Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: VD. 2004/3244
datum: 09-11-2004
onderwerp: Dioxineverontreiniging in aardappelbijproducten; beantwoording feitelijke vragen TRC 2004/7671

Bijlagen: 1

Geachte Voorzitter,

In vervolg op mijn brief van 4 november jl. informeer ik u hierbij, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de situatie met betrekking tot het aantreffen van dioxine in bijproducten van de aardappelindustrie die als voedermiddel zijn gebruikt. Onderstaand ga ik in op de actuele stand van zaken. In de bijlage treft u mijn antwoorden aan op de feitelijke vragen die ik heb ontvangen van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Analyseresultaten
Sinds mijn vorige schrijven zijn enige nieuwe analyseresultaten bekend geworden. Enerzijds zijn gunstige resultaten te melden. Zoals ik in mijn vorige brief heb aangegeven zijn slachtveebedrijven geblokkeerd in afwachting van de resultaten van analyses van genomen monsters. Inmiddels is van acht vetmonsters van varkens bekend dat deze geen verhoogde dioxinegehaltes bevatten. Deze varkens waren afkomstig van bedrijven die voer hadden ontvangen waarin aardappelbijproducten waren verwerkt, afkomstig van hetzelfde bedrijf waar eerder besmette aardappelbijproducten waren aangetroffen. Ook de aardappelbijproducten die aan deze varkens waren vervoederd, blijken geen normoverschrijding voor dioxines te vertonen. Waarschijnlijk komt dit doordat bij de bereiding van het voer verdunning is opgetreden met aardappelbijproducten van andere producenten.
Anderzijds moet ik ook minder positieve uitslagen melden. Op het moment van schrijven van mijn vorige brief was dioxine aangetoond in aardappelbijproducten van één aardappelverwerkend bedrijf. Inmiddels zijn ook bij twee andere aardappelverwerkende locaties te hoge gehaltes aan dioxine aangetoond in mergelklei en/of aardappelbijproducten.
Ik ben nog in afwachting van de resultaten van meer analyses van klei en aardappelbijproducten, genomen bij de reeds genoemde en andere aardappelverwerkende bedrijven die mergelklei hebben gebruikt. Niet uitgesloten kan worden dat op basis van uitkomsten van deze analyses verdere maatregelen zullen moeten worden getroffen in de vlees- of zuivelketen, waaronder het blokkeren van veehouderijen.

Nieuwe maatregelen
Op grond van de gevonden dioxinegehaltes bij de twee nieuwe aardappelverwerkende locaties zijn ook bij alle veehouderijen met slachtvee die van deze bedrijven aardappelbijproducten als voedermiddel hebben afgenomen, de afvoer van vee en diervoeders geblokkeerd. Dit betreft per 8 november 16:00 uur zesenzeventig veehouderijen die niet reeds geblokkeerd waren in het kader van eerdere maatregelen.
Overigens betreft het aantal bedrijven dat in het kader van die eerdere maatregelen geblokkeerd waren 121 en niet 162 bedrijven. Het gemelde aantal van 162 betreft alle bedrijven die onder andere via verschillende tussenhandelaren aardappelbijproducten ontvingen van het betreffende aardappelverwerkende bedrijf. Sommige adressen kwamen echter vaker op de lijst voor, betroffen bedrijven in het buitenland of hadden geen slachtvee.

Voortzetting van de blokkades van bedrijven
Hoewel de eerste uitslagen van analyses van vetmonsters van geblokkeerde bedrijven geen dioxineverontreinigingen aantonen, wordt de blokkade van de afvoer van vee van de betreffende bedrijven voortgezet. Ik heb besloten in principe pas tot het vrijgeven van bedrijven over te gaan nadat vast is komen te staan dat het niet nodig zal zijn op basis van uitkomsten van verdere analyses nog meer bedrijven te blokkeren. Dit temeer omdat niet kan worden uitgesloten dat bedrijven aardappelbijproducten vanuit meerdere kanalen ontvangen; als een kanaal als 'veilig' wordt bestempeld en een bedrijf op grond daarvan zou worden vrijgegeven, kan zich de situatie voordoen dat een bedrijf alsnog op grond van leveranties uit een ander kanaal moet worden geblokkeerd.
Deze beleidslijn is afgelopen zaterdag 5 november besproken tijdens een zogenoemd basisoverleg met vertegenwoordigers van het gehele betrokken bedrijfsleven.

