). Voor invoer vanuit deze landen geldt naast
certificering ook nog een door de EC (10, 11) vastgestelde bemonsteringsfrequentie. Gegeven de meetresultaten
zouden dergelijke maatregelen ook op z'n plaats zijn jegens noten die afkomstig zijn uit andere landen.
Herkomst ton n afw. Afw.% ton n afw. afw.% Ton n Afw. afw.%
Argentinië 37.785 185 126 68.1 44.060 165 9 5.5 89.621 309 36 11.7
China 161.567 39 17 43.6 74.042 68 8 11.8 61.078 45 11 24.4
Zuid-Afrika 10.000 283 237 83.7 11.657 55 23 41.8 7.835 113 13 11.5
Egypte 2.302 162 76 46.9 47.925 39 6 15.4 45.095 0 0 0.0
Nicaragua 1.294 18 6 33.3 1.437 18 7 38.9 1.062 4 2 50.0
USA 61.539 115 6 5.2 49.269 22 2 9.1 25.361 74 15 20.3
Tabel 2. Invoer in tonnen, aantal bemonsterde partijen n, aantal afwijkende partijen en percentage afwijkende
partijen in 2001, 2002 en 2003.
Om zo effectief mogelijk te controleren ligt het zwaartepunt van de controle's op het begin van de produktieketen,
de grondstoffen, zodat eindprodukten minder behoeven te worden gecontroleerd. Vandaar het geringe aantal
monsters pindakaas dat is genomen, ook al omdat het zelden wordt geimporteerd. Daarbij valt wel op dat in de
jaren 2001 en 2002 partijen pindakaas uit Ghana in beslag zijn genomen. In 2001 heeft zich een uitzonderlijk
geval voorgedaan van een inbeslagname van een in Nederland geproduceerde partij pindakaas. In 2003 werd in
geen enkel monster pindakaas een afwijking van de norm vastgesteld. Maar zoals uit de monsteraantallen blijkt,
de meeste aandacht gaat uit naar de import van de noten zelf. In 2002 was het afwijkingspercentage beduidend
lager dan dat van 2001, omdat de pinda's in 2001 van beduidend mindere kwaliteit waren. Het niveau van 2002
kon helaas niet worden geevenaard in 2003, toen de oogst blijkbaar weer wat slechter was.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 8 van 16
Vanwege de mindere kwaliteit pinda's van de oogst van 2001 werd daarom ook nagegaan of die zouden worden
verwerkt in pinda- of satésauzen. In 2 van de 81 monsters pinda- of satésauzen die in 2001 werden genomen,
werd tot 2 µg/kg aangetroffen. Omdat deze sauzen worden bereid door het met water verdunnen van pinda-
pasta's, heeft er in die gevallen in de uitgangsstof mogelijk meer dan de toegestane hoeveelheid aflatoxine B1
gezeten. In 2002 werden daarom meer monsters pinda- en satésauzen onderzocht. Hieruit bleek dat de in 2001
gevonden resultaten kennelijk incidenten betrof, hetgeen in 2003 werd bevestigd.
Pistachenoten
Van de monsters pistachenoten zijn alleen diegenen die afkomstig zijn van partijen uit de U.S.A., genomen bij
import in de Rotterdamse haven. Daar werd zelden aflatoxine in aangetroffen. Dat kan niet gezegd worden van
monsters die genomen zijn uit partijen die elders in de EU zijn geïmporteerd en daarna per vrachtwagen Neder-
land zijn binnenkomen. Dat betreft pistachenoten uit Turkije en Iran, die via andere lidstaten Nederland bereiken.
