College van Beroep voor het bedrijfsleven
Gezamenlijke huishouding. Afzien horen van minderjarige zoon als
getuige
Namens appellanten is verzocht hun zoon in hoger beroep als getuige te
horen.. De Raad heeft daarvan afgezien. Daarbij heeft de Raad in het
bijzonder en in onderling verband laten wegen de aard van het geschil,
de leeftijd van de zoon ten tijde van de periode waarover hij zou
dienen te verklaren (7-9 jaar) en diens leeftijd ten tijde van de
zitting (12 jaar) alsmede de daarmee samenhangende, sterk afhankelijke
positie van degenen over wie hij zou moeten verklaren. In het licht
van die omstandigheden en de reeds in het procesdossier aanwezige
gegevens kan het horen van de zoon van appellanten als getuige volgens
de Raad redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak.
LJ Nummer
AR4539