GS: ganzen krijgen in Limburg vier foerageergebieden
Gedeputeerde Staten hebben vier gebieden aangewezen als
foerageergebieden voor ganzen en smienten die in Limburg overwinteren.
De vier gebieden samen zijn 600 ha groot, even groot als de zes
gebieden die in een eerder voorstel waren aangewezen. De Limburgse
foerageergebieden vormen minder dan 1% van de totaal in Nederland voor
dit doel benodigde 80.000 ha. In de foerageergebieden mogen ganzen
niet worden verstoord of verjaagd. De overheid vergoedt de schade die
de dieren aanbrengen.
Ten opzichte van eerdere plannen zijn twee gebieden vervallen:
Echterbroek (gemeente Echt-Susteren) en een strook langs de Maas bij
Blitterswijck (gemeente Meerlo-Wanssum). De oppervlakte die met deze
wijziging gemoeid was is toegevoegd aan het eerder begrensde gebied
Zuidereiland in de gemeente Gennep en aan het gebied de Brandt bij
Stevensweert. Verder is het gebied Molenveld ten zuiden van
Stevensweert in noordelijke richting verplaatst. Het zesde gebied, de
Weerd en Asseltseplassen bij Swalmen, is ongewijzigd. Met deze
wijzigingen hopen GS een betere opvang te kunnen bieden aan
overwinterende ganzen en smienten. Die laatste soort veroorzaakt
overigens weinig schade. Grondeigenaren in de betreffende gebieden
kunnen na 1 juni 2005 op grond van een subsidie¬regeling ervoor kiezen
om in plaats van schadevergoeding, jaarlijks een vast bedrag te
ontvangen voor de opvang van ganzen in deze gebieden.
Achtergrond
Nederland wordt jaarlijks bezocht door ruim 2 miljoen ganzen die hier
de winter doorbrengen. De ganzen, die vooral gras eten, moeten ergens
hun kostje bij elkaar scharrelen: foerageren. Voor de eigenaren van de
graslanden betekent dat een schadepost, die de overheid vergoedt.
Vanwege het toenemende aantal ganzen hanteert het ministerie van LNV
dat de schade moet betalen een tweesporenbeleid: opvangen in gebieden
waar de ganzen ongestoord kunnen overwinteren, maar daarbuiten de
ganzen niet tolereren. Daar mogen ze dus opzettelijk worden
weggejaagd. Als dat niet helpt om schade aan gewassen te voorkomen mag
ondersteunend aan verjaging beperkt afschot plaatsvinden. Deze
werkwijze is gebaseerd op de ervaring dat ganzen snel door hebben waar
ze wel en waar niet welkom zijn. De verwachting is dat na enkele jaren
ervaring de ganzen vanzelf naar de foerageergebieden trekken en daar
blijven.
* Kaarten foerageergebieden
10-11-2004 09:47
Provincie Limburg