Eerste Kamer maant tot optreden
woensdag 17 november 2004
De Eerste Kamer heeft dinsdag 16 november het grote jaarlijkse debat
gehouden over Troonrede en Miljoenennota (Algemene politieke
beschouwingen). De voorzitters van de negen fracties in de senaat
sneden een veelheid van onderwerpen aan. Maar over één onderwerp
spraken alle fractievoorzitters hun diepe bezorgdheid uit: de situatie
in Nederland na de moord op Theo van Gogh. De hele senaat maant de
regering extremisten hard aan te pakken.
Han Noten (PvdA): "Regering regeer. Laat zien dat achtergrond en
motieven voor extremisme voor deze regering niet relevant zijn. Of het
nu Marokkaanse jongeren zijn of Hell Angels. Of het nu een Haringkar
of Shoarmatent is". Noten onderstreepte de oproep van de Amsterdamse
wethouder Aboutaleb aan burgers om het publieke gezag te helpen bij
het opsporen van risicohaarden. De PvdA-fractievoorzitter in de senaat
vond de competentiestrijd tussen de ministers Donner en Remkes over
wie de eerst verantwoordelijke is inzake veiligheid 'een genante
vertoning die niet bijdraagt aan een groter vertrouwen in een
krachtdadige overheid'. Voorts riep Noten op tot dialoog tussen
regering en bevolking "in het besef dat door de moord op Theo van Gogh
ook de Marokkaanse gemeenschap zelf hard is getroffen en in het besef
dat maatschappelijke uitsluiting voedingsbodem is voor extreem
gedrag". De PvdA-er prees in dit verband minister-president Balkenende
voor diens bezoeken aan bewoners van het Brabantse Uden (afgebrande
moskee) en het Haagse Laakkwartier (arrestatie twee
terreur-verdachten).
CDA-fractieleider Werner zei: "Er is geen andere weg dan een weg in
gezamenlijkheid, hoe moeilijk die ook zal zijn. Het kunnen beleven van
eigen religies of, al dan niet in combinatie daarmee, van eigen
levensovertuigingen en levensstijlen, vraagt ook om waarden die wij
allen met elkaar delen, waarden die juist garant staan voor
veiligheid, de menselijke waardigheid, het respect voor elkaars leven,
voor elkaars eigendommen, voor de schepping en non-discriminatie". De
CDA-senator vond een diepgaand debat over de vraag naar de identiteit
van onze samenleving en die van Europa noodzakelijk. Werner
stipuleerde dat de sinds de moord op Van Gogh heftig bediscussieerde
vrijheid van meningsuiting 'niet zo absoluut is dat je zomaar alles
kunt roepen'. Hij zei letterlijk: "Kwetsen, oproepen tot haat en
geweld, beledigende discriminerende taal (in stadions, in de moskeeën,
in de media) mag niet bij wet, maar daarnaast is er ook nog fatsoen.
Je kunt bij het uitdragen van je mening ook een beetje rekening houden
met hoe dit bij de ander zal overkomen".
Scheidslijn
Wat GroenLinks betreft is er maar één scheidslijn in de samenleving
gerechtvaardigd en ook noodzakelijk: die tussen de overgrote deel van
de bevolking enerzijds en individuen die geweld toepassen en prediken
anderzijds. Fractievoorzitter De Wolff (GL) zei: "Het komt er meer dan
ooit op aan die grens met zoveel mogelijk mensen en organisaties te
onderstrepen en degenen die zich aan de verkeerde kant van de lijn
bevinden te isoleren en, waar mogelijk, te vervolgen". De Wolff
herinnerde eraan dat volgens de Commissie-Blok van de Tweede Kamer de
integratie van minderheden in Nederland 'grotendeels is geslaagd'. Zij
relativeerde deze conclusie als volgt: "Maar in de maatschappelijke
situatie van dit moment lijken successen uit het verleden geen
garantie meer te bieden voor de toekomst. Er zal forser dan ooit
geïnvesteerd moeten worden in een vreedzaam en respectvol samenleven
van bevolkingsgroepen uit verschillende culturen en in eerbiediging
door iedereen van de fundamenten van onze democratische rechtsstaat".
Fractievoorziter Van den Broek van de VVD prees het kabinet dat het
keihard wil optreden tegen terroristen en terreurgroepen die door
middel van geweld, moord en doodslag hun normen en waarden aan onze
samenleving trachten op te dringen. Over de vrijheid van meningsuiting
zei de VVD-senator: "Die vrijheid is een groot goed, maar heeft haar
grenzen". Zij citeerde de 19e eeuwse dichter Jacques Perk: "De ware
vrijheid luistert naar de wetten". Volgens mevrouw Van den Broek maakt
de rechter uit waar en wanneer de wettelijke grenzen zijn
overschreden. "Maar ook rechters zijn kinderen van hun tijd, en de
tijd die achter ons ligt was lankmoedig in zijn uitleg van wat kon en
niet kon. Ik verneem graag of het kabinet het noodzakelijk acht
wettelijke criteria omtrent de vrijheid van meningsuiting aan te
passen".
Senator Kox (SP): "Op dit moment dient de waterscheiding niet te lopen
tussen allochtoon en autochtoon, tussen jong en oud, tussen arm en
rijk, tussen links en rechts, tussen progressief en conservatief,
tussen christen en moslim. De echte waterscheiding ligt op dit moment
tussen democraat en extremist". Over de vrijheid van meningsuiting zei
Kox: "Dat betekent ook verantwoordelijkheid voor wat je zegt. We
hebben niet voor niets vastgelegd dat mensen met wat ze zeggen anderen
niet mogen discrimineren of anderszins beledigen".
Schuyer (D66) constateerde: "Veel politieke aandacht gaat naar
beveiliging en dit raakt veel mensen. Nederland heeft misschien met de
illusie geleefd dat de storm aan ons land voorbij zou gaan, maar die
is na de geweldadige moorden wreed verstoord". De D66-senator was het
niet eens met de kritiek op het optreden van minister-president
Balkenende: "Te laat, te weinig dominant en met te weinig uitstraling
van gezag. Die kritiek wordt onzerzijds niet gedeeld".
Fractievoorzitter Schuurman van de ChristenUnie vroeg zich af of wel
voldoende wordt ingezien in Nederland dat het 'jihadisme'
internationaal is en blijkbaar ook nationale vertakkingen kent.
Schuurman meende dat de 'heilige oorlog' die extreme moslims voeren
duidelijk antisemitisch is. "Er zal alles aan gedaan moeten worden om
het Midden-Oostenconflict niet naar Europa te exporteren om daarmee
het antisemitisme te rechtvaardigen", zei Schuurman. Hij vroeg wat het
kabinet ook als voorzitter van de EU doet om dit voorkomen.
Namens de SGP zei senator Holdijk: "Het is zaak dat iedereen het hoofd
koel houdt, emoties beheerst en zich een zekere zelfcensuur oplegt in
zijn reacties".
Ten Hoeve (OSF), vertegenwoordiger van locale en regionale partijen in
de Eerste Kamer, zei: "Daadkracht is vereist want in dit land hebben
wij rechters en geen moordenaars om te bepalen waar de grens ligt van
de vrijheid van meningsuiting".
---
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal