Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282
Taalkunde helpt neurolinguïstiek bij begrijpen afasie
Persbericht Universiteit Leiden
10 november 2004
Zinsbouw van Broca patiënten ontleed
Dat patiënten met Broca afasie moeite hebben met passieve zinnen is
bekend. Dat komt, zo werd gedacht, doordat in dergelijke zinnen
de bouwstenen in een andere volgorde staan dan in gewone actieve
zinnen; ze zijn verplaatst ten opzichte van de basisstructuur.
Taalkundige Ineke van der Meulen ontdekte echter dat het probleem
niet die verplaatsing zelf is. Broca patiënten blijken vooral te
worstelen met verplaatsing van bouwstenen die uit meer dan een woord
bestaan. Verplaatsing van een enkel woord blijkt veel minder problemen
op te leveren. Waarschijnlijk is bij Broca patiënten niet zozeer hun
gevoel voor syntactische structuur aangetast, maar hun processing
capacity: het vermogen om complexe constructies te verwerken. Van der
Meulen presenteert onder meer nieuwe onderzoeksresultaten over het
begrip van vraagzinnen, een verplaatsingsconstructie die tot nu toe
nog weinig is onderzocht bij Broca patiënten. Ze promoveert 11
november op dit onderzoek aan de Universiteit Leiden.
Broca afasie is een vorm van afasie die Paul Broca in 1861 als eerste
beschreef en in het brein aanwees. Het wordt veroorzaakt door een
beschadiging links vooraan in de hersenen. Al een aantal decennia is
bekend dat Broca patiënten naast moeite met spreken ook moeite hebben
met het begrijpen van taal. Ze kunnen vooral niet goed overweg met
syntactische verplaatsing, waarbij een woord op een andere dan zijn
oorspronkelijke positie in de zin staat. In het normale taalgebruik
komt dit verschijnsel ontelbare malen per dag voor, bijvoorbeeld in
vraagzinnen of passieve zinnen. Typisch voor Broca patiënten is dat ze
actieve zinnen wel begrijpen en passieve zinnen vaak niet. Tot nu toe
ging men er vanuit dat dit te maken heeft met de taalkundige structuur
van passieve zinnen en dan vooral met het feit dat hier onderdelen van
de zin verplaatst zijn ten opzichte van de basisstructuur.
Toch blijken Broca patiënten niet met alle soorten verplaatsing
evenveel moeite te hebben, zo ontdekte Van der Meulen. Op basis van
haar onderzoek naar Franstalige patiënten stelt ze dat de gangbare
omschrijving van de relatie tussen syntactische verplaatsing en
begripsproblemen bij Broca patiënten te grof is. Er zijn
verplaatsingen die voor Broca patiënten geen begripsproblemen
opleveren. Verplaatsing van een stukje zin dat uit meerdere woorden
bestaat, zoals de grote jongen, blijkt moeilijker dan verplaatsing van
een enkel woord. Het probleem zit hem volgens Van der Meulen dan ook
niet zozeer in de syntactische structuur zelf die is immers dezelfde,
of het nu om een jongen of om een grote jongen gaat. Waarschijnlijk is
bij Broca patiënten veeleer hun processing capacity aangetast: hun
vermogen om complexe constructies te verwerken.
Van der Meulen bestudeerde vooral de manier waarop Broca patiënten
zinnen met een vraagwoord erin begrijpen. Omdat in het Frans het
vraagwoord heel goed op verschillende plaatsen in de zin kan staan
deed ze haar onderzoek onder francofone patiënten. Van der Meulen
heeft bovendien zelf Frans gestudeerd. De afgelopen vier jaar heb ik
letterlijk niet stilgezeten, vertelt ze. Ik heb veel gereisd, naar
Canada, Brussel en Frankrijk. Voor patiënten kan het confronterend
zijn om aan zon onderzoek mee te werken. Maar ze vonden het grappig
als ik af en toe niet op een Frans woord kon komen. Dat herkenden ze
en dat haalde een beetje de druk van de ketel. Het onderzoek bestond
uit een aanwijstest en een naspreektest. Eerst stelde de onderzoekster
vragen en moesten de patiënten plaatjes aanwijzen. De naspreektest die
volgde was voor de afasiepatiënten veel pittiger, en sommigen hebben
hem niet afgemaakt.
Theoretisch taalkundigen ontwerpen en toetsen theorieën over taal door
te kijken naar de structuur van de taaluitingen zelf. Neurolinguïsten
kijken wat er aan de hand is in de hersenen. Het onderzoek van Van der
Meulen laat zien dat een combinatie van theoretisch taalkundig en
neurolinguïstisch onderzoek interessant is voor onderzoekers in beide
disciplines. De theoretische taalkunde levert een gedetailleerd
taalmodel dat nieuw en nauwkeuriger inzicht biedt in de taalproblemen
van Broca-patiënten. Omgekeerd leiden de data van Broca-patiënten tot
nieuwe onderzoeksvragen voor de theoretische taalkunde. Het doen van
multidisciplinair onderzoek is voor Van der Meulen een bewuste keuze
geweest, vertelt zij: Ik wilde dat mijn onderzoek voor meer mensen van
nut was dan voor een beperkt aantal vakgenoten, dat het
maatschappelijke relevantie had. Ik zou graag verder willen in
toegepast onderzoek dat vertaald kan worden in therapie.
Ineke van der Meulen, Syntactic Movement and Comprehension Deficits in
Broca's Aphasia. Promotoren: prof. dr. Y.R.M. Bastiaanse (RUG) en
prof. dr. J.E.C.V. Rooryck. Promotie donderdag 11 november 16.15 uur.
Samenvatting uit het proefschrift
Een complete tekst staat op: Lot Dissertation Series nr. 95
-----
Meer informatie: afdeling wetenschapsvoorlichting Universiteit Leiden:
071-527 32 82 // 33 45 of wetenschap@ics.leidenuniv.nl