Antwoorden op kamervragen over verkoop alcohol en tabak in tax free shops
Kamerstuk, 9-11-2004
(2040501420)
1
Welke nieuwe verzwaring van de administratieve lasten treedt op voor luchthavens indien
aparte slijterijvergunningen aangevraagd moeten worden, bouwkundige aanpassingen
moeten plaatsvinden en extra personeel in dienst moet worden genomen? 1) Deelt u de
mening dat dergelijke zaken grote gevolgen hebben voor de betreffende luchthavens,
afgezien van het feit dat het niet zeker is dat het infrastructureel mogelijk is een aparte
ruimte te bouwen voor de verkoop van sterke drank?
1
Zoals in antwoord op eerdere vragen over deze materie is uiteengezet worden aan de
verstrekking van alcoholhoudende drank in tax free shops geen nieuwe eisen gesteld. Tax
free shops kunnen normaal in aanmerking komen voor een vergunning om het slijtersbedrijf
uit te oefenen. Aan hen worden geen andere eisen gesteld dan aan andere
vergunningaanvragers. Ik zie niet in waarom het op luchthavens vanuit een oogpunt van
infrastructuur niet mogelijk zou zijn om zich aan de Drank- en Horecawet te houden.
2
Welk nut wordt gediend indien al deze aanpassingen plaatsvinden? Deelt u de mening dat
een doel van Drank- en Horecawet is dat jongeren onder de 18 jaar geen sterke drank
kunnen kopen en dat uit de jarenlange praktijk blijkt dat op luchthavens geen verkopen
plaatsvinden aan jongeren onder de 18 jaar, terwijl bij twijfel juist daar bij uitstek op leeftijd
kan worden gecontroleerd aan de hand van een identiteitsbewijs, dat iedere potentiële koper
bij zich heeft?
2
Aanpassing van de tax free shops is nodig om te voldoen aan de wettelijke bepalingen die
de Drank- en Horecawet stelt aan de verkoop van sterke drank. De ratio van de verkoop van
sterke drank in speciaal daarvoor bestemde winkels (slijterijen) is bescherming van de
consument. Het gaat hier immers om een stof met riskante en verslavende eigenschappen.
De leeftijdsgrens van 18 jaar voor de koop van sterke drank is in de wet opgenomen in het
kader van de jeugdbescherming. Beide bepalingen van de wet zijn complementair. Dat heeft
tot gevolg dat ook op plaatsen waar in de praktijk weinig jongeren onder de 18 jaar komen,
sterke drank toch alleen verkocht mag worden in slijterijen.
Ik deel de opvatting dat het op luchthavens naar verhouding eenvoudig is om potentiële
kopers van alcoholhoudende dranken en tabaksproducten naar hun leeftijdsdocument te
vragen.
3
Deelt u de mening dat reeds tientallen jaren op luchthavens sterke drank verkocht wordt in
de winkels en dat dat nu niet meer zou kunnen geschieden? Leidt de aangepaste wetgeving
niet tot onnodige kosten, zeker omdat deze winkels tot twee jaar geleden gewoon nog
slijterijvergunningen verkregen? Is het oogmerk van de wetgeving dat de aparte ruimtes
gecreëerd worden, of dat geen sterke drank wordt verkocht aan personen onder de 18 jaar?
3
De Drank- en Horecawet verbiedt al vanouds de verkoop van sterke drank buiten
slijtlokaliteiten met een vergunning. De wetgeving is op dit punt niet aangepast.
Verder verwijs ik naar het antwoord op vraag 2.
4
Waarom meent Nederland een uitzonderingspositie in deze in te moeten nemen ten opzichte
van de rest van de Europese Unie, terwijl het juist de bedoeling is binnen de EU op vele
gebieden de wetgeving te harmoniseren?
4
Het alcoholbeleid is volksgezondheidsbeleid en derhalve niet geharmoniseerd. Het EU-
Verdrag bevat zelfs een expliciet verbod op dergelijke harmonisatie.
5
Bent u bereid in de Drank- en Horecawet een uitzondering vanwege de bijzondere positie
van de luchthavens op te nemen?
5
In het kader van de komende wijziging van de Drank- en Horecawet zal bezien worden of er
voldoende argumenten zijn om op het onderhavige punt een uitzondering voor tax free
shops op Nederlandse luchthavens te rechtvaardigen.
6
Is het waar dat is toegezegd een onderzoek uit te voeren naar de stand van zaken rond deze
verkopen? 2) Worden in dit onderzoek ook inkomensderving, verbouwings- en extra
exploitatiekosten en personele lasten betrokken? Kunnen de resultaten van dit onderzoek
aan de Tweede Kamer worden toegezonden? Op welke termijn verwacht u dit onderzoek af
te ronden?
6
Neen, er is geen onderzoek in de bedoelde zin toegezegd. De Voedsel en Waren Autoriteit
(VWA) heeft wel op mijn verzoek 5 maart jl luchthaven Schiphol bezocht om te bezien of
het in de tax free shops aldaar ook féitelijk mogelijk is aan de eisen te voldoen die de Drank-
en Horecawet stelt aan slijtlokaliteiten. Het antwoord van de VWA is bevestigend.
De regering beschikt dus niet over een rapport waarin de problematiek van de
alcoholverkoop op luchthavens is geïnventariseerd, noch heeft zij daartoe opdracht gegeven.
7
Waarom wordt niet het in vraag 6 bedoelde onderzoek afgewacht? Deelt u de mening dat
voorkomen moet worden dat thans kostbare verbouwingen verricht worden dan wel dat de
verkoop van sterke drank wordt gestaakt, terwijl uit de resultaten van het onderzoek zou
kunnen blijken dat een uitzonderingspositie voor drank op luchthavens in de volgende
wetswijziging meegenomen dient te worden? Zo ja, wanneer kan de Tweede Kamer over de
positie van luchthavens in deze duidelijkheid verkrijgen?
7
Voor wat betreft het onderzoek verwijs ik naar het antwoord op vraag 6.
Ik heb geen bezwaar tegen de verkoop van alcoholhoudende drank op Nederlandse
luchthavens. Wel moet de vigerende wet- en regelgeving worden nageleefd.
Dit kabinet is geen voorstander van gedogen, ook niet in het onderhavige geval.
Er zullen derhalve bouwkundige voorzieningen nodig zijn, in ieder geval voor de periode
totdat over een eventueel toekomstige uitzondering is beslist. Dat kan alleen bij formele
wet.
Naar het zich thans laat aanzien zal het komende wetsvoorstel Drank- en Horecawet in de
tweede helft van 2005 bij de Tweede Kamer kunnen worden ingediend.
1) Aanhangsel-Handelingen nr. 2316, vergaderjaar 2003-2004
2) Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan KLM Ground Service,
15 oktober 2003
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport