Nieuws
---
Ambassadeurs van naastenliefde Zaterdag 13 November 2004 - 21:26
Speech van André Rouvoet bij de opening van het 12e Uniecongres en het
1e Ledencongres van de ChristenUnie op 13 november 2004 in Doorn nav
de actuele gebeurtenissen
Na de brute moord op Theo van Gogh en de spiraal van geweld die daarop
volgde, zijn er twee vragen die ons allemaal bezighouden: wat is er
aan de hand in Nederland? En: wat staat ons te doen?
Sinds 11 september en 11 maart weten we dat onze westerse wereld het
mikpunt is van een nietsontziende religieuze terreur, maar nu voelen
we het ook. Diep van binnen. Ik heb dat niet eerder zó sterk gevoeld
dan toen ik de brief las die gevonden werd op het lichaam van Theo van
Gogh in bloed gedoopt, druipend van haat, vol doodsbedreigingen en
verwensingen. Jihad in Nederland! Onvoorstelbaar.
We hebben niet eens de tijd gekregen om te bekomen van de schrik. Op
de moord volgde een schokgolf van brandstichting en geweld bij
moskeeën, kerken en scholen. Speciale eenheden arresteerden aan het
einde van een lange en bizarre dag in een gewone straat in Den Haag
twee moslimterroristen. We vatten het niet. Het maakt ons bang. We
voelen de dreiging. Dit gebeurt niet op de Balkan of in de Gazastrook,
in Afghanistan of in Irak, maar gewoon, hier in Nederland, in Den
Haag, in Uden.
Wat staat ons te doen? De minister-president heeft in een verklaring
in de Kamer de moord en het geweld scherp veroordeeld en maatregelen
aangekondigd. Maar hij heeft ook en vooral opgeroepen tot dialoog en
gezamenlijke inspanningen om de samenleving tot een veilige ruimte
voor ons allemaal te houden.
Daarmee heeft hij een appèl gedaan op een ieder. Het is van het
grootste belang dat dit appèl wordt overgenomen door politieke
leiders, geestelijke leiders, opinieleiders, onderwijsgevenden.
En er wordt gehoor aan gegeven. Twintig maatschappelijke organisaties
riepen donderdag in de kranten op tot verdraagzaamheid, samenwerking
en respect, in het bijzonder rond het onderwijs. In kerken zijn
christenen opgeroepen ook naar zichzelf en de houding jegens de
vreemdeling te kijken. Ik ben gebeld over initiatieven voor
gebedssamenkomsten met het oog op de nood van onze samenleving. En de
Evangelische Alliantie, ondersteund door tal van kerkgenootschappen en
christelijke organisaties, waaronder Evangelie & Moslims, Youth for
Christ en de Evangelische Omroep, richt vandaag in advertenties een
oproep tot zelfonderzoek, bezinning en gebed gericht aan alle
orthodoxe kerken en gemeenten.
Ik ben erg blij met deze initiatieven. Alléén samen kunnen we onze
samenleving leefbaar houden, weer leefbaar maken. De regering, de
politiek heeft een zware verantwoordelijkheid, maar kan het niet
alleen. De arm van de overheid en van de politiek is te kort. Er is
veel boosheid en frustratie en verontwaardiging. Dat zijn gevoelens
die we herkennen, die we delen: dit kán niet! En toch Wij allemaal
ieder op onze eigen plaats moeten bijdragen aan bezinning en kalmte,
rust en redelijkheid. Daar ligt ook een belangrijke taak voor
predikanten en voorgangers.
Weet u wat mij is opgevallen? Met verbijstering constateren de
buitenlandse kranten dat deze spiraal van geweld uitgerekend in
Nederland plaatsvindt. Het land dat sinds Willem van Oranje bekend
staat als toonbeeld van tolerantie en verdraagzaamheid, juist waar het
geloof en levensovertuiging betreft. Juist nu wordt van ons gevraagd
om tolerant en verdraagzaam te zijn, om ruimte te bieden aan het
geloof en de opvattingen van anderen hoe ver dat ook bij ons vandaan
staat.
Máár dat kan alleen als we tegelijk een on-ver-bid-de-lij-ke
intolerantie betonen tegenover extremisme en terrorisme, haat en
geweld vanuit welke motivatie ook. Daarbij moet glashelder zijn dat we
geen strijd voeren tegen een bevolkingsgroep of tegen een religie.
Onze strijd richt zich tegen lieden die hun geloof perverteren en die
de rechten die ons land hen geeft misbruiken, om zich met geweld te
keren tegen de fundamenten waarop dit land is gebouwd.
Mijn bijdrage aan het Kamerdebat over de moord en de bestrijding van
het moslim-terrorisme heb ik afgesloten met de opmerking dat het
bieden van ruimte aan elkaar een principiële notie is van de
christelijke politiek die wij voorstaan: de liefde van Christus dringt
ons om te streven naar een vreedzaam samenleven met onze naasten. Ik
was de laatste spreker. En zo had de liefde van Christus ook in dit
beladen debat het laatste woord.
En hier zeg ik: broeders en zusters, onze samenleving heeft
ambassadeurs van Christus nodig, ambassadeurs van naastenliefde.
De ontwikkelingen van de afgelopen weken hebben gevoelens die latent
aanwezig waren manifest gemaakt. Velen hebben een link gelegd tussen
godsdienst en geweld: geloof en politiek, dat komt alleen maar ellende
van. Extremisme en orthodoxie worden op één hoop gegooid.
Wat staat ons te doen? Opkomen voor onze belangen en een christelijke
lobbyclub opstarten, zoals de afgewezen kandidaat-eurocommissaris
Buttiglione doet? Is dat onze missie in de samenleving? Ik denk het
niet. Het is onze missie om Christus te belijden frank en vrij en onze
samenleving te dienen. Dat vereist moed en vrijmoedigheid. Maar ook
bundeling van krachten en eensgezindheid.
Daarom wil ik voorstellen dat wij als ChristenUnie het initiatief
nemen voor de oprichting van een Platform van belijdende christenen in
de samenleving. Om samen met kerken en maatschappelijke organisaties
in gesprek te zijn met elkaar en met de overheid en de samenleving.
Met elkaar om in de spiegel te kijken en onszelf de vraag te stellen:
doen we het wel goed? Beantwoorden we aan onze gezamenlijke roeping om
ieder op onze eigen plaats en met onze eigen verantwoordelijkheden
zout der aarde en licht der wereld te zijn? Hoe kunnen we de
samenleving dienen zoals Christus ons gediend heeft?
Met de overheid en de samenleving om op te komen voor de vrijheid van
godsdienst en de vrijheid van meningsuiting, én voor een zorgvuldig en
gepast gebruik van beide. Om te voorkomen dat geloof en godsdienst uit
het openbare leven verdwijnen. Want als de ontwikkelingen van de
afgelopen weken één ding bewijzen is het wel dit: Nederland snakt naar
het Evangelie. In het persoonlijke leven van mensen en in het
volksleven. Als wij dat niet uitdragen en voorleven, wie dat doet dat
dan wel? Onze samenleving heeft ambassadeurs van Christus nodig,
ambassadeurs van naastenliefde. Laten we ons voornemen zon ambassadeur
te zijn: als buurman, als kerk, als hulpverlener, als politieke
partij. En laten we dat samen doen. Geve God dat de ChristenUnie ook
in dit opzicht van betekenis moge zijn.
---