Ingezonden persbericht
12 november 2004
Keramiek van Ming tot Memphis in het Groninger Museum
East meets West
Vanaf 13 november 2004 is in het Groninger Museum de tentoonstelling Keramiek van Ming tot Memphis, East meets West te zien. In deze tentoonstelling worden eeuwenoude kaststellen, koffie- en theeserviezen en ander tafelgoed uit het Verre Oosten geconfronteerd met postmoderne, eind twintigste-eeuwse keramische objecten van onder anderen vormgevers als Andrea Branzi, Alessandro Mendini en Ettore Sottsass jr. van de Italiaanse ontwerpstudio Memphis.
De tentoonstelling toont een selectie uit de rijke verzameling Oosterse keramische (gebruiks)voorwerpen van het Groninger Museum die vooral zijn gemaakt tijdens de Ming- (1368-1644) en de Qingdynastie (1644-1912), een periode die meer dan vijfhonderd jaar omvat. De objecten uit deze periode variëren van alledaagse thee- en koffieserviezen tot kostbaar uitgevoerde kaststellen en reusachtige vazen. Van de Italiaanse ontwerpstudio Memphis (1981-1985) worden objecten getoond van onder anderen Andrea Branzi, Alessandro Mendini en Ettore Sottsass jr. Prachtige vazen, theepotten, kop en schotels, serviezen, tafels en kasten uit de collectie Memphis worden tentoongesteld. Hoewel het hier op het eerste gezicht om twee totaal verschillende werelden lijkt te gaan, toont deze tentoonstelling aan hoe verrassend dicht zij in feite bij elkaar liggen. Ook het oude China kende de vermeende extremiteiten in vormgeving en decoratie zoals wij die alleen aan de Memphis ontwerpen dachten te kunnen toedichten.
In de tentoonstelling wisselen typisch Oosterse vormen elkaar af met modellen die aan Europese voorbeelden zijn ontleend, terwijl er evenzeer sprake is van een wisselwerking van Oosterse en Europese versieringsmotieven. Hiertegenover staan twintigste-eeuwse ontwerpen van de ontwerpbeweging Memphis. De ontwerpgroep Memphis werd in 1981 opgericht door Ettore Sottsass jr. die een aantal jonge ontwerpers om zich heen wist te verzamelen die zonder uitzondering op zoek waren naar een andere en nieuwe betekenis van vormgeving. Deze ontwerpers stelden de verschijningsvorm centraal in plaats van de functie als gebruiksvoorwerp. Op deze wijze ontmoeten de keramische voorwerpen van het Verre Oosten en het Westen elkaar. Deze tentoonstelling is dan ook het ultieme bewijs dat iedere, nieuwe culturele uiting schatplichtig is aan het rijke erfgoed van het verleden. Door een onorthodoxe presentatie van traditionele Oosterse en postmoderne keramiek ontstaan verrassende combinaties die de bezoeker niet alleen zullen uitdagen en prikkelen, maar ook doen verbazen.
De tentoonstellingsperiode is van 13 november 2004 t/m juni 2006. Deze tentoonstelling is te zien in het Starckpaviljoen.
Gastconservator: Titus M. Eliëns, hoofd collecties van het Gemeentemuseum Den Haag en hoogleraar Industriële vormgeving Rijksuniversiteit Leiden.
Ingezonden persbericht