van het lid Van Bommel over kandidaatlid van de Europese Commissie,
mevrouw N. Kroes, en de 'brief van Joop'
Beantwoording kamervragen van het lid Van Bommel over kandidaatlid van
de Europese Commissie, mevrouw N. Kroes, en de 'brief van Joop'
Aan de Voorzittervan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
9 november 2004
Behandeld
G. Kampman
Kenmerk
DVB/WW-595/04
Telefoon
070-3485228
Blad
1/1
Fax
070-3485479
Bijlage(n)
1
E-Mail
gert.kampman@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over kandidaatlid van de
Europese Commissie, mevrouw N. Kroes, en de de brief van Joop.
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister-president, minister
van Algemene Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van
Bommel over kandidaatlid van de Europese Commissie, mevrouw N. Kroes,
en de de brief van Joop. Deze vragen werden ingezonden op 30 september
2004 met kenmerk 2040500700.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, de heer
Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken en de heer
Nicolai, staatssecretaris voor Europese Zaken over kandidaatlid van de
Europese Commissie, mevrouw N. Kroes en de brief van Joop.
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse kandidaat-Eurocommissaris,
mevrouw
N. Kroes, in 1994 ten behoeve van de exportbevordering was belast met
de leiding van het Netherlands Marine Consortium (NMC) voor de verkoop
van zes fregatten ter waarde van 2,5 miljard gulden naar de Verenigde
Arabische Emiraten? Wat is hierbij de betrokkenheid van de regering
geweest?
Antwoord
Ja, mevrouw Kroes was voorzitter van het Netherlands Marine
Consortium.
De betrokkenheid van de overheid bij de mogelijke verkoop van
M-fregatten bestond uit het verlenen van (export)ondersteuning aan het
door Nederlandse bedrijven opgerichte consortium binnen het kader van
het toenmalige Nederlandse wapenexportbeleid.
Vraag 2
Wat is uw oordeel over de brief van mevrouw N. Kroes van 20 september
1994 aan de voorzitter van de UAE Offsets Group in Abu Dhabi, waarin
zij verwijst naar de brief van Joop, de toenmalige directeur van
Caldic Chemie BV, die door mevrouw N. Kroes in de al vergevorderde
onderhandelingen als tussen persoon naar voren is geschoven?1
Vraag 3
Is het u bekend dat deze brief verontwaardiging heeft opgeroepen,
zowel bij betrokkenen aan Nederlandse kant, als bij de
gesprekspartners aan de zijde van de Verenigde Arabische Emiraten?
Deelt u de mening van deskundigen dat de brief van mevrouw N. Kroes
heeft bijgedragen tot het mislukken van de opdracht?2
Vraag 4
Deelt u de mening van de toenmalige Nederlandse ambassadeur in de
Verenigde Arabische Emiraten, die in zijn brief aan het ministerie van
Buitenlandse Zaken3 stelt dat N. Kroes persoonlijke belangen heeft
laten voorgaan boven de belangen van het bedrijfsleven?
Vraag 5
Is het waar dat de regering mevrouw N. Kroes uit haar functie heeft
laten zetten, zoals topambtenaar Wiedeman van Economische Zaken
beweert? Kunt u exact toelichten hoe een en ander is verlopen4?
Antwoord
Mevrouw Kroes heeft zich als voorzitter van het NMC ingezet voor de
belangen van de betrokken bedrijven bij het verkrijgen van de
marine-order. De brief van mevrouw Kroes van 20 september 1994 met
betrekking tot de order dient in dat licht te worden bezien. Door een
gebrek aan coördinatie binnen het NMC is in dezelfde periode door een
buitenlandse adviseur van het NMC ter zake eveneens een brief namens
het consortium aan de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten
(VAE) gezonden. De verschillende brieven van het NMC hebben het
uitbrengen van een offerte door het NMC vertraagd. Mevrouw Kroes heeft
op 17 oktober 1994 besloten het voorzitterschap van het consortium
neer te leggen.
Vraag 6
Wat voor gevolgen heeft dit voor de kandidatuur van mevrouw N. Kroes
als lid van de Europese Commissie voor de portefeuille Mededinging,
een functie die met name betrekking heeft op het voorkómen van
bevoordeling of benadeling van bedrijven door de overheid en het
tegengaan van geheime afspraken tussen bedrijven onderling, waarbij
onafhankelijkheid en integriteit voorop dienen te staan?
Vraag 7
Bent u als gevolg hiervan bereid de kandidatuur van mevrouw Kroes in
te trekken? Zo ja, hoe gaat dit gebeuren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Er zijn geen gevolgen voor de kandidatuur van mevrouw Kroes als
Europees Commissaris. De regering heeft immers geen reden om te
twijfelen aan haar onafhankelijkheid en integriteit. Juist gezien haar
achtergrond in de politiek, de wetenschap en het bedrijfsleven acht de
regering haar bij uitstek geschikt voor de functie van Commissaris
mededinging.
1 Zie bijlage 1 (ondershands bijgevoegd).
2 Uitzending NOVA, 17 december 1999 en De Telegraaf, 18 december 1999.
3 NRC handelsblad, 27 september jl., De Telegraaf, 18 december 1999.
4 Rotterdams Dagblad, 20 december 1999.
Ministerie van Buitenlandse Zaken