OM niet ontvankelijk in zaak gasexplosie Haagse Herman Costerstraat
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 15 november 2004 het Openbaar
Ministerie niet ontvankelijk verklaard in de vervolging van twee
verdachten die terecht stonden op verdenking van betrokkenheid bij de
gasexplosie in de Haagse Herman Costerstraat op 28 juni 2003. Ter
zitting bleek dat ongeveer een jaar lang gesprekken die door de
verdachten met hun advocaten gevoerd waren onrechtmatig deel hebben
uitgemaakt van het procesdossier. Inmiddels zijn deze gesprekken uit
het dossier verwijderd.
De rechtbank acht het, anders dan de advocaten ter zitting hebben
aangevoerd, onvoldoende aannemelijk dat er sprake is geweest van een
doelbewuste en grove veronachtzaming van de belangen van de
verdachten. Toch komt de rechtbank tot het oordeel dat het Openbaar
Ministerie niet ontvankelijk is in zijn vervolging van de verdachte,
omdat zij niet meer in staat is te toetsen in hoeverre de genoemde
gesprekken richtinggevend zijn geweest voor het onderzoek.
LJ Nummer
AR5730
Gerechtelijke organisatie