---
Brieven aan de Kamer
---
Verkoop P-3C Orion vliegtuigen
12-11-2004 16:08:00
Zoals toegezegd in mijn brief van 23 september 2004 (Kamerstuk 29 800, nr. 8) en overeenkomstig het verzoek vervat in uw brief van 6 oktober 2004, (uw kenmerk 88-def-2004), informeer ik u hierbij over de voortgang van de verkoop van P-3C Orion vliegtuigen. De vragen van de vaste commissie voor Defensie van 5 september 2004, (uw kenmerk 83-def-2004) vormen daarbij de leidraad. Over de nadere invulling van de alternatieve luchtverkenningscapaciteit ontvangt u een separate brief.
In totaal zijn dertien Orions voor verkoop beschikbaar. Tien daarvan maken deel uit van het "Capability Upkeep Program" (CUP). De andere drie toestellen zijn in het kader van de Defensienota 2000 buiten dienst gesteld en in Portugal gestald. Voor de CUP-toestellen toonden zowel Duitsland als Portugal belangstelling: Duitsland voor alle tien, Portugal voor zes. Als meest aantrekkelijke van deze twee opties is vervolgens met Duitsland op 31 oktober 2003 een "Letter of Intent" voor de verkoop van tien vliegtuigen getekend.
Daarna hebben de ministers van Defensie van Duitsland en Portugal afgesproken dat Duitsland met acht (CUP) vliegtuigen genoegen zou nemen indien Portugal de overige vijf vliegtuigen zou verwerven. Inmiddels is zowel met Duitsland als met Portugal overeenstemming bereikt over de verkoop van de Orions. Duitsland verwerft zeven toestellen in de CUP-configuratie en één toestel in een beperkte CUP-configuratie. Verder neemt Duitsland de vliegsimulator, de gronduitrusting en een deel van de reservedelen over. Portugal zal de overige twee Orions in de beperkte CUP-configuratie overnemen, alsmede de drie ongecupte toestellen. Voor deze toestellen zal Portugal zelf een CUP-programma uitvoeren.
Deze week heeft het Duitse parlement goedkeuring verleend aan de verwerving van de Orions. Het contract met Duitsland kan dan ook op korte termijn worden gesloten. Met Portugal moeten nog contractbesprekingen worden gevoerd, de verwachting is echter dat een contract met Portugal voor het einde van het jaar kan worden getekend.
In de prijsonderhandelingen met Duitsland en Portugal is van meet af aan het uitgangspunt geweest dat er een reële prijs voor de toestellen en voor het overig materieel diende te worden betaald en dat CUP-gerelateerde kosten daarin volledig dienden te worden doorberekend. Voor het bepalen van de restwaarde van de toestellen exclusief CUP - is in aanmerking genomen dat de toestellen de helft van de technische levensduur hebben bereikt. Daarbij is alleen rekening gehouden met het airframe en niet met de apparatuur die bij het uitvoeren van het CUP-programma wordt vervangen. Die apparatuur is niet bij de verkoop inbegrepen, geldt als vrijwel afgeschreven en vertegenwoordigt slechts een geringe waarde.
Met Duitsland is voor het pakket te leveren goederen een prijs afgesproken van 271 miljoen. Het aandeel van de kosten voor het CUP-programma daarin bedraagt 165 miljoen. Voor opleidingen zal, op basis van de integrale kostprijs, een contract worden gesloten ter waarde van 24 miljoen. Afgesproken is voorts dat Duitsland het restant van de reservedelen, met een verkoopwaarde van 29 miljoen, via de exploitatiebudgetten zal verwerven.
De met Portugal afgesproken prijs bedraagt 81 miljoen. Het aandeel van de kosten voor het CUP-programma daarin bedraagt 36 miljoen. Naar verwachting zal 6 miljoen nodig zijn om de drie ongecupte vliegtuigen, die al geruime tijd in opslag staan, weer vlieggereed te maken. Mogelijk kan een deel van dit bedrag worden terugverdiend door de verkoop van materieel dat is vrijgekomen bij de uitvoering van het CUP-programma. Daarover bestaat echter nog geen uitsluitsel.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Nieuws Nieuwsberichten