AIV briefadvies "De Ontwerp-Declaratie inzake de Rechten van Inheemse
Volken. Van Impasse naar doorbraak?", bijlage 1
Kamerbrief inzake reactie AIV briefadvies "De Ontwerp-Declaratie
inzake de Rechten van Inheemse Volken. Van Impasse naar doorbraak?",
bijlage 1
De Voorzitter van de Adviesraad
Internationale Vraagstukken
De heer Mr. F. Korthals Altes
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Den Haag, november 2004
Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking voor het AIV-advies getiteld: De
Ontwerp-Declaratie inzake de Rechten van Inheemse Volken. Van impasse
naar doorbraak? Ik deel uw voornaamste conclusie dat een doorbraak in
de onderhandelingen over de Declaratie inzake de Rechten van Inheemse
Volken van groot belang zou zijn. De Nederlandse regering is de
laatste tien jaar actief betrokken geweest bij de onderhandelingen
over de ontwerp-declaratie en sinds 1 juli zet Nederland zich als
EU-voorzitter in om de onderhandelingen tot een bevredigend resultaat
te brengen.
In mijn reactie op uw advies ga ik kort in op de Nederlandse
inspanningen in de onderhandelingen en op het internationale
krachtenveld dat bij de onderhandelingen over de ontwerp-declaratie
een rol speelt.
Nederlandse inspanningen
In internationaal verband heeft de VN-Mensenrechtencommissie in 1995
de Werkgroep inzake de Ontwerp-Declaratie over de Rechten van Inheemse
Volken ingesteld, ter voorbereiding van een declaratie over de rechten
van inheemse volken, aan te nemen door de Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties voor het eind van het Internationaal Decennium inzake
de Rechten van Inheemse Volken in december 2004.
Sinds 1 juli 2004 houdt Nederland zich als EU-voorzitter actief bezig
met de onderhandelingen in de werkgroep. Nederland heeft, vanuit de
positie van betrokken derde, voorstellen gelanceerd langs de lijnen
die u schetst in het advies. Helaas heb ik moeten constateren dat er
binnen de Europese Unie geen overeenstemming bestaat over de gewenste
inhoud van de ontwerp-declaratie. Wat betreft een aantal fundamentele
punten in de ontwerp-declaratie met name het al of niet toekennen van
collectieve mensenrechtenrechten aan inheemse volken, het
zelfbeschikkingsrecht en het recht op zelf-identificatie is, ondanks
verschillende pogingen en concrete voorstellen hiertoe, binnen de EU
geen overeenstemming bereikt.
De werkgroep is onlangs van 13 tot en met 24 september in Genève bij
elkaar gekomen. De sfeer tijdens de afgelopen vergadering was over het
algemeen constructief te noemen, maar de bijeenkomst heeft vanwege de
genoemde verschillen van mening niet tot concrete resultaten geleid.
Voor het einde van het mandaat komt de werkgroep eind november nog
eenmaal voor een week bijeen.
De situatie van de ongeveer 300 miljoen inheemse volken in de wereld
baart de Nederlandse regering zorgen. Daarom is het Nederlandse
beleid, behalve een actieve inzet in de werkgroep, ook gericht op
concrete verbetering van de leefomstandigheden van inheemse volken. De
Nederlandse regering geeft al jarenlang financiële steun aan inheemse
volken, onder meer door flinke bijdragen aan het VN Vrijwillig Fonds
voor de Inheemse Volken en aan het Nederlands Centrum voor Inheemse
Volken, een Nederlandse non-gouvernementele organisatie die opkomt
voor de belangen van inheemse volken. Deze steun draagt bij aan het
verhogen van de kwaliteit van en het verbeteren van de toegang tot
nationale rechtsmiddelen voor inheemse volken en het versterken van
het beheer van hun leefgebieden en natuurlijk hulpbronnen.
De Nederlandse regering geeft veel aandacht aan de inheemse volken in
relatie met biodiversiteit en bossen. Vernietiging van biodiversiteit
en bossen heeft een grote invloed op het welzijn van de inheemse
volken en zal vaak grotere armoede tot gevolg hebben. Het Verdrag
inzake Biologische Diversiteit geeft speciaal aandacht aan de inheemse
volken en Nederland ondersteunt de participatie van de inheemse volken
aan de diverse bijeenkomsten. Eveneens geeft Nederland aandacht aan
het behoud en de eigendomsrechten van de inheemse en traditionele
kennis.
De Europese Unie heeft in een tweetal Raadsresoluties in 1998 en 2002
benadrukt dat de EU veel belang hecht aan emancipatie en aan de
sociale, economische en culturele ontwikkeling van inheemse volken. De
Europese Commissie steunt projecten die hieraan een bijdrage leveren.
Het Europees Initiatief voor Democratie en Mensenrechten van de
Europese Commissie zal nog dit jaar een oproep doen aan NGOs om
projectvoorstellen in te dienen gericht op steun aan inheemse volken
voor deelname aan overleg binnen de VN en binnen internationale en
regionale organisaties.
Internationaal krachtenveld
In de discussie over de ontwerp-declaratie staat het al of niet
toekennen van collectieve rechten aan inheemse volken centraal. Voor
een aantal staten, waaronder Nederland en de meerderheid van
EU-lidstaten, staan individuele rechten voorop en wordt
terughoudendheid betracht met betrekking tot het toekennen van
collectieve rechten aan inheemse volken. Het enige collectieve recht
waar inheemse volken daadwerkelijk aanspraak op kunnen maken is het
recht op zelfbeschikking, zoals neergelegd in artikel 1 van zowel het
Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten als het
Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele
Rechten.
Een aantal EU-lidstaten, met name de Noordse landen, staat op het
standpunt dat inheemse volken wel degelijk aanspraak zouden moeten
kunnen maken op collectieve rechten. Zij hebben dan ook een
alternatieve tekst voor de ontwerp-declaratie ingediend, waarin deze
rechten worden vastgelegd.
Nederland heeft de afgelopen jaren als bruggenbouwer gefungeerd en
talloze pogingen ondernomen om tegenstellingen te overbruggen. Zo
heeft Nederland een chapeau-tekst voorgesteld, die wellicht kan leiden
tot een meer flexibele opstelling van een aantal landen op andere
punten in de ontwerp-declaratie. De EU heeft in de werkgroep een
belangrijke rol in het streven naar een gemeenschappelijke uitkomst.
Nederland streeft als voorzitter van de EU naar praktische oplossingen
voor de openstaande geschilpunten.
Deze actieve inzet van Nederland heeft in de laatste bijeenkomst niet
geleid tot resultaat. Uit de onderhandelingen blijkt dat er grote en
vermoedelijk onoverbrugbare tegenstellingen bestaan over de
ontwerp-declaratie. Er is in tien jaar nauwelijks voortgang geboekt in
de onderhandelingen. Tijdens de bijeenkomst in november zal de
Nederlandse regering als EU-voorzitter een laatste poging doen om de
onderhandelingen tot een goed einde te brengen, onder meer door een
EU-verklaring voor deze bijeenkomst op te stellen. Het aanstaande
einde van het Internationaal Decennium inzake de Rechten van Inheemse
Volken is daarbij wellicht een drukmiddel.
De vraag dringt zich op of het überhaupt mogelijk is om
overeenstemming te bereiken over de ontwerp-declaratie. Nederland
heeft alles in het werk gesteld wat redelijkerwijs verwacht mag
worden. Ik zie dan ook weinig heil in verlenging van het mandaat van
de werkgroep, tenzij er in november concrete aanwijzingen zijn dat de
tegenstellingen kunnen worden overbrugd en dat de onderhandelingen op
korte termijn tot een resultaat zullen leiden.
Een kopie van deze brief zend ik aan de voorzitters van de Eerste en
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Buitenlandse Zaken