Aardappelproducten voor humane consumptie
In mijn vorige brief heb ik aangegeven dat in aardappelproducten voor humane consumptie een lichte verhoging van het achtergrondgehalte van dioxine was aangetroffen, maar dat deze gehaltes geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. Inmiddels is bij analyses van andere aardappelproducten gebleken dat er geen sprake is van verhoogde dioxinegehaltes. Ik wil benadrukken dat de gevonden gehaltes geen overschrijding betreffen van de zogeheten actienorm die wordt geadviseerd door de Europese Commissie en die aangeeft bij welk dioxinegehalten in aardappels voor humane consumptie actie moet worden ondernomen om de bron van de besmetting op te sporen en te elimineren.

Ik merk overigens op dat ook is onderzocht of de betreffende mergelklei ook gebruikt wordt in de Nederlandse conservenindustrie, in het bijzonder voor het wassen en sorteren van wortelen. Dit is niet het geval.

Mochten zich in deze zaak belangrijke nieuwe ontwikkelingen voordoen dan zal ik u daarover informeren.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

dr. C.P. Veerman

Bijlage


1. Kloppen de berichten (Haagse Courant, d.d. 27 oktober 2004) dat met dioxine besmette melk al in september is gevonden? Zo ja, waarom is toen niet vroegtijdig actie ondernomen? Het monster is in september genomen in het kader van het reguliere controleprogramma van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). Maandelijks neemt de NZO over het hele land verdeeld twintig mengmonsters melk voor onderzoek. Deze zogenaamde RMO-monsters (RMO=rijdende melk ontvangst) bevatten melk van meerdere bedrijven. In eerste instantie wordt een mengmonster van RMO's geanalyseerd. Is de uitslag daarvan verhoogd ten opzichte van wat normaal wordt gevonden, dan wordt ieder afzonderlijk RMO-monster geanalyseerd. De uitslag van het betreffende RMO-monster is vervolgens op 18 oktober meegedeeld aan de VWA. De VWA heeft op 18 oktober direct actie ondernomen.

2. Klopt het dat al jarenlang bekend is dat er een nauwe relatie is tussen dioxine en mergelklei (Agrarisch Dagblad, 'Woedend op veevoersector', d.d. 4 november 2004)? Zo ja, was u hier van op de hoogte?
Ja, als gevolg van het probleem met dioxine in mergelklei gebruikt in veevoer dat zich in 1999 heeft voorgedaan, is mij bekend dat mergelklei in voorkomende gevallende een verhoogd niveau aan dioxine kan bevatten.

3. Hoe vindt de controle op het gebruik van reststoffen en bijproducten in de veehouderij plaats? Welk percentage van de bijproductstromen wordt gecontroleerd? Met welke frequentie? Controle op de rest- en bijproducten vindt steekproefsgewijs plaats door de gehele diervoederketen op basis van een vooraf, op basis van risicoanalyse en conform Europese regelgeving vastgesteld controleplan.

4. Waarom is de verontreiniging pas ontdekt via een routinecontrole van zuivel en niet al eerder via controle in de diervoederketen? Dioxine wordt uitgescheiden in het vet van de melk. Melk is daardoor een geschikt meetinstrument om te bepalen of er op enig moment sprake is van een te hoge dioxinebelasting (vanuit het milieu dan wel vanuit het voer). In de diervoederketen wordt steekproefsgewijs gericht op dioxines gecontroleerd in producten waarvan bekend is dat een verhoogd dioxinerisico bestaat.
5. Kunt u aangeven wat de routinecontrole, waarvan wordt gesproken (uw brief, d.d. 4 november 2004), inhoudt?
Zie het antwoord op vraag 1.

6. Hoe is het mogelijk dat het te hoge dioxine gehalte is ontdekt bij een routinecontrole van zuivel en niet al eerder in de keten namelijk op de bijproducten van de aardappelen zelf? Zie het antwoord op vraag 4.

7. De mergelklei is afkomstig uit Duitsland, aan hoeveel bedrijven in Nederland is deze klei geleverd? Wordt de mergelklei altijd gebruikt bij het sorteren van aardappelen?
Voor zover op dit moment bekend is de klei geleverd aan tien bedrijven in Nederland. Niet alle bedrijven gebruiken klei voor het sorteren van aardappelen. Sommige bedrijven gebruiken hiervoor zout.

8. Is bekend hoe de contaminatie van de klei is ontstaan? Is er door de bedrijven, die gebruik maken van de mergelklei een risicoanalyse gedaan naar het gebruik van mergelklei? Het is niet duidelijk of de contaminatie van de klei een natuurlijke oorzaak heeft dan wel het gevolg is van milieuvervuiling. Onbekend is op dit moment of de bedrijven die de klei gebruiken risicoanalyses hebben uitgevoerd.
9. Kunt u toelichten waar de mergelklei vandaan komt? Wat heeft er plaatsgevonden (eventuele bewerkingen) met de klei voordat het gebruikt wordt in de voedsel- en voederverwerkende industrie? De klei wordt geleverd door een Duitse firma. Over eventuele bewerkingen van de klei zijn mij geen gegevens bekend.
10. Gold voor de Duitse leverancier van mergelklei een bepaald controle- of certificeringsysteem? Zo ja, welk? Wat is dan de waarde van een dergelijk systeem als er toch een verontreinigd product geleverd kan worden?
Het is mij niet bekend of voor de Duitse leverancier een bepaald controle- of certificeringssysteem gold.

11. Is de mergelklei ook in andere landen in de voedingsindustrie toegepast?
In antwoord op de Rapid Alert van de VWA is bekend geworden dat ook partijen zijn geleverd aan Frankrijk en België. Het hoeft daarbij overigens niet te gaan om dezelfde mergelklei als die in Nederland is gebruikt.

12. Kunt u aangeven om wat voor soort bedrijven het gaat als u spreekt over 162 bedrijven (uw brief, d.d. 4 november 2004)? Voor wat betreft het aantal bedrijven verwijs ik naar mijn brief. Het gaat bij de geblokkeerde bedrijven met name om vleesveebedrijven, (vlees)varkensbedrijven, schapen- en geitenbedrijven plus de twee melkveehouderijen die in het eerste stadium van het onderzoek zijn geblokkeerd.
13. Zijn alle mogelijk besmette bedrijven achterhaald? Er zijn tot nu toe 197 veehouderijen geblokkeerd. Ik ben nog in afwachting van de resultaten van meer analyses van klei en aardappelbijproducten, genomen bij de reeds genoemde en andere aardappelverwerkende bedrijven die mergelklei hebben gebruikt. Niet uitgesloten kan worden dat op basis van uitkomsten van deze analyses verdere maatregelen zullen moeten worden getroffen in de vlees- of zuivelketen, waaronder het blokkeren van veehouderijen.
14. Is het mogelijk dat er een sterk verhoogd dioxinegehalte wordt aangetroffen in aardappelen? Wat zijn de gevolgen voor de gezondheid van de mens in geval van stapeling van vlees-, zuivel- en aardappelconsumptie met verhoogde dioxinewaardes? Op basis van de huidige kennis is het niet mogelijk dat een sterk verhoogd dioxinegehalte wordt aangetroffen in aardappelen. Stapeling bij consumptie van vlees en/of zuivel zal zich in het onderhavige geval niet voordoen (zie ook het antwoord op vraag
15).

15. Welke grenswaarde van dioxine wordt gehanteerd als het gaat om menselijke consumptie? Welke waarden zijn er nu in de melk en andere dierlijke producten aangetroffen? Mogen we concluderen dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid?
Ten aanzien van de humane consumptie gelden de volgende normen: voor varkensvlees: 1 picogram TEQ per gram vet; voor rundvlees 3 picogram TEQ per gram vet; voor melk 3 picogram TEQ per gram vet. Bij twee zuivelbedrijven bleek de dioxinenorm te zijn overschreden, namelijk respectievelijk 19,5 picogram TEQ per gram melkvet en 6 picogram TEQ per gram melkvet. De melk van beide bedrijven is via destructie vernietigd.
De hoogst aangetroffen waarde in dierlijke producten was 10,0 picogram TEQ per gram vet. Dit betrof één rund dat was afgevoerd van het eerst geblokkeerde melkveebedrijf. Het vlees van dit rund is geblokkeerd en zal worden vernietigd. Voor varkens is de hoogst aangetroffen waarde 0,3 picogram TEQ per gram vet. Voor deze laatste categorie is de norm voor dierlijke producten niet overschreden. Op basis van deze uitslagen van deze varkens bestaat geen gevaar voor de volksgezondheid.

