De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DL. 2004/3308
datum: 10-11-2004
onderwerp: Voortgang Pakketbrief op het gebied van vermindering
administratieve lasten en regelgeving TRC 2004/7616
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Zoals aan u is toegezegd in mijn pakketbrief van 8 april jl.
(Kamerstuk 29515, nr. 2) wil ik u de voortgang melden met betrekking
tot administratieve lastenverlichting en de vermindering van de
regelgeving.
Minder beleid en minder regels
In de pakketbrief is een groot aantal voorstellen opgenomen voor
minder beleid en minder regels, onder meer in het kader van de 'Grote
vereenvoudiging' van regelgeving. Hiervan heb ik er reeds een aantal
gerealiseerd. Bij uw Kamer is het wetsvoorstel houdende intrekking van
de Wet op de openluchtrecreatie ingediend en de regelgeving waarbij
het systeem van mestafzetovereenkomsten vervalt, is bij uw Kamer
voorgehangen. Nieuwe regels op het gebied van diervoeders zijn tot
stand gebracht en in werking getreden, wat tot een grotere
transparantie en intrekking van de verspreid neergelegde regels heeft
geleid. Op veterinair vlak zijn diverse preventieve maatregelen
versoepeld. Vele voorstellen zijn nog in voorbereiding. Zo streef ik
onder andere samen met mijn ambtgenoot van VWS een transparantere
regelgeving op het gebied van vlees na. In het kader van de nota
'Bruikbare rechtsorde' is een project gestart dat de mogelijkheden
daartoe onderzoekt.
Ik heb aangekondigd het bestand aan LNV-regelingen van circa 1000
stuks te willen verminderen met nog eens 300 stuks tot circa 700. Het
laaghangend fruit was reeds in januari van dit jaar geplukt. Tot 1
november jl. zijn nog eens een zestigtal regelingen ingetrokken, deels
samenhangend met bovengenoemde beleidsterreinen. Hiermee kent LNV nog
954 regelingen. De overige intrekkingen zullen in de periode tot in
2007 plaatsvinden.
Administratieve lastenvermindering
Van de voorgenomen administratieve lastenvermindering van 25 % voor
bedrijven in de periode 2003-2007 heb ik eind oktober jl. ruim 15 %
gerealiseerd. Dit betekent dat ik de lasten structureel met bijna EUR
70 mln. heb gereduceerd.
Deze vermindering heb ik kunnen realiseren door vooruitlopend op de
invoering van het nieuwe mestbeleid in 2006 nu reeds een aantal
regelingen in te trekken of aan te passen zoals de uitvoering van het
amendement Van den Brink bij wijzigingen meststoffenwet, het jaarlijks
in plaats van per kwartaal vragen van overzichten van voerleveranties
en de vrijstelling minas-aangifteplicht voor extensieve bedrijven. In
2006 verwacht ik de 25 % grens te passeren behoudens tegenslagen voor
onvoorziene nieuwe administratieve lasten.
Subsidies
Ik heb een onderzoek laten doen naar de administratieve lasten die
gepaard gaan met het aanvragen van LNV-subsidies, inclusief de
subsidieregelingen die de PBO's in medebewind uitvoeren. Deze lasten
met als peiljaar 2003 raam ik op ongeveer EUR 40-45 mln. op jaarbasis.
De gemiddelde procentuele administratieve lastendruk (lasten ten
opzichte van de ontvangen subsidie) ligt rond de 2,5 %. Momenteel
worden in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en
natuurbeheer belangrijke subsidieregelingen herzien. Ik span mij in om
hierbij de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden. De
resultaten hiervan zal ik aan de gemengde commissie, die voor LNV de
vorderingen in de administratieve lastenverlichting beziet,
voorleggen.
Modulair subsidiesysteem
Ik werk aan een simpel en eenduidig modulair subsidiesysteem.
