verschenen op: 12-11-2004
Gezamenlijk persbericht van HBO-raad, ISO, LSVB en VSNU
Hoger onderwijs ziet niets in experimenten met het open bestel
HBO-raad, ISO, LSVb en de Vereniging van Universiteiten (VSNU) zien
geen heil in het vandaag genomen besluit van het kabinet om te gaan
experimenteren met het open bestel. Zij delen de opvatting van het
kabinet dat het goed is om (verder) te werken aan meer kwaliteit,
differentiatie en maatwerk in het hoger onderwijs. Zij beschouwen een
open bestel echter als een doorgeschoten vorm van marktwerking, die
zal leiden tot een versnippering van het opleidingsaanbod en een
minder toegankelijk stelsel. Bovendien stellen zij vast dat geen enkel
EU-land een open bestel heeft en dat een debat hierover in het
buitenland niet wordt gevoerd. De bevordering van meer kwaliteit is
dan ook meer gediend bij voortbouwen op de resultaten die nu al zijn
bereikt.
Het kabinet stelt vast dat aan het hoger onderwijs steeds hogere eisen
worden gesteld. Daarbij gaat het om meer kwaliteit, differentiatie en
maatwerk, maar ook om een grotere doelmatigheid en een betere
aansluiting tussen het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt. Om aan deze
eisen te voldoen, wil het kabinet onderzoeken of het open bestel
hiervoor het aangewezen middel is. In een open bestel kan iedere
aanbieder, uit Nederland of een ander land, een opleiding aanbieden en
daarvoor overheidsbekostiging ontvangen, mits deze opleiding van
voldoende kwaliteit is.
Studenten, hogescholen en universiteiten zien geen heil in deze
experimenten en wel om de volgende redenen:
* Als private en bekostigde aanbieders op één markt opereren zullen
private aanbieders vooral opleidingen aanbieden met een lage kostprijs
die goed âin de marktâ liggen, zoals rechten of economie. Daarmee gaat
een deel van de overheidsmiddelen naar private aanbieders en worden
deze over veel meer aanbieders versnipperd. Dure opleidingen, zoals
techniek en bèta-studies hebben veelal een hogere kostprijs en liggen
slechter in de markt. Het gevolg zal dan ook zijn dat deze opleidingen
tegen een hogere prijs aangeboden moeten worden. Hierdoor wordt de
toegankelijkheid beperkt en zullen er nog minder studenten kiezen voor
deze opleidingen.
* De concurrentie tussen private en (voorheen) bekostigde aanbieders
zal er toe leiden dat veel opleidingen aan de onderkant van de
kwaliteitseisen gaan zitten, om de kostprijs zo laag mogelijk te
houden en de concurrentieslag te kunnen overleven.
* Indien Nederland besluit tot de invoering van een open bestel loopt
ze daarmee internationaal, en zeker in Europees verband, uit de pas.
In de EU heeft vrijwel geen enkel land een open bestel, evenmin wordt
daarover gedebatteerd. Sterker nog, in Europees verband is juist
afgesproken dat onderwijs een publieke verantwoordelijkheid is. De
invoering van een open bestel in Nederland als enige EU-land heeft tot
gevolg dat buitenlandse aanbieders in Nederland overheidsbekostiging
kunnen ontvangen, terwijl dit voor Nederlandse aanbieders in andere
landen niet mogelijk is. Om die reden kan een besluit tot het openen
van het bestel alleen maar plaatsvinden nadat hier internationaal
overeenstemming over is bereikt.
* Binnen het hoger onderwijs wordt thans hard gewerkt aan een
verhoging van de kwaliteit en een stelsel waarin de studievragen van
studenten veel meer centraal staan. Het versterken van deze
ontwikkelingen zal zeker ook leiden tot meer kwaliteit, doelmatigheid,
maatwerk en differentiatie. Daarvoor is het openbreken van het bestel
niet nodig.
Terug terug
HBO-Raad