Raad voor Werk en Inkomen
Nieuws/Persbericht
Den Haag, 10 november 2004
RWI-voorzitter Van Zijl: `Oudere werknemer serieuzer nemen'
`We moeten ophouden met het stigmatiseren en generaliseren van oudere
werknemers. Mensen boven de 55 of 60 jaar zijn niet vaker ziek dan hun
jongere collega's. En ze verzuimen om die reden ook niet vaker. Ook
hebben zij niet per definitie een lage arbeidsproductiviteit. En is
het niet merkwaardig dat we bijna standaard ouderen als
`probleemgevallen' benaderen en niet als de ervaren collega's waar
anderen nog veel van kunnen leren?'.
Dit stelt RWI-voorzitter Jan van Zijl vandaag op het Najaarscongres
van de Raad voor Werk en Inkomen over de vergrijzing op de werkvloer.
Van Zijl vindt het belangrijk dat ouderen niet als 'één grote grijze
massa' benaderd worden, maar wil hen zo lang en zo goed mogelijk voor
de arbeidsmarkt behouden via individuele, op maat gesneden afspraken
en regelingen. Volgens de voorzitter van de Raad voor Werk en Inkomen
heeft de arbeidsmarkt de oudere werknemers zeer binnenkort hard nodig.
In Nederland dreigt de beroepsbevolking een steeds kleiner deel te
worden van de totale bevolking. En dat vormt een directe bedreiging
voor ons welvaarts- en welzijnsniveau. Steeds minder werkenden moeten
het voorzieningenpeil voor steeds meer niet-werkenden in stand houden.
Het is daarom van cruciaal belang dat zoveel mogelijk ouderen gezond
en gemotiveerd langer blijven, maar ook kúnnen blijven, doorwerken.
Volgens RWI-voorzitter Van Zijl gaat de vergrijzingsproblematiek niet
pas over een paar jaar spelen, maar is het nú reeds actueel. Veel
bedrijven en sectoren hebben al te maken met een vergrijzend
personeelsbestand. In de praktijk blijkt dat er veel formele
(regelgeving) en informele belemmeringen (beeldvorming) een optimale
benutting van de oudere werknemer in de weg staan.
Van Zijl voert een pleidooi om de `ontziemaatregelen' in CAO's, die
opgesteld zijn om oudere arbeidskrachten te beschermen, kritisch onder
de loep te nemen. `Niet iedereen die 55 jaar is, kan of wil
bijvoorbeeld niet meer in nachtdienst werken.' De RWI-voorzitter doet
de suggestie om de algemene ontziemaatregelen meer om te zetten in
gerichte stimuleringsmaatregelen, zoals scholing en
functieverandering.
Van Zijl bepleit verder het meer toepassen van deeltijdpensioen. Dit
komt erop neer dat oudere werknemers één of twee dagen per week met
pensioen gaan en de resterende dagen doorwerken. Uit onderzoek is
gebleken dat veel mensen hiervoor belangstelling hebben. Voor de
werknemer betekent dit dat hij er niet of nauwelijks financieel op
achteruit hoeft te gaan en minder met een radicale breuk in zijn
dagbesteding of maatschappelijke participatie wordt geconfronteerd.
Voor de arbeidsmarkt heeft dit het grote voordeel dat ouderen langer
actief blijven.
De Raad voor Werk en Inkomen is het overleg- en adviesorgaan van
werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI adviseert de bewindslieden
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over arbeidsmarktbeleid.
Doel van deze adviezen is een goed functionerende arbeidsmarkt te
bevorderen. Een andere taak is het vergroten van transparantie en
kwaliteit op de reïntegratiemarkt.
Voor de redactie,