Omdat hierin nogal eens aflatoxine werd aangetroffen is daar ook deze jaren weer veel aandacht aan besteed. In
dit soort gevallen wordt bemonsterd bij distributiecentra voor supermarkten, maar ook in de detailhandel en op
markten. In 2001 waren 24 van de in totaal 244 monsters pistachenoten afwijkend. Van die monsters waren er 75
afkomstig uit winkels of markten, waarvan er 6 boven de norm waren. Dat is 8%, dus nauwelijks verschillend van
het totaal. Dat percentage was in 2002 gehalveerd en ook het besmettingsniveau was lager. In 2003 was de
situatie echter weer verslechterd, want er voldeden wederom 24 monsters niet aan de norm, maar nu op een
totaal van 101. Deze wijze van binnenkomst van goederen staat bekend als de achterdeurproblematiek en is
onderwerp van aandacht binnen de EU (18), omdat dit probleem ook op dat niveau opgelost moet worden. Met
name omdat bij de importcontrole aan de buitengrens (dus niet op het moment van vrijmaken door de douane)
het beste kan worden voorkomen dat een partij de markt (i.c. de consument) bereikt. In 2006 zal nieuwe
wetgeving m.b.t. importcontrole van niet-veterinaire levensmiddelen van kracht worden. Dat de controle bij de
invoer in de gehele EU de afgelopen jaren is geintensiveerd kan ook worden afgeleid uit de toename van
meldingen aan het Rapid Alert systeem van steeds meer, en ook de pas toegetreden, EU lidstaten. Sinds week
21 van 2003 zijn deze overzichten van door de lidstaten aangemelde Rapid Alerts voor iedereen op de EU
website te vinden (25).
In onderstaande figuur zijn de resultaten voor aflatoxine in monsters noten samengevat. Omdat voor vijgen
dezelfde norm geldt zijn die er gemakshalve ook in opgenomen.
800
700
600
500
400
300
200
100
0
l '01 l '03 '01 2 2 1
'02 ot '03 ot '01 t '02 '03 '01 '0 '03
amande andel '02nde lnoot o oot da '01 da '0 da '03 che vijg '0 vijg '02vijg '03
an ranoo pin pin pin
am ama ze
ha ha
zelnoot zelno par
ha pa paran pistachepista pistache
Figuur 1. Meetwaarden voor aflatoxine B1 in noten en vijgen. Blauw: minder dan 0,1 microgram per kilo. Rood:
tussen 0,1 en 2 µg aflatoxine B1 per kg en geel > 2 µg/kg.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 9 van 16
Bij walnoten valt op dat deze slechts bij uitzondering zijn besmet. De ene partij die dat wel bleek is in beslag
genomen. Dat is ook gebeurd bij de hoogste waarden van partijen uit de rubriek overige noten, waar het veelal
import van consumentenverpakkingen betrof.
Specerijen
Voor specerijen geldt een aantal van de al eerder genoemde aandachtspunten. Ook hier kan verschil in kwaliteit
van de oogst het mycotoxinengehalte nogal beïnvloeden. Zo werd er in 2001 in geen van de 15 kerriemonsters
iets gevonden, maar werden in 2002 in 4 partijen forse overschrijdingen gemeten. Drie van die 4 partijen werden
hierop in beslag genomen en vernietigd. In 2003 voldeden alle kerriemonsters aan de norm. Het afwijkings-
percentage van chilipoeder bleef rond de 13 %, zij het dat het niveau licht daalde in 2003, maar het lage niveau
van 2001 werd ook in dat jaar niet bereikt. Veel slechter is het gesteld met nootmuskaat. Daarvan zakte het
afwijkingspercentage weliswaar iets in 2003, maar nog 1 op de 3 monsters voldoet niet aan de norm. Een faktor
die op dit slechte resultaat van invloed is, is de hoge prijs van deze nootsoort, waardoor een eigenaar weinig
geneigd is om een hoeveelheid hiervan, zeker als die de omvang heeft van een partij, af te keuren. Die hoge prijs
heeft ook tot gevolg dat een partij meestal in kleine delen wordt verkocht. Hierdoor ontstaan zoveel subpartijen
dat het vaak lastig is om de bron op te sporen. Opvallend zijn de afwijkingen in de categorie gemengde kruiden.
Omdat het hier mengsels betreft moet een of meer van de componenten wel erg veel afwijken als zo'n monster
boven de norm uit komt. Paprikapoeder is weer een categorie waarin de wisselende oogsten zich weerspiegelen.
Het afwijkingspercentage was 31% in 2001, 10% in 2002 en 24% in 2003. Het wijst op de noodzaak van controle
op elke oogst weer opnieuw. Ook hiervan werden partijen met de hoogste waarden vernietigd.
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1 1
r '01 '0 r '01 r '02 r '03
de er '02 er '03 c. '0 ec. '02 ec. '03 rie rie '02 rrie '03 aat '01 at '02
chilipoe ilipoed poed spe ker ker ke sk ska oede oede
m. sp m. sp
ch chili gem. tmu tmuskaat '03 oede
ge ge otmu
no noo noo paprikap paprikap aprikap
---
Figuur 2. Meetwaarden voor aflatoxine B1 in specerijen. Blauw: minder dan 0,1 microgram aflatoxine B1 per kilo.
Rood: tussen 0,1 en 5 µg aflatoxine B1 per kilo en geel > 5 µg aflatoxine B1 per kilo.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 10 van 16
Tarwe
De DON metingen in de verslagperiode laten zien dat alle inspanningen die door landbouw, handel en industrie
na de DON calamiteit van 1999 zijn gedaan, er mede toe hebben geleid dat alle monsters brood, meel en
bakkerswaren onder de norm zijn gebleven. Over het verloop van die calamiteit is afzondelijk gerapporteerd (21).
Zoals in die rapportage is genoemd, geldt ook voor DON dat elke oogst weer een ander besmettingsniveau kan
hebben. Monitoring blijft dus noodzakelijk. Omdat de berichten over de oogst in Nederland en andere lidstaten in
2002 en 2003 gunstig waren kon in dat jaar de bemonstering verminderen. In 2003 is dat aantal overigens lager
geweest dan gepland, omdat invoering van de nieuwe LC-MS methode inwerktijd vergde van de analisten, ten
koste van analysecapaciteit in 2003. Om te zorgen dat de resterende capaciteit zo goed mogelijk werd benut zijn
daarom voor het overgrote deel grondstoffen, i.c. tarwemonsters, gemeten. Maar dat eindprodukten niet kunnen
worden veronachtzaamd is dat jaar evengoed gebleken uit het aantreffen van 610 µg/kg in zemelen. In onder-
staande figuur is het geschetste beeld weergegeven. Merk hierbij op dat er voor tarwe als zodanig geen norm
geldt. Naar de letter van de ontwerp norm geldt hiervoor dat: "Batches of raw cereals exceeding 750 ppb should
be closely monitored in order to ensure that the food products produced from these cereals do not exceed the
above-mentioned action limits".
400
350
300
250
200
150
100
50
0
rwe '98 '01 '02 3
'0 t '98 99
Ta Tarwe '99
Tarwe '00
Tarwe Tarwe Tarwe Meel '98Meel '99 el '00 el '01
Me Me Meel '02 el '03
Me roduk dukt ' dukt '00odukt '01odukt '02odukt '03
Eindp Eindpro dpro ndpr ndpr ndpr
Ein Ei Ei Ei
Figuur 3. Meetwaarden voor DON in tarwe(produkten). Blauw: minder dan 100 microgram per kilo. Rood: meer
dan 500 µg DON per kg. Geel meer dan 750 µg DON per kg. Genoemde jaartallen zijn de oogstjaren.
In 2001 en 2002 is een groot aantal monsters pasta onderzocht, omdat deze was geproduceerd uit een buiten-
landse partij meel met een te hoog DON gehalte. De geproduceerde deegwaren zijn uit de handel gehaald.
Omdat de controle op de naleving hiervan moest worden geverifieerd door het meten van DON in individuele
verpakkingen zijn er meer monsters van hetzelfde type gemeten dan er in de overzichtstabellen zijn vermeld.
Vanwege die extra DON metingen zijn niet alle graanmonsters op OTA onderzocht. Dit omdat toen nog elk
mycotoxine apart bepaald moest worden, waardoor er onvoldoende analysecapaciteit was. Invoering van de
nieuwe analysemethode waarmee het mogelijk is in één run een aantal mycotoxinen tegelijk te bepalen, zal dat
probleem moeten gaan oplossen.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 11 van 16
Gedroogde vruchten
Ook in deze produktgroep doet de achterdeurproblematiek zich gelden, aangezien de meeste vijgen en dadels
niet per scheeps- of vliegtuiglading ons land binnen komen, maar per vrachtwagen. Als zo'n lading in een andere
lidstaat door de douane is vrijgemaakt t.b.v. het vrije verkeer in Europa, kan deze zonder verdere controle over
de weg Nederland binnen komen. Voor deze produktgroep gelden t.a.v. de aflatoxinen dezelfde normen als voor
noten. In 2002 is een norm van 10 µg/kg van kracht geworden voor ochratoxine A in gedroogde druiven, oftewel
rozijnen. Vandaar dat daarnaar vanaf dat jaar metingen zijn gedaan.
In 2001 waren 10 van de 25 onderzochte partijen afwijkend op aflatoxine en daarnaast nog 18 van de 193 mon-
sters vijgen (9,3%). In 2002 is in deze situatie verbetering opgetreden want toen voldeden 3 van de 20 onder-
zochte partijen (15%) en 7 van de 118 monsters vijgen (6%) niet aan de aflatoxinennorm. Toch was de hoogte
van het besmettingsniveau niet verschillend met dat van 2001. Naast vijgen werden er in 2002 ook een groot
aantal monsters dadels genomen. Dit n.a.v. vermoedens omtrent mogelijke besmettingen van dadels, maar die
zijn niet bevestigd, want er werd in geen van de dadelmonsters aflatoxine gevonden. In 2003 lijken de cijfers
rooskleurig, want 2 afwijkingen op 54 monsters levert een afwijkingspercentage van 3,7% op. Wordt alleen ge-
keken naar partijcontrole dan zijn de cijfers zelfs 2 afwijkingen op 21 controles, overeenkomend met 9,5%, het
laagste in deze 3 gerapporteerde jaren. Maar deze getallen zijn onvolledig, omdat in 2003 een uitgebreide con-
trole op detailhandelsniveau wegens capaciteitsgebrek achterwege is gebleven. Als die in 2004 wel weer wordt
uitgevoerd zal blijken of het beeld van 2003 ook geldt voor monsters . Anderzijds dient te worden opgemerkt dat
er in Turkije hard wordt gewerkt aan verbetering van de oogstomstandigheden en de opslagcondities. Mede
daardoor is het afwijkingspercentage in de verslagjaren verminderd. Volledigheidshalve wordt hier nogmaals bij
aangetekend dat ook voor deze produktgroep geldt dat ieder oogstjaar op het punt van besmettingsniveau weer
kan verschillen van andere jaren.
Nu er een norm voor Ochratoxine A gehandhaafd kan worden zijn in 2002 vele monsters hierop onderzocht. Van
de 61 monsters rozijnen bleken er 8 de norm te overschrijden, een percentage van 13%. Omdat de schadelijk-
heid van ochratoxine A een klasse lager is dan die voor aflatoxinen, is er voor ochratoxine A wel een aanvaard-
bare dagelijkse inname beschikbaar. Die is 5 nanogram per kilogram lichaamsgewicht per dag (2). Daaruit valt te
berekenen dat een kind, in dit verband een consument van 1-6 jaar met een lichaamsgewicht van 17,1 kilo, per
dag gemiddeld 8,5 gram rozijnen kan eten als die een hoeveelheid van 10 µg/kg, de normwaarde dus, bevatten.
Als er vanuit deze optiek naar de getallen wordt gekeken die de norm overschrijden dan wordt duidelijk dat
consumptie van rozijnen al snel leidt tot overschrijding van de ADI en dat daarom voorkomen moet worden dat
dergelijke besmette produkten op de markt kunnen komen. Met 11,3% is in 2003 het afwijkingspercentage
vergelijkbaar met dat van 2002, maar de hoogte van de overschrijdingen is beduidend lager geworden, zodat in
die zin van een verbetering van de situatie kan worden gesproken.
Opvallend is ook dat er nauwlijks aflatoxine in die monsters werd gevonden. Het al langer aanwezig zijn van een
norm daarvoor - ze vallen dan in de categorie gedroogde vruchten - zal hier toe hebben bijgedragen, want in het
verleden werd het nogal eens aangetroffen. Anderzijds moet bedacht worden dat OTA wordt gevormd door an-
dere schimmels dan die verantwoordelijk zijn voor aflatoxinevorming. Aan de preventie van ochratoxinevorming in
druiven wordt in Europees verband nog hard gewerkt (19). Aan de analytische kant van dit probleem ook. Tot
voor kort moesten voor het meten van aflatoxinen en ochratoxine twee verschillende methodes worden gebruikt.
Sinds de invoering van een LC-MS methode kan dat in één bepaling (20). Invoering ervan bij de handhavings-
laboratoria in de loop van 2004 maakt het mogelijk met één en dezelfde meetmethode de naleving van de diverse
richtlijnen voor mycotoxinen te controleren.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 12 van 16
Overige monsters
In de categorie zaden en pitten werd zelden een mycotoxine aangetroffen. Voor deze categorie gelden overigens
geen normen. Net als in het buitenland wordt ook hier soms aflatoxine gevonden in monsters meloenpitten (26).
Wat ook opvalt is dat in rijst zelden één van de drie onderzochte mycotoxinen is gevonden. En in dat zeldzame
geval was dat beneden de norm voor aflatoxine.
Voor koffie en thee zijn er geen op EU richtlijnen gebaseerde normen voor mycotoxinen. In 2002 is er op basis
van artikel 12 lid 1 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, dat de afwezigheid
van schimmeltoxinen vereist, een norm gehanteerd van 10 µg/kg voor Ochratoxine A in geroosterde koffiebonen.
Vandaar dat er vanaf 2002 monsters gebrande koffie zijn genomen, terwijl in eerdere jaren de ongebrande bonen
voor survey doeleinden werden bemonsterd. In 2002 voldeden alle monsters aan de gestelde eis. Hierbij moet
worden opgemerkt dat er geen verband bestaat tussen de meetresultaten van de in de overzichtstabellen opge-
nomen monsters ongebrande koffie en de monsters koffieprodukten. In de loop van 2003 zijn er concept normen
van de EC voor OTA in koffie bekend geworden. Die zijn: 3-4 µg/kg voor geroosterde koffiebonen, 6-8 µg/kg voor
oploskoffie en 8-10 µg/kg voor ongebrande koffiebonen. Deze getallen zijn gehanteerd om in de overzichts-
tabellen wat niveau's aan te geven. Het beschikbaar komen van deze waarden maakt het ook mogelijk om de
monstername, net als bij andere produkten het geval is, meer te verleggen naar de grondstof, de ongebrande
bonen. In 2001 is dat slechts steekproefsgewijs gedaan omdat er toen helemaal geen norm gold. Overigens geldt
ook voor koffiebonen dat verschil in oogst een verschil in besmettingsniveau tot gevolg kan hebben. Dat blijkt uit
eerder gepubliceerde data (22) van de EU monitor van 1998 die ook zijn opgenomen in de tabellen. Er zijn toen
hogere waarden voor een paar partijen ongebrande koffie gevonden dan in 2002. Anderzijds zijn de resultaten
voor de koffiemonsters zelf in 1998 niet slechter geweest. Dat is mede te danken aan het feit dat bij het proces
van koffie branden 70 tot 90% van de ochratoxine A wordt verwijderd (23).
Onder de theemonsters van 2003 was een zoethoutthee. Deze bleek te bestaan uit gemalen zoethout wat in
theezakjes was verpakt. Aangezien daarin nogal wat OTA werd gevonden werden hierop de grondstoffen onder-
zocht. Daarbij werd geconstateerd dat het gebruikte zoethout die hoeveelheden OTA bevatte, tot aan duizenden
microgrammen per kilo toe. Die partijen werden in belag genomen en via het Rapid Alert system aan Brussel
gemeld. Omdat zoethout de basisgrondstof is voor drop werd ook daar een monster van onderzocht, waarin geen
aantoonbare hoeveelheid werd aangetroffen. Aangezien het niet eenvoudig is om OTA routinematig in drop te
bepalen werd dit aandachtspunt doorgeschoven naar 2004.
Biologische teelt
Voor wat betreft monsters die zijn genomen van produkten die afkomstig zijn van biologische teelt, valt op dat dit
beeld nauwelijks verschilt van dat voor niet-biologische teelt. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het aantal
monsters in de verslagjaren niet erg representatief genoemd kan worden. Het bedroeg ongeveer 64, overeen-
komend met 0,8% van het totaal.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 13 van 16
CONCLUSIES
Van de op aflatoxinen onderzochte produkten is het afwijkingspercentage in de loop der jaren verminderd t.o.v.
dat van 2001. Dit is grotendeels toe te schrijven aan een verbetering van de oogstkwaliteit. Controle op de in
2002 afgekondigde norm voor ochratoxine A in tarwe en gedroogde druiven leidde tot een aantal afkeurens-
waardige partijen rozijnen. Voor wat betreft DON waren 2001 t/m 2003 niet alleen goede oogstjaren in Europa,
maar was het effect merkbaar van de akties die volgden op de calamiteit die er in 1999 plaatsvond. De in deze
periode genomen monsters van consumentenprodukten voldeden aan de norm.
Voor wat betreft de handhaafbaarheid van de normen valt op dat de import via de haven van Rotterdam, mede
vanwege de uitstekende samenwerking met de douane, goed verloopt. Voor wat de praktische uitvoering betreft
blijft een aandachtspunt dat het bemonsteringsschema voor mycotoxinen in de praktijk nog wel eens op proble-
men stuit. Dit punt heeft de aandacht van de Europese Commissie, maar daarmee is het niet direct opgelost.
V.w.b. invoer via andere lidstaten zij opgemerkt dat die wat dat aangaat nog wel wat te wensen over laat. Ook
daaraan wordt in Europees verband gewerkt.
Gegeven het feit dat iedere nieuwe oogst weer beoordeeld moet worden op de aanwezigheid van mycotoxinen,
zal het ook in de komende jaren nodig zijn controle op de handhaving van de richtlijnen en monitoring uit te
voeren. Analytisch gezien wordt hierbij een verbetering ingevoerd door een LC-MS methode in de handhavings-
laboratoria in gebruik te nemen waarmee in één analysegang een reeks van mycotoxinen kan worden bepaald.
Voor wat betreft de monsters dient er meer aandacht te worden besteed aan pinda's uit China, Egypte en Zuid-
Afrika, produkten uit Turkije en Iraanse pistachenoten.
Op het gebied van methode-ontwikkeling dient te worden gewerkt aan een methode voor patuline, gelet op de op
handen zijnde richtlijn hiervoor. Aanpassing van de analysemethode aan de lagere niveau's die van kracht gaan
worden in babyfood is in december 2003 gerealiseerd. De resultaten van een survey zijn destijds op de VWA
website gepubliceerd (27). Uitbreiding van de norm voor ochratoxine tot meer levensmiddelen maakt het nood-
zakelijk te werken aan validatie in de gewenste matrices. Dat geldt ook voor de verwachte normstelling voor
aflatoxinen in mais.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 14 van 16
LITERATUUR
1. European Mycotoxin Awareness Network (EMAN) is a European Commission (EC) funded project,
http://www.lfra.co.uk/eman2/index.asp
2. Scientific Committee on Food, http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/scf/outcome_en.html#opinions
3. VERORDENING (EG) Nr. 1525/98 VAN DE COMMISSIE van 16 juli 1998, houdende wijziging van
Verordening (EG) nr. 194/97 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in
levensmiddelen.
4. VERORDENING (EG) Nr. 472/2002 VAN DE COMMISSIE van 12 maart 2002 tot wijziging van
Verordening(EG) nr. 466/2001 tot vaststellingvan maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in
levensmiddelen.
5. Draft COMMISSION RECOMMENDATION on the reduction of the presence of deoxynivalenol in cereals and
cereal products, Brussel, 16.07.2000, SANCO 1925 rev.1.
6. RICHTLIJN 98/53/EG VAN DE COMMISSIE, van 16 juli 1998, tot vaststelling van bemonsteringswijzen en
analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in
levensmiddelen.
7. RICHTLIJN 2002/27/EG VAN DE COMMISSIE van 13 maart 2002 houdende wijziging van Richtlijn
98/53/EG tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de
maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen.
8. RICHTLIJN 2002/26/EG VAN DE COMMISSIE van 13 maart 2002 tot vaststelling van bemonsteringswijzen
en analysemethoden voor de officiële controle op de gehalten aan ochratoxine A in levensmiddelen.
9. Rapid Alert System for Food and Feed, gebaseerd op Richtlijn EG No 178/2002, sinds 12 mei 2003
beschikbaar via http://europa.eu.int/comm/food/fs/sfp/ras_index_en.html Voordien werd die informatie per fax
aan de lidstaten verstrekt.
10. BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 6 december 1999 tot intrekking van Beschikking 1999/356/EG en
houdende speciale voorwaarden voor de invoer van grondnoten en bepaalde van grondnoten afgeleide
producten van oorsprong uit of verzonden uit Egypte (2000/49/EG).
11. BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 4 februari 2002 houdende speciale voorwaarden voor de invoer
van grondnoten en bepaalde van grondnoten afgeleide producten van oorsprong uit of verzonden uit China
(2002/79/EG).
12. BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 9 maart 2000 tot wijziging van Beschikking 97/830/EG ten
aanzien van punten van binnenkomst voor Duitsland (2000/238/EG).
13. BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 4 februari 2002 tot vaststelling van b.zondere voorwaarden voor
de invoer van v.gen, hazelnoten, pistachenoten en bepaalde daarvan afgeleide producten van oorsprong uit
of verzonden uit Turkije (2002/80/EG)
14. FAPAS, The Food Analysis Performance Assessment Scheme, UK Ministry of Agriculture, Fisheries and
Food, http://ptg.csl.gov.uk/fapas.cfm, series 4, aflatoxin, 16: patulin, 17: ochratoxin A and 22: fusarium toxins.
15. A.J. Speek, 2001, Contaminanten in tarwe, een landelijke survey. Deel I: resultaten voor het jaar 2000,
rapport NW00-01, Keuringsdienst van Waren Noordwest, Amsterdam,
http://www.keuringsdienstvanwaren.nl/includes/new.html?/onderzoek/index.html
16. A.J. Speek, 2002, Contaminanten in tarwe, een landelijke survey in de jaren 2000 en 2001, rapport van
projekt NW-00-01, Keuringsdienst van Waren Noordwest, Amsterdam,
http://www.keuringsdienstvanwaren.nl/includes/new.html?/onderzoek/index.html
17. FVO, Food and Veterinary Office, oftewel Voedsel- en Veterinair Bureau, rapporten via:
http://europa.eu.int/comm/food/fs/inspections/index_en.html
18. FLEP, an informal European Forum of Food Law Enforcement Practitioners,
http://www.flep.org/working_party/mycotoxin_leg.pdf
19. Mycotoxin-Prevention Cluster: Prevention of Mycotoxins Entering the Human and Animal Foodchain, Key
Action 1 under Programme 1 within the EC, 5th Framework Programme, http://www.mycotoxin-
prevention.com/
20. Martien Spanjer, Jos Scholten and Peter Rensen, Single run LC-MS/MS analysis of mycotoxins subject to
actual and upcoming EU legislation in one sample extract, Poster presentation at the Second World
Mycotoxin Forum, 17-18 february 2003, Noordwijk.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 15 van 16
21. M.C. Spanjer, J.M. Scholten en P.M. Rensen, Effectmeting DON, de gevolgen van een calamiteit, rapportage
van projekt NW-01-2b, april 2002, KvW Noordwest, Amsterdam,
http://www.keuringsdienstvanwaren.nl/includes/new.html?/onderzoek/index.html
22. M.C. Spanjer, J.M. Scholten, P.M. Rensen en A.J. Speek, Het voorkomen van ochratoxine A in koffie. Data
verzameling ten behoeve van EU normstelling, De Ware(n)-Chemicus, jrg.32(2002), 3(oktober); p.157-164.
23. G.H.D. van der Stegen, P.J. M. Essens en J. van der Lijn, Effect of roasting conditions on reduction of
Ochratoxin A in coffee, J. Agric. Food Chem., 49 (2001) 4713.
24. BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 4 juli 2003 houdende speciale voorwaarden voor de invoer van
paranoten van oorsprong uit of verzonden uit Brazilie (2003/493/EG).
25. Rapid alert systeem, Europese Comissie, Brussel.
http://europa.eu.int/comm/food/food/rapidalert/index_en.htm
26. V.P. DiProssimmo and E.G. Malek, Comparison of three methods for determining aflatoxins in melon seeds,
Journal of AOAC International, Vol. 79, No. 6, (1996), 1330.
27. Babyfood survey. Ter inzage op de website http://www.vwa.nl/ . Klik vervolgens op 'Voedselveiligheid',
'Dossier Mycotoxinen', 'Documenten en links' en tenslotte op 'Resultaten kindervoeding 2003'.
Rapportage projekten NW01-21, NW02-31 en NW03G001 pagina 16 van 16
Hoogte Kadijk 401
1018 BK Amsterdam
The Netherlands
telefoon : 31-20-5244600
fax : 31-20-5244700
e-mail : nw@kvw.nl
---- --