Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Arib en Van Dijken (beiden PvdA) over trombolysebehandeling.
(2040501490)

1.
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat veel mensen blijvende schade ondervinden als gevolg van een beroerte, omdat zij niet op tijd een trombolysebehandeling ondergaan? 1)

1.
Ja.

2.
Wat vindt u van het feit dat slechts 30 tot 40 procent van de mensen die na een herseninfarct in aanmerking komen voor een trombolysebehandeling, deze ook daadwerkelijk ontvangt?

2.
Deze cijfers verbazen mij niet. In 2003 voerde de helft van de "stroke units" een trombolysebehandeling uit. Dit betekent dat in Nederland slechts 3 tot 4 procent van de patiënten met een beroerte deze behandeling krijgt. Uit onderzoeksresultaten is gebleken dat 15% à 20% het maximale haalbare percentage is (in de regio Heerlen-Maastricht). Dit percentage wordt ook in andere literatuur gehanteerd, maar wordt in de praktijk zelden gehaald. De toepassing van het aantal trombolyses in Nederland ligt dus onder de streefnorm van 15% van het aantal beroertes. Ik zal op korte termijn met de beroepsgroep overleggen wat hiervan de oorzaak is en hoe geborgen kan worden dat in de toekomst alle patiënten de behandeling krijgen die zij nodig hebben. Zie verder ook mijn antwoord op vraag 5.

3.
Kunt u aangeven in welke regio's c.q. in welke ziekenhuizen in Nederland geen (24-uurs) trombolysebehandeling, mogelijk is?

3.
In welke regio's c.q. in welke ziekenhuizen in Nederland geen (24-uurs) trombolysebehandeling mogelijk is, is mij niet bekend. De ziekenhuis "stroke unit" is inmiddels in 65 tot 70 (Medisch Contact april 2004) tot wel 98 (Medisch Contact augustus 2004) ziekenhuizen aanwezig. In 23 regio's (Amersfoort, Amsterdam/OLVG, Doetichem, Dordrecht, Emmen, Eindhoven, Enschede, Geldrop, Heerlen, Maastricht, Oss/Uden/Veghel, Tiel, Venlo, Zevenaar, Amsterdam-Zuid/VU, Arnhem, Breda e.o., Den Bosch, Flevoland, Harderwijk, Hoogeveen, Utrecht en Zwolle e.o.) wordt deelgenomen aan het Doorbraakprogramma van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (CBO). Dit Doorbraakprogramma had als hoofddoel de drastische verbetering van de kwaliteit van de zorg voor patiënten met een beroerte. Uit onderzoeksresultaten blijkt dat het aantal ziekenhuizen met trombolyse toeneemt.

4.
Kunt u nagaan en aangeven waarom in bepaalde ziekenhuizen geen (24-uurs) trombolyse mogelijk is?

4.
In sommige ziekenhuizen is geen "stroke unit" aanwezig. Patiënten met een beroerte worden dan meestal in een ander ziekenhuis opgenomen. De ambulancediensten bepalen naar welk ziekenhuis in de regio de patiënt vervoerd moet worden. Het ziet er naar uit dat in

2005 in Nederland iedere patiënt met een beroerte de noodzakelijke zorg op een "stroke unit" kan krijgen.

5.
Deelt u de mening dat de mogelijkheid van trombolyse 24 uur per dag beschikbaar behoort te zijn en tot de basiszorg behoort?

5.
Ja. Een trombolysebehandeling kan hersenletsel, veroorzaakt door een beroerte, bij een aantal patiënten beperken of ongedaan maken. Dit betekent winst voor de kwaliteit van leven. Ook kan de patiënt korter in het ziekenhuis verblijven en wordt een geringer beroep gedaan op verpleeg- en verzorgingshuizen. Voorwaarde voor effectieve trombolysebehandeling is dat de behandeling uiterlijk binnen drie uur na de beroerte start.

6.
Klopt het bericht dat, als alle neurologen in Nederland trombolysebehandelingen zouden uitvoeren, een aanzienlijk deel, van de verpleeghuizen de deuren zou kunnen sluiten? Zo ja, hoe groot is dat deel en om hoeveel verpleeghuizen gaat het?

6.
Ik weet niet of bovengenoemde bewering juist is. Er is bij mijn weten geen cijfermateriaal of ander kwantitatief materiaal waarmee bovengenoemde bewering gestaafd wordt. Aangezien volgens de beroepsgroep 85% van de patiënten met een beroerte NIET geïndiceerd is voor trombolyse, lijkt dit een overschatting.

7.
Bent u bereid de beroepsgroep te stimuleren tot het opstellen van een behandelprotocol waarin trombolyse is opgenomen?

7.
Voor de behandeling van beroerte bestaan al verschillende richtlijnen en protocollen. Zo heeft het CBO de richtlijn "Beroerte" ontwikkeld. De beleidslijn ten aanzien van de ontwikkeling van richtlijnen en protocollen is dat de beroepsgroepen (wetenschappelijke vereniging) dit zelf oppakken. Daarbij wordt rekening gehouden met de "best practices" en met wat binnen de kring van deskundigen gangbaar is.

8.
Bent u bereid in overleg met medisch specialisten en de Nederlandse Cerebro Vasculair Accident (CVA)-vereniging een voorlichtingscampagne te starten om mensen te wijzen op het belang van een snelle reactie bij een (vermoeden van) beroerte? Zo ja, wilt u de Kamer vóór de behandeling van de VWS-begroting laten weten welke stappen u hiertoe gaat zetten? Zo neen, waarom niet?

8.
Het is nog te vroeg om een dergelijke campagne van overheidswege op landelijk niveau uit te rollen. Zo is nog niet bekend of een dergelijke capagne ook op lange termijn effect sorteert. Voorts ben ik van mening dat prioriteit gegeven moet worden aan voorlichtingscampagnes gericht op de preventie van CVA, onder andere door stoppen met roken te stimuleren.

1) Dagblad van het Noorden, 5 oktober jl.


---- --
---
URL: http://www.opennieuwsbank.nl/inp/2004/08/27/R207.htm?fmt=KAAL Result: ERROR: No DOCS found in http://www.opennieuwsbank.nl/inp/2004/08/27/R207.htm?fmt=KAAL