Ingezonden persbericht


Leiden, 12 november 2004

Aanpak schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten verbeterd

De inspanningen om de problemen rond schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten terug te dringen werpen hun vruchten af. Maar gemeenten, scholen en instellingen moeten blijven investeren in registratie, melding en samenwerking om deze problemen tijdig en adequaat aan te pakken. Dit schrijft het Regionaal Bureau Leerplicht Zuid-Holland Noord (RBL ZHN) in het zojuist verschenen jaarverslag over het schooljaar 2003/2004.

Schoolverzuim

Het RBL ZHN is in de regio Zuid-Holland Noord (de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek) verantwoordelijk voor de handhaving van de Leerplichtwet in veertien van de zestien gemeenten. Het RBL ZHN registreerde in het schooljaar 2003/2004 in totaal 1.144 leerlingen die langdurig of permanent van school verzuimden. Dit aantal is dat aanzienlijk hoger dan het jaar daarvoor (van 727 naar 1.144). Het RBL ZHN schrijft de stijging grotendeels toe aan een betere registratie en melding door scholen.

Het aantal meldingen van langdurig spijbelen nam met de helft toe (van 392 naar 578). Het gaat met name om 15- en 16-jarigen uit het (speciaal) voortgezet onderwijs die kampen met problemen in de persoonlijke of gezinssfeer. Deze stijging is vooral te verklaren door een betere melding door scholen. Dankzij gerichte hulp (zorg of onderwijsbegeleiding) konden de meeste spijbelaars op hun oude school een nieuwe start maken. In het schooljaar 2003/2004 werd voor spijbelen 77 keer proces-verbaal opgemaakt, in vrijwel alle gevallen gevolgd door een strafrechtelijke sanctie.

Voortijdig schoolverlaten

Naast het handhaven van de Leerplichtwet coördineert het RBL ZHN in het gehele gebied Zuid-Holland Noord de registratie en de aanpak van voortijdig schoolverlaten. De aandacht richt zich op het begeleiden van jongeren tot 23 jaar die niet meer leerplichtig zijn en zonder startkwalificatie de school verlaten. Een startkwalificatie is een havo-diploma, een vwo-diploma of een mbo-diploma, niveau 2.

Het aantal voortijdige schoolverlaters is eveneens gestegen. De stijging in het schooljaar 2003/2004 is in overeenstemming met de landelijke trend. Overigens ligt het werkelijke aantal vermoedelijk drie keer zo hoog, omdat het moeilijk is iedereen te registreren. Bijzondere aandacht krijgen de jongeren zonder vmbo-diploma. Van de 1.333 voortijdige schoolverlaters noteerde het RBL ZHN 166 niet-leerplichtige jongeren zonder vmbo-diploma.

Het RBL ZHN concludeert op grond van zijn ervaringen dat extra en persoonlijke aandacht voor voortijdige schoolverlaters in de praktijk een enorme stimulans betekent. Het helpt hen alsnog de opleiding af te maken, een nieuwe opleiding te beginnen of een leerwerkbaan te vinden.

Vooral de groep 16- en 17-jarige schoolverlaters verdient extra aandacht, meent het RBL ZHN. Het verzuim onder deze categorie is hoog. Veel 16- en 17-jarigen gaan aan het werk zonder goed zicht te hebben op hun kansen op de arbeidsmarkt. Een probleem is dat jongeren op deze leeftijd moeilijk te benaderen zijn, omdat ze de school hebben verlaten. De verantwoordelijke instellingen moeten daarom extra creatief zijn om deze groep van uitvallers en uitstromers in beeld te krijgen en te begeleiden bij het zoeken naar een opleiding en/of het vinden van een geschikte baan.

Het RBL ZHN werkt onder meer aan het verbeteren van registratie van 16- en 17-jarige werkzoekenden die leerplichtig zijn. Ook is onlangs het VSV-Jongerenloket in de Leidse regio van start gegaan. Ondermeer het Centrum voor Werk en Inkomen te Leiden, het Regionaal Opleidingen Centrum Leiden, het ID College en het RBL ZHN werken hierin nauw samen met de gemeenten in de regio Leiden. Begin 2005 gaat eenzelfde project van start in de Duin- en Bollenstreek.

Noot voor de redactie,

Ingezonden persbericht