Gemeente Alkmaar


Van snoei komt bloei

10 november 2004

'Van snoei komt bloei' is een oud gezegde dat nog niets aan waarheid heeft ingeboet. De winterperiode van november t/m half maart is bij uitstek de meest geschikte periode om te snoeien en om houtopstanden te dunnen. In deze periode is er geen blad aan de bomen, staat de groei van de planten stil en ook het dierenleven staat op een laag pitje. De gemeente snoeit de komende maanden dan ook het gemeentelijke groen van Alkmaar, en dunt deze uit.

Waarom snoeien en dunnen?

· Om een goed beeld en goede beschutting te behouden en om voldoende groeiruimte voor
de blijvende beplanting te creëren.

· Om de functie van het groen te creëren of in stand te houden. Het groen kan een bepaalde
functie hebben: afschermend, (verkeers) begeleidend, recreatief of ecologisch.

· Om een gevoel van sociale onveiligheid te voorkomen. Dit gebeurt door het laag houden of
deels verwijderen van beplanting op plaatsen waar dit gevoel sterk aanwezig is.

· Om te zorgen voor de verkeersveiligheid, met name door een beter uitzicht te verschaffen over
kruispunten.

· Om klachten te voorkomen of weg te nemen. Het gaat dan om klachten die met een gerichte
snoei te verhelpen zijn. Natuurlijke eigenschappen van bomen en struiken, zoals
schaduwwerking, (vallende) bladeren en/of vruchten, vogels of insecten in bomen en
dergelijke vormen overigens geen aanleiding om drastisch te snoeien of uit te dunnen.
Hoe wordt er gesnoeid?
Bij het snoeien verwijdert de gemeente delen van een plant. Bomen in de stad worden dusdanig gesnoeid dat de boom kan uitgroeien tot een gezonde boom. Oude beplanting wordt door snoei verjongd en de bloei wordt bevorderd. Het dunnen is een vorm van snoeien waarbij de totale boom of heester wordt verwijderd. Om een plantsoen snel dichtgegroeid te krijgen, worden bomen dicht bij elkaar geplant. De bomen hebben echter meer ruimte nodig om verder te groeien, daarom worden ze later weer uitgedund.

Natuurvriendelijk groenbeheer
Het groenbeleidsplan vormt het kader waarbinnen het groenbeheer wordt uitgevoerd. Voor de meeste parken zijn inmiddels beheerplannen gemaakt, waarin
ook de functies en eindbeelden van de beplantingen zijn vastgesteld. Voor de
overige plantsoenen en grotere groenstroken gelden algemene beheer richtlijnen.
Bij de uitvoering van de snoei- en dunningswerkzaam-heden wordt hiermee rekening
gehouden.

`Natuur in de stad' vormt een belangrijk onderdeel van het groenbeleid. In Alkmaar is een netwerk aangewezen - de zogenaamde Gemeentelijke Ecologische Hoofdstructuur - van parken (kerngebieden) en groen/ of waterrijke zones (verbindingszones). Hierdoor kunnen gebieden met natuur een netwerk vormen en ontstaan er ook uitwisselingsmogelijkheden voor planten en dieren met natuurgebieden buiten de stad.

Bij het beheer van deze ecologische hoofdstructuur is natuurvriendelijk beheer belangrijk, ook van de beplantingen. Schuil- en broedplaatsen voor vogels en kleinere dieren krijgen een plek in dit groen. Soms worden daarbij, van het vrijkomende snoeihout, langgerekte houtrillen van gestapelde takken gemaakt. Zo'n houtril kan een eigen milieu vormen en een schuil- en broedplaats bieden voor allerlei vogels en kleinere zoogdieren. Buiten deze hoofdstructuur, zoals bij de sierbeplantingen, speelgazons en het groen in de woonwijken, spelen andere belangen een rol en wordt cultuurlijk groenbeheer toegepast. Dit is gericht op de gebruiksfunctie en de sierwaarde. Hier kan op een kleinschalige manier aan natuur worden gedacht, zoals de aanwezigheid van vlinderstruiken die aantrekkelijk zijn voor vlinders, of nestelende vogels in struiken of bomen.

Meer informatie
Voor vragen over het groen in uw wijk kunt u terecht bij de wijkbeheerder groen van uw wijk.

- Wijken 1 en 3 Sytze van Wagtendonk (072) 548 87 96
- Wijken 2 en 8 Cuneke Mertens (072) 548 87 85
- Wijken 5 en 6 Frits Oudshoorn (072) 548 87 90
- Wijken 4 en 7 Allard Pliester (072) 548 89 10 Aangezien zij veel buiten zijn, kunt u ze niet altijd eenvoudig bereiken. Aan het centraal meldnummer van de gemeente, telefoon (072) 548 94 44, kunt u ook uw vragen doorgeven.

10 november 2004