Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie West- en Midden-Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 10 november 2004

Behandeld


- Charlotte van Baak


Kenmerk


- DWM/870/04

Telefoon


- 070-3486610


Blad


- 1/3

Fax


- 070-3486233


Bijlage(n)


- -


- charlotte-van.baak@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid Van Baalen over het in Turkije strafbaar stellen van kritiek op de Turkse bezetting van Noord-Cyprus en van het erkennen van de genocide op de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog


-

Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van Baalenover - het in Turkije strafbaar stellen van kritiek op de Turkse bezetting van Noord-Cyprus en van het erkennen van de genocide op de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze vragen werden ingezonden op - 22 oktober 2004met kenmerk - 2040502250.


- De minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Baalen (VVD) over over het in Turkije strafbaar stellen van kritiek op de Turkse bezetting van Noord-Cyprus en van het erkennen van de genocide op de Armeniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat kritiek op de Turkse bezetting van Noord-Cyprus en erkenning van de Armeense genocide tijdens de Eerste Wereldoorlog, als zijnde het schenden van de fundamentele belangen van de Turkse staat, in artikel 305 en de daarbij behorende Memorie van Toelichting van het nieuwe Turkse Wetboek van Strafrecht strafbaar is gesteld?

Vraag 2

Vindt u het aanvaardbaar en in overeenstemming met het Europese acquis communautaire, waaronder het Handvest van Grondrechten van de EU, en met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens van de Raad van Europa dat Turkije de in vraag 1 aangegeven kritiek strafbaar stelt?

Vraag 3

Welke acties bent u van plan te ondernemen om Turkije te bewegen artikel 305 te schrappen dan wel aan te passen en de Memorie van Toelichting te wijzigen?

Antwoord

Artikel 305 is getiteld 'misdrijven tegen fundamentele nationale belangen'. Bij het artikel hoort de 'reasoning', die vergelijkbaar is met een Memorie van Toelichting en wordt opgesteld door het Parlement bij aanname van de wet. In de 'reasoning' bij artikel 305 werden het aannemen van vergoedingen voor propaganda voor terugtrekking van Turkse troepen van Cyprus, en voor het claimen dat Armeniërs na de Eerste Wereldoorlog zijn blootgesteld aan genocide, als illustratie van een dergelijk misdrijf genoemd.

De tekst van de 'reasoning' was niet in lijn met het Handvest van de Grondrechten van de EU en het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens van de Raad van Europa. Dit geldt niet voor het artikel zelf.

De 'reasoning' is inmiddels aangepast. Dit is gebeurd na druk van verschillende kanten, waaronder Turkse politici, juristen en commentatoren. Ook is er vanuit de EU veelvuldig aangedrongen op aanpassing van de tekst. Ik ben van mening dat hiermee de kwestie is afgedaan.

Vraag 4

Bent u bereid deze vragen vóór het plenaire debat over de Staat van de Europese Unie op 10 november aanstaande te beantwoorden?

Antwoord

Ja.

===