Socialistische Partij
`Minister Veerman moet zich spiegelen aan Arnold Schwarzenegger'
16-11-2004 * Vrijblijvend polderen brengt duurzame landbouw niet
dichterbij, betoogt SP-Kamerlid Krista van Velzen tijdens de
begrotingsbehandeling met landbouwminister Veerman. "Deze minister
moet spierballen laten zien, zoals Schwarzenegger in Californië. Die
dwingt de markt tot verduurzaming met termijnverboden op dierenleed."
Miljoenen dieren leven onder erbarmelijke omstandigheden in ons land.
Nederlandse varkens gaan levend naar Duitsland om geslacht en verpakt
weer terug ingevoerd te worden. Veerman ziet de noodzaak van
verduurzaming in, maar wil hiervoor geen wetgeving maken. Hij laat het
over aan bedrijfsleven en consument.
Krista van Velzen: "Ieder econoom weet dat de markt het
verduurzamingsvraagstuk in de landbouw niet kán oplossen.
Biodiversiteit of dierenwelzijn zijn collectieve goederen die niet in
een markttransactie vertaald kunnen worden. Daarom móet de overheid
het initiatief nemen. Dierenleed zal altijd blijven bestaan, tenzij de
overheid het heft in handen neemt."
Van Velzen ziet niets in een vervolgdebat over de toekomst van de
intensieve veehouderij. "Dat eeuwige gepolder levert niks op. De
minister kan zich beter spiegelen aan de Californische gouverneur
Arnold Schwarzenegger, die diervriendelijkheid éist. Als de sector dat
niet levert, trek dan die miljoenen subsidies in die elk jaar naar de
landbouw vloeien."
Het Kamerlid ziet termijnverboden als een elegante oplossing.
"Persoonlijk maak ik liever meteen een einde aan al het dierenleed,
maar met termijnverboden kunnen we in ieder geval binnen enkele jaren
afkomen van excessen zoals biggencastratie, langdurig veetransport en
dwangvoederen. Termijnverboden brengen de markt in beweging zonder dat
gezinsinkomens in gevaar komen. Je dwingt de markt tot duurzame
innovatie."
Ook wil het Kamerlid onderzoek naar de externe kosten van de landbouw.
"We roepen al twintig jaar dat de vervuiler moet betalen. Maar de
maatschappij draait nog steeds op voor het ophalen van kadavers uit de
bio-industrie, het filteren van bestrijdingsmiddelen uit water, en het
tegengaan van vermesting en verzuring. We weten niet eens hoe hoog die
kosten zijn. We moeten dat in kaart brengen en vervolgens kijken hoe
we dat kunnen doorberekenen in de kostprijzen."