De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DL. 2004/3198
datum: 08-11-2004
onderwerp: Kamervragen van het lid Oplaat (VVD) over het
Controlebureau Pluimvee en Eieren (CPE) TRC 2004/7068
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen die het lid
Oplaat (VVD) op 12 oktober 2004 heeft gesteld over het functioneren
van de Stichting Controlebureau Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE)
1.
1
Is het u bekend dat er de laatste tijd veel commentaar is op de
handelwijze van het Controlebureau Pluimvee en Eieren (CPE)?
Ja, het is mij bekend dat de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders
commentaar heeft op de handelwijze van het CPE.
2
Is het waar dat het CPE controletaken heeft overgenomen van de
Algemene Inspectiedienst (AID) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA)
zonder dat er extra budget is toegekend aan het CPE? Zo ja, wat is de
reden om het CPE geen extra budget toe te kennen?
Het CPE heeft noch van AID noch van VWA controletaken overgenomen. Wel
is er inzake pluimveecontroles recent het een en ander veranderd.
Met betrekking tot pluimvee controleerde en controleert CPE
handelsnormen en voerde en voert AID controles uit op basis van
welzijnsregelgeving. Omdat de handelsnormen betrekking hadden op
bijzondere houderijsystemen, waren de CPE-controles alleen op deze
systemen gericht. De welzijnsregelgeving had alleen betrekking op de
kooisystemen zodat de AID-controles de controles op kooisystemen
uitvoerde.
Sinds de inwerkingtreding van het Legkippenbesluit 2003 en de
vernieuwde Europese handelsnormenverordening eieren (Verordening EG
1651/2001 van de Commissie van 14 augustus 2001 tot wijziging van
Verordening EEG 1274/91 houdende bepalingen ter toepassing van
Verordening 1907/90 van de Raad betreffende handelsnormen voor eieren)
zijn hier wijzigingen in opgetreden. Er is nu ook welzijnsregelgeving
voor bijzondere houderijsystemen en er zijn handelsnormen voor
kooisystemen. Dat betekent dat AID en CPE er taken bij gekregen
hebben.
Vanwege overlap en om de controlefrequentie op de bedrijven te
verminderen zullen de steekproefsgewijze controles van de AID op het
Legkippenbesluit 2003 zoveel mogelijk gecombineerd worden met
bedrijfsbezoeken die worden uitgevoerd door het CPE. Daarnaast houden
CPE en AID elkaar wederzijds op de hoogte van de controlebevindingen
in het kader van gerichte controles op respectievelijk de
handelsnormenverordening eieren en het Legkippenbesluit 2003.
De systematiek van de CPE-controle is dat deze private
controle-instelling geen budget krijgt, maar de kosten doorberekent.
Het CPE ontving en ontvangt geen budget voor de door haar verrichte
controles. Ik zie geen reden om dat in de toekomst te veranderen.
3
Kunt u aangeven wat u vindt van de controletarieven voor
pluimveehouders die zijn vastgesteld door het CPE? Hebt u invloed op
de hoogte van de tarieven2?
Ik heb de controletarieven van het CPE, waaronder die voor de
pluimveehouders, goedgekeurd. Het vaststellen van de controletarieven
is een zaak van het bestuur van het CPE zelf. In het bestuur zijn de
verschillende betrokkenen vertegenwoordigd, waaronder de Nederlandse
organisatie van Pluimveehouders. Uitgangspunt is dat de tarieven
kostendekkend zijn.
4
In welke mate houdt u toezicht op het CPE?
Het CPE is een ZBO, waar ik rijkstoezicht op uitoefen in het kader van
de Landbouwkwaliteitswet. In dat kader zie ik toe op een juiste
uitvoering van de opgedragen taak, het functioneren, de financiële
verantwoording en toets ik de tarieven op kostendekkendheid.
5
Kunt u aangeven of het mogelijk is ondernemers een vrije keuze te
laten wat betreft het controle orgaan waarmee zij in zee gaan? Deelt u
de mening dat keuzevrijheid voor ondernemers de kwaliteit van de
controle kan verhogen, omdat controleorganen met elkaar concurreren?
Nederland is gebonden aan Europese kaders. De Europese
handelsnormenverordening voor eieren geeft aan dat de lidstaat de
controle-instantie aanwijst. De instantie moet voldoen aan bepaalde
eisen, zoals accreditatie. In die zin is het dus niet mogelijk dat
ondernemers een vrije keuze hebben wat betreft het controleorgaan.
Ik ben het niet eens met de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders die
vindt dat concurrentie tussen controle-instellingen in alle gevallen
de kwaliteit van de controle verhoogt. Ik hecht veel belang aan
uniformiteit van controles, tarieven en rijkstoezicht.
Het bestuur van het CPE hecht veel aan een goed imago van het
Nederlandse ei en ziet daarom toe op een hoog niveau van de controles.
Een goed imago is immers van groot belang voor de exportpositie van
het Nederlandse ei.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
1 Website Nederlandse Vakbond Pluimveehouders
2 Website CPE
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit