Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER)
Jurisprudentie hinderpaal verlengen concessie
ROVER eist miljoenen voor redding RET
Reizigersvereniging ROVER wil dat het Rotterdamse gemeentebestuur aan
de RET een financiële injectie geeft van tientallen miljoenen euro, om
het OV-aanbod in Rotterdam op een aanvaardbaar peil te krijgen. ROVER
vindt het niet acceptabel dat gebruikers van het Rotterdamse openbaar
vervoer nog langer te lijden hebben van de inefficiënte wijze waarop
de RET opereert. Onderzoek van Mc Kinsey bracht aan het licht dat de
RET per jaar 40 miljoen te duur is. Dit geld komt niet terecht bij de
gebruikers van tram, bus en metro. Deze situatie is ontstaan onder
verantwoordelijkheid van diverse achtereenvolgende Rotterdamse
gemeentebesturen. Daarom moet het huidige bestuur zijn
verantwoordelijkheid nemen. Naar het oordeel van ROVER betekent het
Altmark-arrest dat een te dure RET na 2006 het openbaar vervoer in
Rotterdam niet langer mag verzorgen.
Blijkens de quick-scan, die is uitgevoerd door Mc Kinsey, is de RET op
dit moment zo'n 40 miljoen euro per jaar te duur. Voor dat bedrag kun
je 50 bussen de hele dag laten rijden, het hele jaar door! Wanneer de
RET eerder marktconform was gaan werken, was het niet nodig geweest om
diverse tram- en buslijnen op te heffen of in te korten, en hadden er
nu niet vele kilometers tramspoor ongebruikt op straat gelegen.
De RET en de gemeente Rotterdam weten al sinds 2001 dat er per 2006
marktconform moet worden geopereerd. Desondanks heeft het bedrijf zich
de afgelopen jaren onvoldoende voorbereid op de nieuwe situatie. Het
is nog steeds niet marktconform. Zowel het bedrijf als het
gemeentebestuur zijn daarvoor verantwoordelijk. Het uitstel dat de
minister heeft verleend met betrekking tot de aanbestedingsplicht doet
niets af aan het Altmark-arrest: na het verstrijken van de huidige
concessie op 1 januari 2006 moet de RET om te kunnen voortbestaan
marktconform opereren.
De gemeente Rotterdam zou jaarlijks het verschil tussen de
marktconforme prijs en de kostprijs van de RET (nu zo'n 40 miljoen
euro per jaar) moeten bijpassen, totdat de RET voldoende efficiënt is
geworden om op eigen kracht marktconform te opereren. De gemeente zou
dit verschil onder een titel als bij voorbeeld "ingroeibijdrage
marktconformiteit" in het bedrijf kunnen stoppen. Hoewel het hier om
een flink bedrag gaat, is er alle aanleiding om te veronderstellen dat
deze kostenpost geringer is dan de schade die de gemeente Rotterdam
zou lijden ten gevolge van het noodgedwongen opheffen van de RET. Het
gevolg hiervan is, dat de RET vanaf 2006 wel een marktconforme
hoeveelheid openbaar vervoer levert, en dat de reiziger er dus niet
bij inschiet. Immers, het aantal dienstregelingsuren kan toenemen. De
juridische haalbaarheid van deze optie moet door de RET en de Gemeente
Rotterdam nader worden onderzocht. Wellicht is het nodig om de
verzelfstandiging van de RET in dit kader uit te stellen omdat de
gemeente wel extra geld in een eigen tak van dienst mag stoppen, maar
niet in een bedrijf waarvan zij "slechts" aandeelhouder is.
Het Altmark-arrest is in deze zaak van doorslaggevend belang. Kort
samengevat stelt dit arrest, naar aanleiding van een
aanbestedingsconflict in Duitsland, dat je niet te duur onderhands mag
gunnen, omdat dat feitelijk overheidssteun aan een onderneming is.
ROVER is van mening, dat het op grond van dit arrest dus ook niet is
toegestaan, gedurende een overgangsperiode akkoord te gaan met een te
hoge prijs. Het huidige contract (de huidige concessie dus) loopt af
op 31 december 2005. Ook het stilzwijgend verlengen van dit contract
voor de zelfde prijs, waarvan inmiddels vaststaat dat die te hoog is,
is strijdig met de inhoud van het Altmark-arrest. We moeten overigens
uitkijken met de spraakverwarring: marktconform betekent hier niet dat
de prijs daalt, die staat immers vast, maar dat op basis van de prijs
van een dienstregelingsuur de hoeveelheid trams, bussen en metro's
verandert.
ROVER roept alle betrokkenen daarom op, door het beschikbaar stellen
van extra middelen de toekomst van de RET veilig te stellen, en de
reiziger het openbaar vervoer te geven waar hij recht op heeft.
Amersfoort/Rotterdam, 15 november 2004
---