VVD



Toespraak Jozias van Aartsen bij MKB-jaarcongres

MKB Jaarcongres
Kurhaus, Scheveningen
15 november 2004

Door Jozias van Aartsen

Buiten de dijken

Dames en heren,

Den Haag, zegt men wel eens, is een stad met haar rug naar de zee. Als je op het Binnenhof rondloopt, vergeet je snel dat het strand zo dichtbij is. Het licht, de lucht, de ruimte, ze zijn binnen handbereik, op vier, vijf kilometer, en toch laten we ons steeds onder die kaasstolp duwen. Dat is jammer. U allen, die uit het hele land een middagje in het Kurhaus congresseert, zou ik zeker willen aanraden straks nog even een strandwandeling te maken. Mij doet dat altijd enorm goed. Het scherpt de gedachten. Je ziet weer hoe smal de strook is tussen ons land en de zee. Je ziet het kwetsbare, steeds veranderende duinlandschap. Je ziet - bij wijze van spreken - hoe de stormen van de wereldeconomie op onze kust aanrollen.

Nederland is in verwarring. De mensen in de polder, achter de dijken en duinen, raken onzeker. Wij kunnen de grote wereld niet buiten houden. Dat besef breekt door. Dat geldt voor de economie. En dat geldt ook voor de politiek. Voor ik op de economie kom een enkel woord over de politiek. Ook daar slaat de globalisering toe.

I -DE WERELD SLAAT BINNEN: POLITIEK

De Nederlandse samenleving is twee weken geleden voor een nieuw probleem gesteld. De eerste moordaanslag van het internationale moslimterrorisme in ons land bracht een schok teweeg. De overheid zal zich moeten wapenen om de inwoners van Nederland - àlle inwoners van Nederland - te beveiligen tegen dit politieke geweld. Het zal een lange, zware inspanning vergen. Daarbij moeten de taken helder worden verdeeld. Het is de Staat - politie, opsporings- en veiligheidsdiensten - die de terreur moet bestrijden. Daar moeten ze u niet mee lastig vallen. Dat moet gewoon gebeuren, goed en keihard, nu meteen. Maar het is de Samenleving die het taaie gevecht tegen de radicalisering moet voeren. Dat is iets anders, en dat gaat ons allemaal aan. U ook.

Hoe kon een goed-geïntegreerde Amsterdamse jongeman als Mohammed B. - het HAVO-diploma op zak - ten prooi vallen aan een terreurnetwerk? Hoe kwam hij in handen van een Syrische radicaal? Wat ging er mis? Nederland zal daar nog lang over napraten en nadenken. Want Mohammed B. is niet de enige.

Er is een beroep dat ikzelf op de samenleving, en hier op u, zou willen doen. De VVD beweert al sinds Frits Bolkestein: de sleutel tot de integratie van minderheden ligt in werk. Werk, werk, werk! De socioloog en marktonderzoeker Frits Spangenberg herhaalde dat dit weekeinde met betrekking tot Mohammed B. Van Goghs moordenaar werd door Spangenberg omschreven als: "een drop-out die zich dankzij een uitkering de luxe van het radicalisme kon permitteren". Dat is heldere taal. Waarom werkt die jongen niet? Dat is het type vraag waar we over na moeten denken. De antwoorden variëren, van te hoge uitkeringen, tot discriminerende werkgevers, tot matig onderwijs. Ik zal er nu niet verder op in gaan. Waar het mij om gaat: dit is een vitale kwestie, die de samenleving als geheel raakt. Naar mijn diepste overtuiging is het - met alle respect voor het Sociaal Akkoord - dringender dan alles wat er verder tussen overheid en grote of kleine werkgevers te bespreken is. De politieke islam beukt van binnen en van buiten op onze kusten en wij moeten ons daar met vereende krachten tegen wapenen. Het dwingt ons dus ook te blijven nadenken over de inrichting van onze verzorgingsstaat.

II - DE WERELD BINNEN: ECONOMIE


1. Algemeen

Dit moest mij ter inleiding van het hart. U merkt dat ik inmiddels toch bij het thema van deze middag ben beland. De economische herinrichting van Nederland, met name de "Veranderende arbeidsverhoudingen". Ook hier gaat het om de wereld die bij ons binnenkomt, en hoe wij daarop reageren. Hoe weerbaarheid te tonen, als blijkt dat je kwetsbaarder bent dan je dacht.

Zoals bekend is de internationale concurrentiepositie van Nederland de afgelopen jaren verslechterd. Wij staan nu op de twaalfde plek van het ranglijstje van het World Economic Forum, terwijl we in 2000 nog derde waren. Het jaar 2003 bracht een economische krimp van 0,9 procent. Dat was dramatisch, in twintig jaar niet meer vertoond. Inmiddels gaat het een slagje beter, maar het houdt nog niet over. Ook hier zal de Nederlandse bevolking over de dijken moeten kijken.

