Gerechtelijke organisatie

Vrijspraak voor van moord verdachte arts

Breda, 10 november 2004 - Een arts heeft in mei 2003 aan een man die na een omvangrijk herseninfarct stervende was een hoeveelheid van ongeveer 20 milligram morfine toegediend en enige tijd later een hoeveelheid van ongeveer 5 milligram dormicum. Hij deed dit omdat de man te kampen had met ernstige ademhalingsproblemen en daardoor ernstig te lijden had. Ten aanzien van de patiënt was het voeren van een abstinerend (abstineren is het afzien van verdere behandeling) en palliatief (pijnbestrijdend) beleid afgesproken. Korte tijd na toediening van de 5 milligram dormicum is de patiënt overleden.

De officier van justitie heeft de arts vervolgd wegens onder meer moord. De rechtbank heeft de arts vrijgesproken, omdat niet bewezen is dat zijn opzet bij het toedienen van genoemde medicijnen gericht was op het veroorzaken van de dood van de patiënt. De toegediende medicijnen passen qua aard, hoeveelheid en combinatie bij het voeren van een palliatief beleid.

LJ Nummer

AR5394