Vrijheid in gebondenheid, Jan Peter Balkenende, CDA-congres, 13-11-'04
Gesproken woord geldt. Embargo tot moment van uitspreken.
Dames en heren,
Het doet me goed hier weer in uw midden te zijn.
Toen ik in het ziekenhuis lag schreef een landelijk dagblad: "Balkenende mist zijn hoogtepunten".
Daarmee werden internationale bijeenkomsten bedoeld.
Gelukkig kon ik er toch bijzijn. Maar ik moest er wel over nadenken.
Wat zijn eigenlijk hoogtepunten?
Voor mij zijn dat de duizenden kaarten en brieven die ik in het ziekenhuis mocht ontvangen.
Niets in het leven is zo belangrijk als mensen die oog voor je hebben op de momenten dat het er toe doet.
Dat maakt het leven waardevol en onze samenleving leefbaar.
Dat is op de eerste plaats je eigen gezin en je familie.
Maar daarnaast had ik het voorrecht om van zoveel duizenden warmte, steun, liefde hartelijke woorden en gebed te mogen ontvangen.
Dat bepaalt je kijk op het leven, maar ook je kijk als politicus op de samenleving.
De aandacht en warmte die ik in het ziekenhuis kreeg stak en steekt schril af tegen de verdeeldheid in de samenleving buiten de ziekenhuismuren.
Toen vooral door stakingen en acties, en nu - nog vele malen erger - door de vreselijke beelden van branden, treurende mensen en massale acties van de politie, zoals woensdag in Den Haag.
Na een periode van betrekkelijke rust is Nederland weer in een draaikolk van gebeurtenissen terechtgekomen.
Het Plein..
Dat doet me denken aan de avond van de 2e november. Ongeveer half 6 's avonds.
Op last van de politie werden de medewerkers en aanwezigen op Algemene Zaken verzocht het ministerie te verlaten.
In verband met verwachte ongeregeldheden op het Plein.
Mijn gedachten gingen meteen terug naar de 6de mei in 2002.
Mijn kamer als fractievoorzitter grensde aan datzelfde Plein in Den Haag.
Toen: een opgewonden massa mensen. De dreiging van geweld. Brand in de parkeergarage. Onwerkelijk. Beangstigend.
Zou dat nu weer gebeuren?
Nu we opnieuw werden opgeschrikt door een vreselijke moord op iemand met duidelijke opvattingen.
Gelukkig bleef het deze keer rustig op het Plein.
In plaats daarvan was er een indrukwekkende en vreedzame demonstratie op de Dam in Amsterdam.
Geen gewelddadigheden. Geen wraakacties.
Maar wel: maatschappelijke discussie en debat.
Over hoe dit juist in Nederland kon gebeuren.
Over hoe een in Nederland geboren en getogen jonge man tot zoiets vreselijks kon komen.
Over het belang en de grenzen van het vrije woord.
Over het hard aanpakken van extremisme.
Nederland bleek weerbaar en strijdvaardig.
Samenbinden waar kan en hard aanpakken waar moet
Vorig weekend en de dagen daarna werden echter de woorden overstemd door het geweld.
Aanslagen op moskeeën, kerken en scholen.
Waar geweld wordt beantwoord met geweld zijn het uiteindelijk de onschuldigen die de prijs betalen.
Zo ver mogen we het niet laten komen.
Extremisme mag en zal onze samenleving niet ten gronde richten.
Nederland was een land van respect en tolerantie. Van vrijheid in verantwoordelijkheid. En dat moet het blijven.
Daarvoor zijn twee dingen nodig: De goedwillende meerderheid integraal onderdeel van onze samenleving laten zijn én de kwaadwillende minderheid keihard aanpakken.
We zijn al de weg ingeslagen van minder vrijblijvendheid. Bijvoorbeeld bij de integratie.
We hebben de keuze al gemaakt voor het zwaarder laten wegen van het belang van de samenleving in plaats van die van de privacy. Opsporingsinstanties en politie hebben terecht meer mogelijkheden en bevoegdheden gekregen.
Dat moet versterkt worden voortgezet. Dat hebben we deze week ook aangekondigd.
Het aanzetten tot haat is al strafbaar. Het ondermijnen van de rechtsorde ook.
Waar het aan schort is het hebben van de bewijzen.
En daar hebben we dus de goedwillende meerderheid van de islamitische wereld bij nodig.
Hoeveel bevoegdheden we de AIVD ook zullen geven, uiteindelijk kan een effectieve aanpak niet zonder gegevens vanuit de islamitische wereld zelf.
Waar de goeden niet onder de slechten willen lijden, betekent dat ook het schouder aan schouder strijden voor de leefbaarheid van onze samenleving.
In dat verband maak ik graag en compliment aan de vertegenwoordigers van de islamitische gemeenschap die vierkant afstand hebben genomen van geweld en extremisme.
Ik maak ook complimenten aan de mensen in Uden, Eindhoven en het Laakkwartier, die door hun houding en hun acties laten blijken te kiezen voor betrokkenheid in plaats van verdeeldheid.
Vrijheden, of dat nu die van meningsuiting of die van godsdienst betreft, kunnen niet anders dan bestaan binnen de grenzen van de verantwoordelijkheid.
Vrijheid in gebondenheid, hebben wij dat als christen-democraten vaak genoemd.
Ik heb het al vaak gezegd: Nederland staat of valt met het delen van basiswaarden in onze samenleving.
Als dat gebeurt, dan kunnen we met recht zeggen: "we horen bij elkaar".
Extremisme is geen integratieprobleem
Dat extremisme, waarvan Theo van Gogh het slachtoffer is geworden en dat zich manifesteert bij juist de tweede of derde generatie, maakt dit probleem echter vele malen groter dan dat van de integratie.
Het is geen kwestie van vasthouden aan de eigen cultuur, maar bij het gebrek aan een eigen cultuur, vluchten in de religie.
Het is niet zozeer de islam van de plaatselijke moskee, maar de islam van het internet en de ronselaars die deze jongeren trekt.
Het zijn hoger opgeleide jongeren die 'reborn' islamiet worden en de wetten van Allah boven die van de samenleving stellen.
..En inderdaad, ook in New York en Madrid waren het de hoger opgeleiden..
Jongeren die dus - ondanks hun opleiding en taalvaardigheid - niet geworteld zijn geraakt in de Nederlandse samenleving.
Een specifieke groep, met een specifiek probleem, met een catastrofale uitwerking.
De islam kan en mag dus niet over één kam worden geschoren.
De godsdienst zelf is niet het probleem, maar het misbruik ervan.
En juist ook in het belang van de vrijheid van godsdienst moeten we het misbruik ervan keihard aanpakken.
Waarden en normen
Het woord "respect" is veel gevallen de afgelopen dagen.
En uit ieder onderzoek blijkt ook dat we met z'n allen vinden dat daar meer inhoud aan moet worden gegeven.
"Maar hoe dan?", is de vervolgvraag.
Houd het simpel, laat ieder gewoon bij zichzelf beginnen.
De discussie over waarden en normen wordt in Den Haag wel eens nodeloos ingewikkeld gemaakt.
De eerste keer dat ik op die manier over waarden en normen sprak was in mijn aanvaardingsspeech als lijsttrekker in oktober 2001. Mijn stelling was toen: "fatsoen moet je doen".
'Te simpel' zeggen sommigen.
Maar als het dan zo simpel is: laten we het dan maar vooral in praktijk brengen.
In wat we zeggen.
In wat we doen.
Behandel anderen zoals jezelf behandeld zou willen worden.
Het is aan politici daarin ook het goede voorbeeld te geven.
Wie een zichtbare rol speelt in de samenleving moet zich bewust zijn van zijn eigen invloed.
We zijn inmiddels zover dat we op de voetbalvelden tal van uitspraken niet meer dulden.
Maar, we moeten daarnaast wel concluderen dat de sportpagina's alléén het beeld van de andere pagina's in de krant niet kunnen corrigeren.
Gelukkig zie ik wel dat ook anderen dat probleem nu volop durven te benoemen: zowel sommige journalisten, wetenschappers als mensen die op straat worden geïnterviewd.
Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Een onwrikbare peiler van onze samenleving. Maar het kan alleen blijven bestaan in een zekere gebondenheid.
Ieder mag zelf zijn of haar boodschap, zijn bewoordingen en vorm kiezen. Maar het is goed als we ons - als vrije mensen - ook rekenschap geven van de 'ontvanger' van onze woorden.
Dat individuele besef hoort óók bij een samenleving die het vrije woord hoog in het vaandel heeft.
De vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Maar laten we ons realiseren dat onze woorden ook wonden kunnen slaan.
Alles kan in Nederland gezegd worden, maar we moeten de juiste balans vinden tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Individueel en samen.
Respect. Waarden en normen. Het leeft in het land veel meer, dan we onszelf in Den Haag soms toestaan om te denken.
Laten we luisteren naar de zwijgende meerderheid - die het belang van waarden en normen feilloos door heeft- in plaats van naar de spraakmakende critici die in de media het hoogste woord hebben.
Laten we inderdaad luisteren naar de mensen in Uden, Eindhoven en het Laakkwartier.
De zwijgende meerderheid
Het is juist die zwijgende meerderheid die, tijdens mijn tijd in het ziekenhuis, heel helder op mijn netvlies is komen te staan.
Wanneer je noodgedwongen de tijd hebt om duizenden kaarten en brieven van gewone Nederlanders te lezen dan raak je doordrongen van het feit dat er in ons land veel meer leeft dan wij in Den Haag vaak denken of beseffen.
Dat het geen kwestie is van 'ons beleid nog een keer uitleggen'.
Laten we de mensen serieus nemen.
Dat betekent niet dat iedereen altijd gelukkig is met alle maatregelen, maar het besef dat er iets moet veranderen is er wel degelijk.
De meeste mensen begrijpen heel goed dat we oog moeten hebben voor de toekomst van onze kinderen, en dat je niet meer geld uit kunt geven dan je hebt.
Dat we het ons niet kunnen veroorloven dat zoveel mensen niet actief zijn in onze samenleving. Dat we strikter moeten zijn in onze regels.
Dat zijn namelijk levenswijsheden van de Nederlandse gezinnen zelf.
Daadkracht en draagvlak
Mensen willen wel degelijk de daadkracht van dit kabinet.
Maar mensen willen geen onrust en verdeeldheid.
Zij willen het juiste evenwicht tussen daadkracht en draagvlak.
Om het overtuigen van mensen er samen de schouders onder te zetten.
Om in je eigen tempo daar rekening mee te houden.
Om te kiezen voor de jonge generatie, zonder de gegroeide verwachtingen van de ouderen te niet te doen.
Dat is ook de enorme winst van het sociale akkoord. (Van der Knaap, De Geus)
Het draagvlak is herwonnen, zonder dat de daadkracht verloren is gegaan.
In het belang van de samenleving is iedereen verder gaan kijken het belang van zijn eigen standpunt.
Wie de winnaar is?
Diezelfde samenleving.
Nederland is geen land voor acties en conflicten.
Nu de economie voorzichtig aantrekt, kunnen we beter samen de kansen verzilveren dan blijven steken in de bedreigingen.
Nederland verdient inderdaad "beter".
Nederland verdient beter..
We kunnen het beter doen dan we nu doen.
In het opleiden van mensen. Zowel aan de universiteit als in het VMBO.
In het excelleren op bepaalde gebieden van wetenschap en techniek.
In het kunnen combineren van arbeid en zorg.
In het blijven benutten van de kennis en kunde van oudere werknemers.
We moeten meer medailles willen winnen.
Het doel is een beter en veiliger Nederland.
Met dat doel voor ogen hebben we als CDA in 2002 de verantwoordelijkheid genomen die op onze weg kwam.
Een weg vol tegenslagen en hindernissen.
Met tegenwerking. Uit verwachte, en soms ook onverwachte hoek.
We steken onze nek uit voor een beleid waarvan we niet weten of we daar meteen de vruchten van plukken.
Maar wel voor een beleid waar we - beginnend met het Strategisch Beraad - overtuigd vanuit onze uitgangspunten aan hebben gewerkt.
Niet koersend op de populariteitsprijs van de week, maar op het geluk van onze kinderen.
Het CDA-beleid is gericht op de toekomst.
Gericht op het belang van jongere generaties.
Turkije
Past in die toekomst van onze kinderen ook een Europa waar Turkije deel van uitmaakt?
Het is een vraag die velen bezig houdt.
Het Europa van de vorige eeuw was een antwoord op de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Een garantie voor duurzame vrede.
Inmiddels is er een andere bedreiging. Het terrorisme.
Met ook daar - net als in Nederland - de dreiging van een tweestrijd met de islamitische wereld.
Een groot land waar de islam functioneert onder democratisch gezag is dan van groot belang om vanuit Europa een brug te kunnen slaan.
Turkije kan die brugfunctie vervullen.
Juist ook vanwege die functie mogen en moeten we kritisch zijn over de mensenrechten, de godsdienstvrijheid en de rechtsstaat.
Echter, wel met de bedoeling dat beter en sneller te realiseren. Niet alleen in het belang van de mensen in Turkije maar van ons allemaal.
CDA
De discussie over Turkije was één van de discussies hier vandaag op het Congres.
Het CDA als partij die midden in de samenleving staat.
Die ook als regeringspartij de discussie niet uit de weg gaat.
Een partij die een voorbeeld moet en kan zijn waar het gaat om respect en betrokkenheid.
Volgend jaar bestaat het CDA 25 jaar.
In die tijd is er veel veranderd. In de partij en in ons land.
Zekerheden van vroeger komen niet meer terug.
Jongere generaties wijzen de weg en maken nieuwe keuzes.
Nieuwe wegen, maar wel vanuit vaste waarden.
Die zijn tijdloos en stormvast.
Volgend jaar, maar ook in de volgende 25 jaar.
---- --
CDA