Centrale Raad van Beroep acht nieuw beoordelingssysteem WAO in
beginsel aanvaardbaar
Utrecht, 9 november 2004 - Bij de uitvoering van de
arbeidsongeschiktheidswetten werd door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (Uwv) tot 1 januari 2002 gebruik gemaakt van
het Functie Informatiesysteem (FIS) als ondersteunend
computerprogramma. Het FIS is met ingang van 1 januari 2002 vervangen
door een nieuw programma, het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem
(CBBS).
Heden heeft de Raad, de hoogste rechter in sociale zekerheidszaken, in
een aantal uitspraken als algemeen oordeel gegeven dat er geen redenen
zijn om het CBBS als ondersteunend systeem niet aanvaardbaar te
achten. De Raad neemt daarbij in aanmerking dat het Uwv, gegeven de
inhoud en systematiek van de uit te voeren wetten, enige
beoordelingsruimte niet kan worden ontzegd.
Verder overweegt de Raad dat hij de kritiek dat in het CBBS
onvoldoende rekening is gehouden met de werkbelasting in een
arbeidssituatie, niet deelt. Uit de beschikbare gegevens is voor de
Raad met voldoende zekerheid komen vast te staan dat in het CBBS
voldoende rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat met
betrekking tot sommige handelingen en activiteiten de belasting in
arbeid -soms zelfs aanzienlijk- kan uitstijgen boven de belasting in
het dagelijks leven.
Het CBBS heeft echter volgens de Raad, ondanks zijn algemeen oordeel,
een aantal kenmerken die voor de betrokken verzekerde, diens
gemachtigde en de rechter een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling met
behulp van het CBBS minder inzichtelijk, minder verifieerbaar en
minder toetsbaar maken dan voorheen bij het FIS.
Zo bevat het CBBS in tegenstelling tot het FIS niet meer een systeem
van gelijke nummering van de verschillende aspecten van de
belastbaarheid van de betrokkene enerzijds en de belastingskenmerken
van de geselecteerde functies anderzijds. Het Uwv heeft ter zitting
van de Raad niet kunnen duidelijk maken waarom er niet voor gekozen is
het systeem van gelijke nummering te handhaven. Derden kunnen hierdoor
niet langer op relatief eenvoudige wijze belastbaarheid en belasting
vergelijken.
Verder werden in het FIS mogelijke overschrijdingen van de
belastbaarheid van een verzekerde in de belasting in een bepaalde
functie door een markering zichtbaar gemaakt en uitgeprint. Bij het
CBBS komen die markeringen niet meer terug in de geprinte versies van
de stukken. Ook hierdoor is voor derden niet goed te controleren of
voldaan is aan de wettelijk eis dat een functie binnen iemands
medische mogelijkheden blijft.
Als derde punt noemt de Raad dat er beoordelingspunten zijn bij de
belastbaarheid waarvoor geen overeenkomend beoordelingspunt in de
functiebelastingen is opgenomen. Dit zijn de zogeheten
"niet-matchende" beoordelingspunten, wat wil zeggen dat het CBBS ze
niet automatisch kan vergelijken. Het Uwv heeft erkend dat het
daardoor mogelijk is dat het systeem functies selecteert als mogelijk
passend die dat bij nadere beschouwing niet blijken te zijn vanwege
overschrijdingen op "niet-matchende" beoordelingspunten.
Dit alles brengt de Raad tot het oordeel dat, zolang het CBBS niet is
gewijzigd ter opheffing van deze onvolkomenheden, zwaardere eisen
moeten worden gesteld aan de verslaglegging en motivering van een
schattingsbesluit dat met behulp van het CBBS is genomen. Zo moeten er
voldoende inzicht worden geboden in, en een voldoende mogelijkheid tot
toetsing worden verschaft van, de verzekeringsgeneeskundige en
arbeidskundige grondslagen en uitgangspunten waarop de schatting
berust. Wordt hieraan niet voldaan dan worden dergelijke besluiten
vernietigd vanwege onzorgvuldige voorbereiding en/of ondeugdelijke
motivering.
Als het Uwv bij lopende zaken het besluit bij de rechtbank of bij de
Raad alsnog voorziet van de nodige toelichting en motivering, kan dat
reden zijn om na vernietiging de rechtsgevolgen van het vernietigde
besluit in stand te laten. De Raad wil het Uwv voorts enige tijd
gunnen om tot de naar zijn oordeel vooor de hand liggende
systeemaanpassing te komen. De Raad doet dit door aan te geven dat
schattingsbesluiten die na 1 juli 2005 in de bezwaarprocedure zijn
genomen met behulp van een ongewijzigd CBBS en die niet voldoen aan de
hiervoor genoemde zwaardere eisen, zullen worden vernietigd zonder
instandlating van de rechtsgevolgen, ook indien bij de rechtbank of
bij de Raad alsnog de nodige toelichting en motivering zouden zijn
gegeven.
Vervolgens wordt in elke uitspraak afzonderlijk beoordeeld of aan de
hiervoor genoemde hogere eisen bij het besluit reeds is voldaan of dat
aan die eisen pas in beroep of in hoger beroep is voldaan.
(Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot de
heer A.J.Th. Kok, hoofd van het Bureau Kennis en Onderzoek van de
Raad, telefoon 030-2234420)
LJ Nummers
AR4716
AR4717
AR4718
AR4719
AR4721
Gerechtelijke organisatie