Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
99 Vragen van de heer J.J. Peetoom en de heer V. Oldenborg
(ingekomen 25 oktober 2004)

De afgelopen periode is er in de (landelijke) media veel aandacht voor het feit dat mensen bedreigd worden in hun eigen woonomgeving. In de stad Utrecht speelt dit ook regelmatig, hetgeen afgelopen weekend in Volkskrant Magazine werd geïllustreerd door Tweede Kamerlid Wilders. Hij ziet zich genoodzaakt zijn woning in de Utrechtse wijk Kanaleneiland te verlaten als gevolg van deze bedreigingen. Maar de afgelopen jaren zijn er ook gezinnen noodgedwongen vertrokken uit andere buurten, recent nog uit Zuilen.

Het Utrechts Nieuwsblad maakt melding van het feit dat het Kamerlid wordt rondgereden door vier lijfwachten en in een gepantserde auto, maar desondanks Utrecht mijdt. De fractie van Leefbaar Utrecht vindt dit gegeven ronduit schokkend, want volgens de Nederlandse grondwet is het voor iedereen mogelijk om zijn/haar mening in alle openheid te ventileren. Dat grondrecht lijkt helaas steeds meer in het gedrang te komen.

Leefbaar Utrecht is zeer verontrust over deze ontwikkeling, en wil daarom graag antwoord op de volgende vragen:

1. Welke acties moet een met bedreigingen geconfronteerd persoon ondernemen om zijn persoonlijke veiligheid te waarborgen? Geldt er, gezien de meldingen van Wilders bij het Ministerie, een afwijkende procedure voor politici?
2. Wat doet de politie (c.q. de driehoek) met meldingen van bedreigingen aan het adres van personen (behalve registreren)?
3. Wat vindt het College van deze bedreigingen?
4. Wat vindt het College ervan dat een inwoner zich genoodzaakt ziet uit de stad te vertrekken om de persoonlijke veiligheid te waarborgen?
5. Hoeveel mensen vertrekken jaarlijks uit Utrecht vanwege bedreigingen? En hoeveel mensen verhuizen er binnen Utrecht a.g.v. bedreigingen?
6. Wordt verhuizen van gezinnen door het College gezien als een uiterste veiligheidsmaatregel, of wordt noodgedwongen verhuizen inmiddels als een normaal maatschappelijk gegeven gezien?

In de berichtgeving in de media lijkt de stad Utrecht (en specifiek Kanaleneiland) een uiterst onveilige (woon)omgeving, die maar beter gemeden kan worden.

7. Berust dit ontstane beeld op feiten?
8. Wat gaat het College in het werk stellen om de veiligheid van bedreigde personen in de gemeente Utrecht te verbeteren? En op welke termijn?
9. Zal het College er bij de heer Wilders op aandringen alsnog aangifte van bedreiging te doen bij de Utrechtse politie, zodat de politie op korte termijn een onderzoek kan instellen naar de bron van deze bedreigingen?
Antwoorden van burgemeester en wethouders
(verzonden 9 november 2004)


1. Voor iedereen, inclusief de heer Wilders, geldt dat bij bedreiging aangifte wordt gedaan bij de politie. Zoals u weet heeft de heer Wilders in Utrecht geen aangifte gedaan. Alleen voor het Koninklijk Huis en Ministers is er een speciale procedure. Zij vallen onder het Rijksdomein. Politici (Tweede Kamer en Lokaal) en burgers vallen onder het Lokale domein. Dat wil zeggen dat zij aangifte moeten doen bij de plaatselijke politie. Zodra dat is gebeurd worden er ook maatregelen afgesproken tussen een met bedreigingen geconfronteerd persoon en de politie. Bij ernstige bedreigingen, de lokale situatie overstijgend, wordt dit opgepakt door het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD).

2. Wanneer aangifte gedaan wordt van bedreiging bij de politie wordt een opsporingsonderzoek ingesteld. Met betrekking tot de verdachte wordt door het OM strafvervolging ingesteld. Uit de eerder toegezonden geregistreerde maandcijfers tot en met september 2004 blijkt dat de politie de volgende resultaten heeft geboekt met betrekking tot het delict bedreiging: er zijn 490 aangiften opgenomen waarvan er 318 zijn opgehelderd (64,8%). Bij het OM zijn 282 verdachten aangeleverd.

3. Het College keurt iedere bedreiging ten strengste af.

4. Het College vindt het onacceptabel wanneer een inwoner van de stad zich om veiligheidsredenen genoodzaakt ziet te vertrekken uit de stad. Maar het college respecteert de keuzes en afwegingen van de betrokken inwoner.

5. Er zijn ons vier personen bekend die er voor hebben gekozen te verhuizen naar een andere woning. Van die vier personen hebben er twee voor gekozen om een woning buiten de stad te zoeken. Allen hebben in overleg met Woningnet gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de woonruimteverordening hen bood.

6. Het beleid van het College is er op gericht door verbetering van veiligheid in de woonomgeving te voorkomen dat mensen, onder andere bij bedreiging, gaan verhuizen.

7. U kent de cijfers van de veiligheid in Utrecht en in het bijzonder van Kanaleneiland. In zowel Utrecht als de wijk Kanaleneiland is de criminaliteit fors gedaald en zo het zich laat aanzien zet dit door. De aanpak 'Utrecht veilig: dat doen we samen', heeft resultaat.

8. Een van de doelstellingen in de programmabegroting Veiligheid is ' Veilig Wonen'. Waar het gaat om de veiligheid van bedreigde personen wordt direct en alert gereageerd. (zie ook antwoord 2)

9. Na zijn uitspraak over Kanaleneiland in het Volkskrant Magazine, is er telefonisch contact geweest met de heer Wilders. In dat gesprek zei hij zijn uitspraken over Kanaleneiland te betreuren. Het college heeft de heer Wilders er nadrukkelijk op gewezen dat hij in geval van bedreiging in Utrecht aangifte zou moeten doen bij de Utrechtse politie. De heer Wilders heeft aangegeven dat er voor hem totnogtoe onvoldoende aanleiding is geweest om bij de Utrechtse politie aangifte te doen.


---- --