RAAD VOOR CULTUUR

Kunstraden: meer subsidie voor Muziekgebouw aan 't IJ

De Amsterdamse Kunstraad en de Raad voor Cultuur adviseren om aan Het Muziekgebouw aan 't IJ in Amsterdam de in het Amsterdams Kunstenplan en de Cultuurnota gereserveerde subsidies toe te kennen. Met de extra subsidies voor de meerkosten voor het nieuwe gebouw en voor de programmering moet Het Muziekgebouw aan 't IJ in staat worden geacht zich de plek te verwerven die bij de bouw van de nieuwe accommodatie voor de muziek van de 20e en 21 eeuw is beoogd. Aan de toekenning van de ruim 2,75 miljoen euro wordt de voorwaarde verbonden dat een extern deskundige wordt belast met de ontwikkeling van een definitieve artistieke visie en de daaruit voortvloeiende programmering. Daarnaast moet hij de organisatiestructuur, de relatie tussen de beheerder van het gebouw en de gebruikers en bespelers, opnieuw bekijken. Dat staat in een gezamenlijk advies van beide raden aan de Amsterdamse wethouder van Cultuur, Hannah Belliot, en de staatssecretaris van Cultuur, Medy van der Laan.

De herziene plannen die Het Muziekgebouw aan 't IJ (voorheen De IJsbreker) op verzoek van de gemeente Amsterdam en de rijksoverheid heeft opgesteld, getuigen volgens de beide raden weliswaar van artistieke idealen - zij prijzen de initiatiefnemer Jan Wolff voor zijn niet aflatende inspanning - maar zij achten bevlogenheid alleen niet voldoende om het beleid van een zo kostbare en toonaangevende instelling als Het Muziekgebouw te kunnen dragen. Zo is de positie van de ensembles ten aanzien van hun rol in en het gebruik van het gebouw onduidelijk, terwijl Het Muziekgebouw nadrukkelijk ook een huis voor de ensembles wil zijn.

Volgens de beide raden is het nieuwe beleidsplan in ernstige mate onvolkomen en derhalve teleurstellend. Aan de plannen ontbreekt een samenhangende artistieke visie. De voorgenomen organisatiestructuur, in het bijzonder de positie van de Beheerstichting die het gebouw aan de gebruikers doorverhuurt, alsook de horeca-exploitatie verdienen heroverweging. Gezien de vele onduidelijkheden in de plannen is het volgens de raden niet verantwoord om de subsidie onvoorwaardelijk toe te kennen. Tezelfdertijd achten zij het niet verantwoord om de onduidelijkheid over het subsidieniveau te laten voortbestaan. Voorkomen moet worden dat de kansen die alle betrokkenen zien voor een succesvol Muziekgebouw aan 't IJ niet worden benut, aldus de adviesraden. Zij adviseren daarom om de subsidie wel in het vooruitzicht te stellen maar aan de verstrekking daarvan de voorwaarde te verbinden dat op korte termijn een extern deskundige wordt benoemd die Het Muziekgebouw helpt bij het oplossen van de gesignaleerde onvolkomenheden.

De bouw van het Muziekgebouw aan 't IJ nadert zijn voltooiing. Van het gebouw mag een impuls voor het muziekleven worden verwacht ook al wordt de wensbegroting niet gehonoreerd. Desondanks is van een substantiële toename van de subsidie sprake. De gemeente Amsterdam draagt de zogenoemde gebouwgebonden kosten, bijna 0,9 miljoen euro. Geadviseerd wordt om daaraan nog een, aanvankelijk aan de beheersstichting ten behoeve van de programmering in het vooruitzicht gesteld subsidie (van maximaal 136.000 euro), toe te voegen. In het advies wordt voorts het voornemen van de staatssecretaris voor Cultuur ondersteund om de rijkssubsidie die De IJsbreker ten behoeve van zijn programmering nu nog ontvangt te verhogen met 0,2 miljoen euro.

Noot voor de redactie (