Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA 's-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
11 november 2004 UB/AM/04/79521
142-04-SZW
Onderwerp Datum
uitspraak Centrale Raad van Beroep over 16 november 2004
methode WAO-keuringen
Met uw brief van 11 november jl. verzoekt u mij in te gaan op de recente uitspraken van de
Centrale Raad van Beroep (CRvB) over de methode waarmee het UWV arbeidsongeschikten
keurt. U vraagt mij aan te geven welke consequenties de uitspraken van de CRvB hebben voor de
herbeoordelingsoperatie. Tevens wenst u op de hoogte te worden gesteld van de wijze waarop
arbeidsongeschikten over een en ander geïnformeerd zullen worden.
Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.
Allereerst wil ik de indruk die is ontstaan naar aanleiding van een artikel in het dagblad Trouw, dat
de uitspraken van de CRvB gevolgen hebben voor de herbeoordelingsoperatie, wegnemen.
In de zes mij bekende uitspraken bevestigt de CRvB dat het CBBS als hulpmiddel voor de
beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid, door het UWV gebruikt kan worden.
In vier uitspraken is het UWV in het gelijk gesteld en in twee uitspraken is het bestreden besluit
vernietigd met instandhouding van de rechtsgevolgen. UWV bevestigt mij in deze zienswijze.
Naast het algemene oordeel van de CRvB dat het CBBS als hulpmiddel aanvaardbaar is,
constateert de CRvB dat het CBBS op onderdelen minder inzichtelijk is dan het FIS, dat voorheen
door het UWV werd gebruikt. Het gaat daarbij om drie technische punten.
De CRvB stelt dat UWV bij lopende procedures in de gelegenheid is om bestreden besluiten te
voorzien van een nadere onderbouwing om de hiervoor genoemde onvolkomenheden op te heffen.
Bij toekomstige besluiten vanaf 1 juli 2005 dienen de onvolkomenheden verholpen te zijn en krijgt
UWV in de beroepsfase geen gelegenheid meer om een nadere onderbouwing te geven. Concreet
2
betekent dit dat UWV uiterlijk vanaf 1 juli 2005 het CBBS dient te hebben aangepast of uiterlijk
vanaf 1 juli 2005 bij de primaire beslissing de door de CRvB gewenste zwaardere verslaglegging
en motivering levert.
UWV heeft mij direct gemeld dat gekeken zal worden welke aanpassingen aan het CBBS nodig
zijn om de technische gebreken te verhelpen. Het UWV zal deze aanpassingen zo snel mogelijk
realiseren.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid