Voorzieningenrechter verbiedt uitlevering Nuriye Kesbir aan Turkije
's-Gravenhage, 8 november 2004 - De voorzieningenrechter van de
rechtbank 's-Gravenhage verbiedt de minister van Justitie de
Koerdische Nuriye Kesbir uit te leveren aan Turkije.
Kesbir vorderde in kort geding de minister te veroordelen haar niet
aan Turkije uit te leveren, nadat de minister de uitlevering bij
beschikking van 7 september 2004 heeft toegestaan.
Kesbir voerde aan dat de beslissing om haar uit te leveren aan Turkije
onrechtmatig is omdat de minister handelt in strijd met artikel 3
juncto artikel 1 EVRM en artikel 3 VN Verdrag tegen Foltering (AFV) en
uitlevering aan Turkije bovendien een flagrante schending van artikel
6 EVRM oplevert.
In zijn vonnis stelt de voorzieningenrechter voorop dat de minister
volgens vaste jurisprudentie een eigen verantwoordelijkheid heeft om
al dan niet tot uitlevering te besluiten ondanks toelaatbaarverklaring
door de rechter. De beleidsvrijheid van de minister in deze wordt
echter ingeperkt door de in het geding zijnde verplichtingen die
voortvloeien uit het EVRM.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de minister, uitgaande van
de thans door de Turkse ambassade gegeven garanties, in redelijkheid
niet tot de beslissing kon komen om de uitlevering van Kesbir aan
Turkije toe te staan. De minister had geen genoegen mogen nemen met de
in algemene bewoordingen geuite verzekering van de Turkse ambassade
dat de Turkse autoriteiten zich jegens Kesbir zullen houden aan hun
internationale verplichtingen.
LJ Nummer
AR5322
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 8 november 2004
Rechtbank 's-Gravenhage