We moeten keuzes maken: we kunnen niet èn korter werken, èn eerder met pensioen, èn de sociale zekerheid ongewijzigd in stand houden, èn verwachten dat de banen dan niet uit ons land gaan verdwijnen. U als Midden- en Kleinbedrijf hoef ik dat niet uit te leggen. U weet hoe moeilijk het is in dit land iets van de grond te trekken. Ik zal daar zo nog wat meer over zeggen en een viertal suggesties doen. Maar laat mij eerst iets zeggen over het vorige week bereikte Sociaal Akkoord.


2. Sociaal Akkoord

De VVD-fractie is tevreden dat er een sociaal akkoord tot stand is gekomen. Er zijn harde woorden gevallen, ook tussen de Heer de Waal en mij, maar we kunnen nu weer vooruit. Bovendien: de hervormingsagenda van het Kabinet is overeind blijven staan. Ik heb de afgelopen dagen een hoop FNV-bestuurders de loftrompet over hun bereikte resultaten horen steken. Ik heb Wouter Bos het akkoord "een overwinning voor de vakbond" horen noemen. Het mag echter ook wel eens gezegd dat juist het kabinet met de bereikte resultaten de noodzakelijke herziening van ons sociaal bestel in stand heeft weten te houden.

Als het grote winstpunt van het akkoord ziet de VVD-fractie dat de afschaffing van de fiscale faciliëring van VUT/ prepensioen en het individuele karakter van de levensloopregeling gewoon zijn blijven staan. Het was voor mijn fractie nauwelijks mogelijk geweest om in te stemmen met de handhaving van de oude collectieve regelingen. Mensen moeten namelijk altijd de vrijheid hebben om individueel te kiezen of zij aan dergelijke regelingen meedoen.

Ook is de VVD tevreden over de regeling die nu getroffen is met betrekking tot slijtende beroepen. Indien de mogelijkheden die het Kabinet biedt ten volle worden benut, is het voor werknemers met 40 deelnemingsjaren mogelijk om op 60-jarige leeftijd uit te treden tegen 70% van het eindloon. Zulke werklust moet worden beloond.

Wij hebben wel wat mineure kritiekpunten, maar het voornaamste is toch dat het hart van de hervormingsagenda van het kabinet overeind is blijven staan. Ik begrijp dat het MKB erg tevreden is met de nieuwe regeling voor de WAO-premies. Inderdaad is het een goede zaak dat werkgevers en werknemers nu samen die verantwoordelijkheid gaan dragen. Ook de nieuwe prikkel tegen ziekteverzuim die is ingebouwd, is zeer welkom. Wat ons betreft is dat niet de laatste prikkel, want wij weten hoezeer het ziekteverzuim een nagel aan de doodskist van het kleinbedrijf is.

Kortom: de VVD tevreden, het MKB tevreden. Als Lodewijk de Waal dit hele pakket richting zijn achterban als een overwinning voor de FNV wil presenteren, dan vind ik dat prima.


3. Verder vooruit

De vraag is nu: Is het genoeg? Kunnen wij hiermee de internationale concurrentie aan? De arbeidsrust zal even weerkeren. Maar wat ons betreft is het niet de bedoeling dat de polder weer in slaap sukkelt. Op alle fronten moeten we alert blijven.

Vier onderwerpen wil ik noemen, vier mogelijke winstpunten. Vier dingen waar u allen steeds weer tegenaan loopt. En als u de machine niet aan de praat krijgt, dan lijdt het hele land daaronder. Daarvan is de VVD zich ten volle bewust.

A) Ten eerste is dat het hele cluster van het ontslagrecht. Kleine ondernemers zijn huiverig om mensen in dienst te nemen. De VVD is daarom voor een versoepeling van het ontslagrecht. Mijn collega Frans Weekers zal hier binnenkort bij de begroting Sociale Zaken een precies voorstel voor indienen. Maar u moet denken aan de formule: "easy to hire, easy to fire". Men zegt altijd (terecht overigens): het MKB is de banenmotor van Nederland. Een versoepeld ontslagrecht betekent: wij gunnen u daar wel wat smeerolie in.

B) Tweede element: een vermindering van de administratieve lastendruk. Daar is het Kabinet hard mee bezig. De VVD vindt dat er nog wel een tandje bij kan. Een probleem is natuurlijk dat veel regels niet op rijksniveau worden gemaakt, maar uit Brussel komen of van de lokale overheid. Over Brussel zeggen wij: alles wat Nederland meer doet dan Brussel voorschrijft, moet eraf. Dat is duidelijk. Maar wat wij nog heel erg missen is het besef van de gemeenten dat hier een probleem is. Zij voelen de urgentie niet. En u als ondernemer bent dan overgeleverd aan de goede wil van toevallige ambtenaar. Vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken zou hier eens wat meer achteraan moeten worden gezeten. De VVD-Tweede-Kamerfractie blijft hierop letten. Het is allemaal zand in de banenmotor. Dat gaan we dus schoonpoetsen.

C) Derde element: de financierbaarheid van het MKB. Wij maken ons daar met u zorgen over. Het gaat om de doorgroeimogelijkheden op de kapitaalmarkt. Kleine bedrijven kunnen geld lenen bij de banken, grote bedrijven vinden hun weg naar het venture capital. Maar tussen 1 en 5 miljoen zit er een gat in kapitaalmarkt.Minister Brinkhorst heeft dat erkend in de Industriebrief. Mijn collega Aptroot heeft bij de begroting een motie ingediend dat er ten koste van twee onzinnige subsidies een garantiefonds voor doorgroeiend midden- en kleinbedrijf moet komen. Die motie is aangenomen. Dat gaat hopelijk kansen bieden voor creatieve en werklustige ondernemers die ons land zo hard nodig heeft.

D) Het vierde en laatste punt: innovatie. Daar wil ik iets meer over zeggen. U weet, voor innovatie hebben wij in Nederland een platform. Maar zoals een vooraanstaand econoom van CDA-huize zei: "Het doet heel goed werk maar het is wel muisstil." Maar misschien is het ontbreken van grote visies niet eens zo erg. Het gaat om doen. Dat betekent: ons potentieel aanboren. Alle voorwaarden zijn aanwezig. Hoewel we de Europese kopgroep uit het zicht dreigen te verliezen, kunnen we nu nog aansluiting vinden. Het probleem zit bij de kennisoverdracht naar het midden- en kleinbedrijf.

De grote zwakte van het Nederlandse innovatiesysteem is dat wij wel veel hoogwaardige kennis in huis hebben, maar er relatief weinig economische meerwaarde uit weten te creëren. Een goed en tegelijk dramatisch voorbeeld is de biotechnologie. Daar bezetten wij een toppositie als het gaat om onderzoek, maar hebben wij geen bedrijven die deze kennis ten gelde kunnen maken. Bedrijven in België en de VS verdienen nu goed geld met "onze" kennis. Wij zijn een dief van onze eigen portemonne.

Veel potentiële kennis is niet toegankelijk voor het MKB. Dat is zonde. De ervaring leert dat veel grote bedrijven hun eigen boontjes wel kunnen doppen. Maar waar het nodig is, bij het MKB, wordt bestaande kennis onvoldoende gebruikt. De VVD vindt dat we moeten leren van onze buurlanden, die budgetten en regelgeving aanpassen. In Nederland ontbreekt een dergelijke "sense of urgency". Iedereen moet ervan overtuigd raken dat innovatie belangrijk is.

Een goede stap wordt nu gezet met de kennisvouchers - een soort boekenbonnen voor bollebozen. Dit is een mooi systeem, dat tegemoetkomt aan het probleem van het MKB. Het is nu nog veel te vroeg, maar waarom passen we dit niet op een veel grotere schaal toe waneer deze proef een succes blijkt? En waarom financieren we die vouchers dan niet uit een deel uit geld dat naar de universiteiten gaat?

Bij innovatie hoort onderwijs. Ook hier is de aansluiting met het bedrijfsleven het grote probleem. De schooluitval op het VMBO met name is dramatisch. Ik weet dat er initiatieven zijn, dat er veel gebeurt, maar ik zou willen zeggen: zorg nu dat wat uw afvaardiging in het overlegorgaan met het onderwijsveld inbrengt (het COLO heet dat geloof ik), ook gedragen wordt door de organisatie. Stageplaatsen bijvoorbeeld, dat is zo belangrijk! Dat gaat om werk, om integratie, om de toekomst!

III - AFSLUITING

Dames en heren, dit waren enige gedachten en ideeën die ik vanmiddag met u wilde delen. Het gaat er in de politiek net als in het bedrijfsleven om om de situatie onder ogen te zien. Alleen dan kun je goede en heldere beslissingen nemen. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland de uitdagingen waar we voor staan, op alle fronten, gewoon aankan. Wij hebben de weerbaarheid en de veerkracht om de veiligheid en de welvaart in onze prachtige rivierdelta in stand te houden. Allemaal aan de slag!

---- --