16. Hoe is het mogelijk dat er ook een verhoging van dioxine is geconstateerd bij aardappelproducten voor humane consumptie? Is er in de verwerking van aardappelen voor humane consumptie ook op grote schaal contact geweest met de besmette klei, of is er een andere reden voor de lichte verhoging van het achtergrond gehalte van dioxine? Kunt u verklaren hoe die verhoging is ontstaan? De buitenkant van de ongeschilde aardappel komt in contact met de klei in het sorteerbad. In het verdere productieproces wordt de aardappel gewassen en wordt de schil door stomen verwijderd. De lichte verhoging van het dioxinegehalte, zoals tot nu toe slechts in het eerste monster is aangetroffen, in producten bestemd voor humane consumptie ten opzichte van onbehandelde aardappels valt mogelijk te verklaren doordat contacten tussen de schil en de aardappel in het productieproces niet geheel uit te sluiten zijn.
17. Kunt u toelichten wat de forse normoverschrijding, waarover wordt gesproken, betekent? Heeft op dat moment gevaar bestaan voor de volksgezondheid?
Zie vraag 15. Volgens de RIVM-risicobeoordelingen ten aanzien van melk, die in opdracht van de VWA zijn uitgevoerd, is er bij consumptie van melk geen gevaar voor de volksgezondheid.
18. Welk gedeelte (in procenten uitgedrukt) van het drogestofrantsoen van de koeien op de desbetreffende bedrijven bestond uit met dioxine verontreinigde aardappelproducten?
Dat is niet bekend. Het drogestofrantsoen bij runderen verschilt van bedrijf tot bedrijf en van dag tot dag. Wel is bekend dat bij één van de betreffende melkveebedrijven veel gebruik werd gemaakt van aardappelsnippers.

19. Hoe is te verklaren, dat er wel een forse normoverschrijding voor dioxine in de melk is aangetroffen en dat in de aardappelproducten voor humane consumptie slechts een lichte verhoging van het achtergrondgehalte van dioxine is aangetroffen? Dioxine hecht zich aan het vetweefsel en wordt in het vet van de melk uitgescheiden. Aardappels bevatten nagenoeg geen vet en dioxine kan zich daarin dus niet ophopen.

20. Welk gedeelte (in procenten uitgedrukt) van het drogestofgehalte van het verontreinigde aardappelproduct is afkomstig van mergelklei? En stel dat dit gedeelte hoog is, ligt het dan niet voor de hand te veronderstellen dat dieren daarmee niet gevoederd kunnen worden, omdat toch ook geen zand aan dieren wordt verstrekt?
Het percentage is niet bekend. De klei wordt gebruikt als een technische hulpstof om aardappelscheiding tot stand te brengen. Ondanks was- en spoelprocessen blijft er blijkbaar een hoeveelheid klei achter.

21. Heeft de Voedsel en Waren Autoriteit direct de zuivelcoöperaties geïnformeerd om welke bedrijven het zou gaan? Ja.

22. Welke stappen zijn genomen om de afvoer van melk van de geblokkeerde bedrijven te garanderen?
De melk van de geblokkeerde melkveehouderijen wordt afgevoerd naar de destructor.

23. Wie is aansprakelijk voor de te hoge dioxinegehaltes? De dioxine zit verspreid in de hele keten. Daarmee lost de aansprakelijkheidsvraag zich niet eenduidig op. Uiteindelijk zal dit in voorkomende gevallen kunnen worden uitgemaakt via een rechtelijke procedure. Gesteld kan worden dat degenen die grondstoffen of producten gebruiken gehouden zijn er voor te waken dat geen normoverschrijding plaatsvindt.

