UITSPRAKEN
Hieronder volgen zeven samenvattingen van uitspraken van de Raad voor
de Journalistiek. Voor de volledige uitspraken wordt u verwezen naar
de website: www.rvdj.nl waar u bij "De uitspraken" met behulp van het
bij de samenvatting vermelde volgnummer de uitspraak kunt opvragen.
Uitspraken vastgesteld d.d. 05 november 2004
door mr. J.B. Fleers, voorzitter, drs. C.M. Buijs, prof. dr. mr. B. de
Gaay Fortman, mr. A. Herstel, mw. C.J.E.M. Joosten, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.M.S. van den Berg, secretaris.
G.A.J. Wolvers en gemeente Brunssum / A.J.M. Senden
Uitspraak: gegrond
Buitengewoon opsporingsambtenaar Wolvers heeft Senden na een
woordenwisseling proces-verbaal aangezegd wegens foutparkeren. Kort
daarna is een door Senden gemaakt item verschenen op de kabelkrant van
de Lokale Omroep Onderbanken onder de kop "Klachten over BOA". Volgens
het bericht zouden tientallen inwoners bij de gemeente hun beklag
hebben gedaan over de werkwijze van Wolvers. Vervolgens is op de
kabelkrant het bericht "Slechts één klacht ambtenaar" gepubliceerd.
Senden heeft erkend dat de door hem gebruikte informatie onjuist was.
Bovendien had hij zorgvuldiger onderzoek behoren te verrichten en
heeft hij ten onrechte nagelaten wederhoor toe te passen. Verder is de
gewraakte publicatie onnodig grievend. Daarnaast worden in het bericht
relatief ernstige beschuldigingen geuit. In een dergelijk geval moet
een journalist met bijzondere zorgvuldigheid te werk gaan (vgl. RvdJ
2004/73). Niet is gebleken dat Senden bij de totstandkoming van de
publicatie voldoende zorgvuldig is geweest. Hij had naar aanleiding
van een enkele persoonlijke ervaring met Wolvers niet mogen berichten
zoals hij heeft gedaan. Door dat toch te doen, heeft hij misbruik
gemaakt van zijn positie als journalist.
Vervolgens is niet deugdelijk gerectificeerd. De ten onrechte geuite
beschuldigingen zijn in het geheel niet rechtgezet. Daarbij komt dat
boven het bericht niet de kop 'Rectificatie' is geplaatst en de naam
Wolvers in dat bericht niet voorkomt (vgl. RvdJ 2004/80).
Trefwoorden:
- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor, misbruik van
positie
- Feitenweergave: onjuiste, grievende berichtgeving
- Rectificatie/weerwoord: rectificatie
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-83.html
M. Doorjé / TROS 'Opgelicht'
Uitspraak: ongegrond
In een uitzending van 'Opgelicht' is aan de orde gesteld dat klager
betrokken is bij financiële wanpraktijken. Daarbij zijn beelden
getoond van een onverwachte confrontatie van klager met enkele
schuldeisers.
De Raad overweegt dat het een taak is van de pers om misstanden aan de
kaak te stellen. Daarbij dient een journalist zorgvuldig te werk te
gaan en moet een eventuele publicatie met feiten worden onderbouwd
(vgl. RvdJ 2004/80). Bovendien dient bij publicatie van ernstige
beschuldigingen in het algemeen wederhoor te worden toegepast.
De Raad heeft de overtuiging gekregen dat het door verweerder
verrichte onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest. Bovendien heeft
verweerder klager de mogelijkheid geboden om voor de camera te
reageren. De reactie van klager is opgenomen in de uitzending.
Daarnaast heeft verweerder klager gevraagd per e-mail te reageren.
Klagers betoog dat de uitzending een verkeerd beeld geeft van zijn
handelwijze, wordt door de Raad niet gevolgd. Verder is niet gebleken
dat de uitzending onjuistheden van betekenis bevat.
Trefwoorden:
- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-84.html
J. van Zinderen / Leeuwarder Courant
Uitspraak: ongegrond
Van Zinderen maakt bezwaar tegen de wijze waarop zijn ingezonden
brief, over preventief fouilleren in de trein, is gepubliceerd. Hij
wilde een vergelijking maken tussen aanranden en fouilleren, maar door
het schrappen van de woorden 'slachtoffer' en 'vernedering' is die
vergelijking verdwenen, aldus Van Zinderen.
De Raad stelt voorop dat de redactie in beginsel de vrijheid heeft om
ingezonden brieven in te korten of te redigeren. Daarbij dient te
worden voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de inhoud of strekking
van de ingezonden brief (vgl. RvdJ 2002/05 en RvdJ 2001/40).
Naar het oordeel van de Raad is de strekking van het betoog van Van
Zinderen volledig overeind gebleven, ondanks de wijzigingen die in
zijn ingezonden brief zijn aangebracht.
Trefwoorden:
- Rectificatie/weerwoord: ingezonden brieven
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-85.html
Uitspraak vastgesteld d.d. 05 november 2004
door prof. drs. E. van Thijn, waarnemend voorzitter, drs. G.H.J.M.
Bueters, mw. F.W. Dresselhuys en mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, leden, in
tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.
H.W. Buitendijk / EO c.q. EO-TweeVandaag en Dagblad van het Noorden
Uitspraak: deels gegrond / gegrond
In een uitzending van EO-TweeVandaag is aandacht besteed aan een
woongroep in Ter Apel. De intro luidt: "Groningse woongroep
beschuldigd van kindermishandeling. Politie doet een onderzoek naar de
religieuze groepering en haar leidster." Klager, lid van de woongroep,
wordt in de uitzending aan het woord gelaten.
Volgens de Raad laat de vormgeving van de uitzending de kijker weinig
ruimte voor een andere conclusie dan dat in de woongroep sprake was
van kindermishandeling. Voor een dergelijke zeer ernstige
beschuldiging is bij uitstek een deugdelijke grondslag vereist (vgl.
RvdJ 2004/64 en RvdJ 2004/45). De beweringen zijn voornamelijk
gebaseerd op uitlatingen van ex-leden van de woongroep die ten tijde
van de opnamen met (leden van) de woongroep in dispuut zijn. Er kunnen
vraagtekens worden geplaatst bij de betrouwbaarheid van een dergelijke
bron als brenger van objectieve feiten (vgl. RvdJ 2004/3). Afgezien
van één 'deskundige', die niet zelf met klager of andere leden van de
woongroep heeft gesproken, zijn geen autoriteiten aan het woord
gelaten. Naar het oordeel van de Raad is over de beschuldiging van
kindermishandeling onevenwichtig en daardoor onzorgvuldig over klager
en zijn woongroep bericht. Op dit punt is de klacht gegrond. De wijze
waarop overigens in de uitzending over de woongroep van klager is
bericht, is niet onzorgvuldig.
Verder is in Dagblad van het Noorden over de woongroep van klager
bericht in twee artikelen onder de koppen "'Ze noemt zich de vrouw van
God'" respectievelijk "'In Ter Apel is bij sekte vrouw gedood'".
De kop van het laatstgenoemde artikel kan moeilijk anders worden
begrepen dan als bericht dat klagers woongroep actief betrokken is
geweest bij het overlijden van een vrouwelijk lid van de woongroep.
Dit bericht werpt een zodanige smet op klagers woongroep, dat het niet
zonder deugdelijke feitelijke grondslag gepubliceerd had mogen worden.
Aangezien een dergelijke grondslag ontbreekt, zijn met de publicatie
van die kop grenzen overschreden.
Trefwoorden:
- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
- Procedure: bevoegdheid, ontvankelijkheid
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-86.html
Uitspraken vastgesteld d.d. 08 november 2004
door mw. mr. M.E. Leijten, voorzitter, mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, drs.
P. Sijpersma, mw. drs. B.L.W. Tillema en mr. drs. G.J. Wolffensperger,
leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.
St. Interconfessioneel (PC/RK) Basisonderwijs Naarden / Gooi- en
Eemlander
Uitspraak: ongegrond
De klacht is gericht tegen het artikel "Lerares plakt mond van kind
af".
Het betoog van klaagster dat verweerder journalistiek onzorgvuldig
heeft gehandeld door over het voorval te berichten, wordt door de Raad
niet gevolgd. Een journalist is vrij in zijn selectie van nieuws en
hij behoeft geen toe- of instemming te hebben van degene over wie hij
publiceert. Wel dient de journalist een afweging te maken tussen het
belang dat met de publicatie is gediend en de belangen die door de
publicatie worden geschaad, en dat moet worden vermeden dat nodeloos
schade wordt toegebracht (vgl. RvdJ 2004/44, RvdJ 2003/13 en RvdJ
2002/44). In dit geval is niet gebleken dat de belangen van klaagster
ten gevolge van de publicatie nodeloos zijn geschaad. Verweerder heeft
diverse bronnen geraadpleegd en wederhoor toegepast bij de directeur
van de school. Overigens zijn de namen van de betrokken leerling en
leerkracht niet vermeld.
Verder acht de Raad het niet ongebruikelijk of ontoelaatbaar dat het
artikel over meerdere kolommen op de voorpagina is gepubliceerd. Een
redactie heeft ter zake een grote vrijheid van handelen (vgl. RvdJ
2000/26).
Ook van onjuiste, suggestieve berichtgeving is geen sprake. Er zijn
geen grenzen overschreden.
Trefwoorden:
- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor, misbruik van
informatie, selectie van nieuws (via fulltext)
- Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-87.html
R. Blöte / KRO's Netwerk
Uitspraak: niet-ontvankelijk
In een uitzending van KRO's Netwerk is aandacht besteed aan de
geschiedenis van de 'Beeldende Kunst Regeling' (BKR).
Volgens Blöte heeft hij een rechtstreeks belang bij een oordeel van de
Raad, omdat zijn autobus in beeld is gebracht en zijn hele omgeving
weet dat hij met die bus destijds deelnam aan de manifestatie op het
Binnenhof tegen afschaffing van de BKR. Blöte voelt zich door de
uitzending in zijn belang geraakt, omdat de BKR belachelijk is gemaakt
en hij daardoor, als deelnemer aan die regeling, in een negatief
daglicht is komen te staan. De Raad is van oordeel dat de door Blöte
gestelde omstandigheden niet kunnen leiden tot het oordeel dat zijn
belang direct betrokken is bij de uitzending. Blöte is derhalve in
zijn klacht niet-ontvankelijk (vgl. RvdJ 2004/77).
Trefwoorden:
- Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-88.html
J. de Wreede / K. Munk en M Koster (Nieuwe Revu)
Uitspraak: deels gegrond
De Wreede maakt bezwaar tegen het artikel "Multi-activist Kevin
Heller: 'Volkert is niet slim geweest'". Het artikel behelst een
interview met Heller, waarin deze een aantal uitlatingen over De
Wreede doet.
Voor zover de klacht is gericht tegen de bewering 'Hij (De Wreede)
schreef racistische en seksistische columns voor het
universiteitsblaadje' is de klacht gegrond. Deze beschuldiging, die
als min of meer vaststaand gegeven is gepresenteerd, betreft twee
maatschappelijk beladen kwalificaties en is zo diffamerend, dat
verweerders die niet zonder voorafgaand adequaat onderzoek naar de
gegrondheid ervan hadden mogen publiceren. Bovendien hebben
verweerders nagelaten wederhoor toe te passen.
Verder zijn de uitlatingen over De Wreede niet van zodanige ernst dat
verweerders deze niet hadden mogen publiceren zonder nader onderzoek
en zonder De Wreede in de gelegenheid te stellen daarop te reageren.
Overigens kan in beginsel niet van een journalist worden gevraagd te
verifiëren of een geïnterviewde een bericht waarover hij zijn mening
geeft, op een juiste wijze heeft geïnterpreteerd.
Ten slotte overweegt de Raad dat hij het wenselijk acht dat een
hoofdredacteur reageert op een schrijven van een betrokkene, waarin
deze verzoekt om rectificatie. Dat Koster niet op een e-mail van De
Wreede heeft gereageerd, is echter niet grensoverschrijdend (vgl. RvdJ
2004/71).
Trefwoorden:
- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
- Feitenweergave: onjuiste, grievende, tendentieuze berichtgeving
- Aard van de publicatie: interview
- Rectificatie/weerwoord: ingezonden brieven, rectificatie
Publicatie www.rvdj.nl/uitspraken/2004-89.html
Raad voor de Journalistiek