Directie Voorlichting en Communicatie
Spreekpunten van minister H. Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport ter gelegenheid van de opening van de Week van de Rechten van het
Kind; maandag 15 november '04
Beste jongens en meisjes, dames en heren,
- jullie weten natuurlijk allemaal waarom we hier vandaag bij elkaar zijn.
We geven met zijn allen een start aan de Week van de Rechten van
het Kind! Al sinds 1959 (ik was toen zelf een kind van drie) kennen
we de "Verklaring van de rechten van het kind". 15 jaar geleden
hebben de Verenigde Naties er zelfs een verdrag van gemaakt en
intussen hebben al bijna 200 landen beloofd dat ze zich aan dat
verdrag zullen houden.
- In dat verdrag zijn een heleboel rechten opgenomen. Om er een paar
te noemen: kinderen hebben er recht op een eigen naam te dragen.
Kinderen hebben er recht op goed verzorgd te worden door hun
ouders. En kinderen hebben recht op goed onderwijs, goede medische
zorg en op gezond voedsel.
- UNICEF, dat is het Kinderfonds van de Verenigde Naties, komt op
voor de rechten van alle kinderen, wereldwijd. Dit jaar vragen ze
daarbij speciale aandacht voor inentingen. Dat is voor vele kinderen
van groot belang.
- In heel veel landen zijn kinderen vaak ziek en veel kinderen worden
zelfs zo ziek dat ze doodgaan. Als ze zouden worden ingeënt, zou dat
veel van die ziektes kunnen voorkomen.
- Maar daar is in de landen waar het het hardst nodig is, meestal geen
geld voor. Het is daarom goed dat UNICEF daar aandacht en geld voor
vraagt. Ik hoop dat daardoor meer kinderen in de wereld beschermd
kunnen worden tegen de vreselijke gevolgen van ziekten als mazelen
en polio.
- In Nederland maken we er gelukkig al heel lang, bijna 50 jaar, een
gewoonte van om alle kinderen in te enten. Voor die tijd waren er ook
in Nederland jaarlijks honderdduizenden zieken en honderden
sterfgevallen door ziekten als mazelen, kinkhoest, difterie en polio.
Toespraak
Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend
Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het
2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar
Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -
- Voor 1950 stierven er in Nederland bijvoorbeeld elke jaar tientallen,
soms honderden kinderen door mazelen. Terwijl de meeste ouders
denken dat mazelen een onschuldige kinderziekte is. Vraag daar thuis
maar eens naar. Jullie krijgen waarschijnlijk geen mazelen of polio. De
meeste van jullie zullen zijn ingeënt. Daar heb je dus geluk mee gehad.
In veel ontwikkelingslanden gaat dat niet zo.
- Tegenwoordig wordt meer dan 95% van alle kinderen in Nederland
ingeënt tegen wel 10 verschillende ziekten als mazelen, kinkhoest,
polio, bof, rode hond, en bepaalde vormen van hersenvliesontsteking.
Daardoor komen die infectieziekten bij ons nog maar zelden voor.
- En omdat ze bijna niet meer voorkomen, lijkt het wel of we vergeten
hoe erg die ziekten zijn. In Nederland zie je bijvoorbeeld maar zelden
iemand die polio heeft gehad en die daardoor gehandicapt is geraakt
en we zijn vergeten dat je van mazelen dood kan gaan.
- Dat is de reden dat er mensen zijn die zich afvragen of al dat inenten
wel zo goed is. Er komt meer aandacht voor het feit dat inenten ook
nadelen heeft.
- Want er zijn soms bijwerkingen. Maar die bijwerkingen zijn bijna nooit
ernstig. En als ze al ernstig zijn, gaan ze ook wel weer over: ze leiden
gelukkig nooit tot blijvende schade aan de gezondheid. Ze zijn in elk
geval een stuk minder schadelijk dan de ziekte waartegen ze
beschermen.
- Daarom is het ook des te vervelender dat er in het afgelopen jaar in de
kranten en op TV steeds maar weer berichten kwamen dat inenten
soms toch zo slecht is. Dat was gewoon niet waar. En ik ben daar ook
een beetje boos over.
- Want veel ouders werden er ongerust van en sommigen hebben het
inenten toen uitgesteld of er zelfs van afgezien. En dat is gevaarlijk.
Want een kind dat niet is ingeënt loopt een grotere kans om een van
die ziekte te krijgen waartegen het vaccin juist beschermt.
- Zo was er hier een paar jaar geleden nog een kleine mazelen-epidemie.
Het waren vooral niet ingeënte mensen die mazelen kregen. En drie Toespraak
kinderen zijn aan de ziekte dood gegaan. Heel erg naar, als je bedenkt
dat dat voorkomen had kunnen worden door ze op tijd in te enten.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -
Daarom is het dus erg belangrijk dat zoveel mogelijk mensen ingeënt
zijn en dat dat ook zo blijft.
- Om alle kinderen in Nederland te beschermen tegen ziekten als
kinkhoest en polio, bestaat er sinds 1957 een
Rijksvaccinatieprogramma. Vaccineren is een ander woord voor
inenten. Door dat Rijksvaccinatie- programma kunnen alle kinderen
zich laten inenten zonder dat ze ervoor hoeven te betalen.
- In Nederland word je ingeënt bij het consultatiebureau of bij de GGD.
De jeugdarts of jeugdverpleegkundige daar heeft vaccins van goede
kwaliteit. Het is bijvoorbeeld heel belangrijk dat die vaccins tijdens
opslag en transport goed gekoeld blijven.
- In Nederland is dat heel goed geregeld. Maar in veel
ontwikkelingslanden, waar het heel erg warm kan zijn, is dat nog niet
zo gemakkelijk te bereiken. Ik begreep dat UNICEF daar een mooi spel
voor heeft gemaakt, maar daar horen jullie nog van.
- Ik heb jullie in het kort het grote belang uitgelegd van het tijdig krijgen
van inentingen tegen tien ernstige kinderziektes en hoe we dat in
Nederland hebben geregeld in het Rijksvaccinatieprogramma. Ik vind
het heel goed dat UNICEF nu probeert die inentingen overal in te
voeren, natuurlijk vooral in landen waar ze er nog helemaal niets aan
doen.
- Heel veel ziekte en zelfs sterfte zijn daarmee op een relatief
gemakkelijke manier te voorkomen. Ik wens UNICEF dan ook heel veel
succes in hun streven om wereldwijd vaccinaties daadwerkelijk in te
voeren.
Dank jullie wel voor je aandacht.
Toespraak
---- --