24. Hoe lang blijven de betreffende bedrijven geblokkeerd? Kunt u een schatting geven van de schade die geleden zal worden? Hoe is de aansprakelijkheid geregeld?
Met betrekking tot het voortzetten van de blokkades van bedrijven verwijs ik naar mijn brief. Ik kan thans geen schatting geven van de bedrijfsschade. In dat verband wijs ik erop dat de verantwoordelijkheid om te voorkomen dat besmet diervoeder en levensmiddelen in de k eten terechtkomen bij het bedrijfsleven ligt. De betrokken ondernemers zijn primair aansprakelijk als zij producten in het verkeer brengen die niet aan de voorschriften voldoen. Met betrekking tot de aansprakelijkheid zijn de algemene voorschriften uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
25. Hoe is het mogelijk dat de dioxinevervuiling over zoveel bedrijven verspreid is? Wat zegt dat over de effectiviteit van de Kaderwet Diervoeders en het controlesysteem in de diervoederketen? Het probleem in dit verband betreft het begin van de diervoederke ten.Alseropdatpuntindeketenietsmisgaat,dan zijn er over het algemeen veel bedrijven bij betrokken. Dat is ook de ervaring na een aantal incidenten in het verleden (MPA-affaire, dioxine in broodmeel).
De Kaderwet diervoeders is sedert 18 oktober jl. van kracht. Op grond van de wet is het mogelijk geweest om maatregelen te treffen. Hieruit blijkt de effectiviteit van de wet. Overigens is de diervoedersector zelf primair verantwoordelijk voor de veiligheid en kwaliteit van de producten die zij voortbrengt. Een adequate risicoanalyse van de producten die zij gebruikt, maakt hiervan onderdeel uit.

26. Ziet u in deze affaire aanleiding om de controle in de diervoederketen aan te scherpen?
In beginsel niet. Ter uitvoering van de Kaderwet diervoeders is het toezicht en de handhaving reeds geïntensiveerd. Ook heeft de ketenanalyse diervoeder door de VWA uitgewezen dat het gebruik van rest- en bijproducten een aandachtsgebied is. De VWA heeft dan ook additioneel toezicht ingesteld naar het gebruik van rest- en bijproducten in de diervoedersector. Uiteraard geeft de huidige situatie aanleiding scherp te blijven. Dit geldt echter niet alleen voor de overheid maar ook voor alle betrokkenen in de voedselketen.

27. Wijst deze affaire op lacunes in de Kaderwet Diervoeders? Nee, zie vraag 25.

28. Wilt u nadenken over de vraag of het in de nabije toekomst, met het oog op de voedselveiligheid, niet veel beter is de restproducten uit de voedingsindustrie te vergisten? Uit de verschillende recente onderzoeken over de diervoedersector, waaronder het rapport 'Voer tot nadenken' dat in opdracht van uw Kamer is uitgevoerd en de VWA - diervoederketenanalyse, blijkt dat het gebruik van bijproducten of reststromen uit de levensmiddelenindustrie niet per definitie onveilig is. Zo wordt bierbostel, een bijproduct van het bierproductieproces, al jarenlang zonder problemen in de diervoederindustrie gebruikt. Ik ben dan ook van mening dat het gebruik van restproducten als diervoedergrondstof mogelijk moet blijven, mits de veiligheid daarvan gewaarborgd is.
Dat neemt echter niet weg dat de huidige affaire aanleiding geeft om nog eens extra kritisch naar de veiligheid van het gebruik van bepaalde reststromen of bijproducten uit de levensmiddelenindustrie in de diervoedersector te kijken, en alternatieven zoals vergisting te beoordelen op aspecten als veiligheid.

29. Kunt u, omdat u spreekt over een internationale dimensie (uw brief, d.d. 4 november 2004), aangeven welke gevolgen het verhoogde dioxinegehalte heeft, of zal hebben op de Nederlandse export van zuivel en vlees?
Het is niet mogelijk aan te geven welke gevolgen de gevonden dioxinegehalten zullen hebben voor de Nederlandse export van zuivel en vlees. Ervaring leert dat met name derde landen onnodig zware maatregelen kunnen treffen, zoals het sluiten van de grenzen voor Nederlandse producten. Door goede communicatie met de buitenlandse autoriteiten doe ik er alles aan om dit soort reacties te voorkomen.
Voor wat betreft de Europese Unie kan ik u melden dat dagelijkse contact is met de Europese Commissie. Daarnaast worden de lidstaten via directe brieven en via het zogenaamde 'rapid alert system' op de hoogte gehouden.