Modulair, in die zin dat de onderdelen van dit subsidiestelsel zouden
moeten corresponderen met de verschillende mogelijkheden die de
toepasselijke Europeesrechtelijke kaders voor steunverlening aan de
landbouw en plattelandsontwikkeling bieden. De totstandbrenging van
dit subsidiestelsel is dan ook nauw verbonden met de totstandkoming
van een nieuwe Kaderverordening plattelandsontwikkeling. Aangezien
deze verordening medio 2005 naar verwachting zal worden vastgesteld,
ga ik ervan uit het modulair subsidiekader in de tweede helft van 2005
af te kunnen ronden.
Ketenomkering
Ketenomkering is één van de mogelijkheden om structureel
administratieve lasten voor het bedrijfsleven op een lager niveau te
houden. Met ketenomkering is in de kern bedoeld het omkeren van
informatiestromen; de overheid die haar informatiestromen aansluit op
die van het bedrijfsleven c.q. het subject van haar regels in plaats
van andersom. Hieraan zitten twee kanten:
1. De overheid houdt zijn informatiebehoefte tegen het licht en
reorganiseert zijn informatiestromen. Ik ben binnen LNV een proces
gestart van herinrichting van informatiestromen,
efficiencyverhoging en vereenvoudiging van regels en
subsidiestromen, dat mede wordt ingegeven door de wens tot
lastenverlichting voor bedrijven.
2. Het bedrijfsleven moet transparant zijn in informatiestromen en
deze waar nodig beschikbaar willen stellen aan de overheid. Ik ben
me daarbij bewust van de gevoeligheden die een rol kunnen spelen.
Voor het welslagen van de gewenste omkering van de informatieketen is
essentieel dat zowel het bedrijfsleven als ook de overheid haar rol
stevig oppakt. Enthousiasme voor het in te zetten traject is echter
bij beide groot. Ik heb daarom het College van voorzitters van
productschappen, dat zich op het kruispunt van bedrijfs- en
overheidsinformatie bevindt, gevraagd de externe sturing op zich te
nemen voor het onderwerp ketenomkering. LNV ondersteunt dit college
daarbij actief door een secretaris beschikbaar te stellen, die ook
zorg draagt voor de interdepartementale betrokkenheid.
Het college bereidt momenteel een plan van aanpak voor, dat eind dit
jaar gereed is. Karakteristieken van de aanpak zijn een pragmatische,
praktische en resultaatgerichte inslag.
Voor een goede kans van slagen bij omkering van informatiestromen is
het noodzakelijk aan te sluiten bij werkprocessen die momenteel al
binnen overheid en bedrijfsleven plaatsvinden.
Ik kies daarom met het College van voorzitters voor het uitvoeren van
enkele kansrijke pilots waarin we de omkering van informatiestromen
concreet onder de loep nemen en aansluiten bij de praktijkwensen van
het bedrijfsleven. Ik nodig daarom het bedrijfsleven uit haar
belangstelling voor ketenomkering te vertalen in concrete
initiatieven. Ik verwacht binnen twee jaar concrete resultaten in de
vorm van breed toepasbare leereffecten en een vermindering van
administratieve lasten, in ieder geval binnen de pilots. Ik realiseer
me daar echter wel bij dat het bereiken van de gewenste
cultuurverandering, een andere manier van werken in het algemeen, nog
veel voeten in aarde zal hebben en een proces van jaren vergt.
In het totaal van informatievragen dat op een keten afkomt, zal
vanzelfsprekend het domein van LNV overschreden worden: denk
bijvoorbeeld aan informatievragen op het gebied van arbo of
milieuvergunningen. Dit geeft tevens een eerste invulling aan het
interdepartementale karakter dat ik in de pakketbrief heb toegezegd.
Daarnaast zal LNV zich inspannen de geleerde lessen
interdepartementaal te vertalen.
Toezicht op controle
Er ligt de komende jaren een belangrijke opgave om te zorgen dat meer
ruimte voor initiatief voor de burger en het bedrijfsleven ontstaat.
Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het in het Hoofdlijnenakkoord
opgenomen streven van het kabinet de rol en taakopvatting van de
overheid waar nodig en waar mogelijk te heroverwegen en te
moderniseren. De oplossing van maatschappelijke vraagstukken moet
immers niet altijd in de eerste plaats bij de overheid worden gezocht,
waar mogelijk kunnen burgers, bedrijven en maatschappelijke partijen
het initiatief nemen.
Ook op het terrein van het overheidstoezicht zijn er kansen voor
burgers en bedrijven om initiatieven te ontplooien. Ik wil binnen mijn
verantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van de gestelde
wettelijke normen hierin mogelijkheden scheppen. Toezicht op
dergelijke initiatieven kan dan de directe overheidscontrole
vervangen, derhalve een overheidstoezicht op vanuit het veld
geïnitieerde controles. Deze benadering kan ook mogelijkheden scheppen
de administratieve lasten te verlagen.
De eerste stap in dit traject begint met het scheppen van
duidelijkheid over de mogelijkheden en het wegnemen van de bestaande
vraagpunten over reikwijdte en vormgeving.
Om de noodzakelijke helderheid te verschaffen heb ik een 'Beleidskader
Toezicht op controle' in voorbereiding. Na vaststelling zal ik het
beleidskader aan u toezenden. Thans voer ik gesprekken met
verschillende sectoren omtrent het concept van het beleidskader of heb
ik hen de gelegenheid geboden commentaar hierop te leveren. Ik hoop u
het beleidskader rond de jaarwisseling te kunnen toezenden.
Waar signalen zijn dat het bedrijfsleven minder overheidsdruk wil door
zelf in toezichtsystemen te voorzien, zal LNV de ontwikkeling daarvan
faciliteren. Ik verwacht de ontwikkeling van deze
toezichtarrangementen samen met het bedrijfsleven in 2005 verder vorm
te kunnen geven. Hierbij zal ook ruimte aanwezig zijn voor maatwerk.
Administratieve lasten en EU-voorzitterschap
De administratieve lasten die LNV genereert kent voor een groot deel
haar basis in EU regelgeving. Tijdens de Informele Raad heb ik ervaren
dat administratieve lasten voor ondernemers ook in de andere lidstaten
groeiende aandacht krijgt. Ik deel de conclusie van de informele
bijeenkomsten van respectievelijk de directeuren Visserij en
Betaalorganen van oktober jl. dat de administratieve lasten van
EU-voorstellen ex ante in beeld moeten worden gebracht teneinde deze
samen met de implementatiekosten van de voorstellen goed mee te nemen
in de besluitvorming. Ik zal hier blijvend politieke aandacht voor
vragen en ook van mijn kant de Commissie vragen deze aanpak te
instrumenteren. De betaalorganenconferentie concludeert voorts dat het
risico aanwezig is dat de administratieve lasten van het GLB voor de
ondernemer zullen toenemen. We zullen ons gezamenlijk moeten inspannen
deze zo laag mogelijk te houden door de uitvoeringsconsequenties zo
goed mogelijk te betrekken in onze afwegingen en in ogenschouw te
nemen hoe de omliggende lidstaten de administratieve bepalingen van de
Brusselse regelgeving implementeren.
Administratieve lasten en ICT
Voor de ondernemer wil ik het aan de overheid leveren van informatie
zo gemakkelijk mogelijk maken. De elektronische uitwisseling van
gegevens is daarbij onontbeerlijk. Het afgelopen jaar zijn diverse
pilots uitgevoerd waarbij ondernemers hun eigen dossiers elektronisch
kunnen inzien en langs elektronische weg vanuit hun managementsysteem
kunnen updaten. Binnenkort verwacht ik dat we dergelijke initiatieven
kunnen opschalen.
Bij de uitvoering van het mestbeleid en het GLB zal zoveel mogelijk
gebruik worden gemaakt van ICT en internet. Daarnaast zal LNV met
ingang van 1 januari 2005 de verschillende producentennummers omzetten
tot één producentennummer waardoor het gebruik van ICT beter mogelijk
is. ICT zal ongetwijfeld een onderwerp van gesprek zijn met de vier
praktijkpanels van agrarische ondernemers waarmee LNV de uitvoering
van wet- en regelgeving bespreekt.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit