INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS
Investeren in studenten met functiebeperking blijft nodig
Utrecht, 8 november 2004. Studenten met een functiebeperking moeten
vaak extra energie stoppen in het organiseren van de eigen studie.
Binnen de meeste instellingen is veel betrokkenheid en aandacht voor
deze studenten. Begeleiders steken tijd en energie in het bedenken van
creatieve oplossingen. De Inspectie van het Onderwijs constateert
echter dat de aandacht veelal geconcentreerd is bij een klein aantal
betrokken individuen. Daarnaast is er veel onduidelijkheid over
procedures, taken en verantwoordelijkheden. Extra investeringen van de
instellingen zijn nodig om studievertragingen tot een minimum te
beperken en onnodige uitval te voorkomen.
De Inspectie van het Onderwijs doet regelmatig onderzoek naar de
toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor specifieke doelgroepen.
Eind 2003 was dit onderzoek gericht op de positie van studenten met
een functiebeperking, zoals een lichamelijke handicap, een chronische
ziekte, een psychische beperking en dyslexie. De inspectie heeft
hiertoe bezoeken afgelegd bij zes instellingen die al enige jaren
beleid voeren voor studenten met een functiebeperking. Het aantal
studenten in het hoger onderwijs dat hinder ondervindt bij de studie
ten gevolge van een functiebeperking, wordt geschat op vijf à tien
procent. Deze studenten doen gemiddeld vaak langer over hun studie dan
anderen.
De instellingen kennen veel voorzieningen voor studeren met een
functiebeperking en hebben deskundigheid en kwaliteit in huis. Bij de
instellingen ligt echter over het algemeen weinig vast over de
beleidsuitvoering en het beleid wordt nergens structureel geëvalueerd.
De inspectie pleit voor de navolging van enkele initiatieven om
protocollen op te stellen. Zowel studenten als begeleiders (docenten,
studieadviseurs en decanen) hebben behoefte aan (meer) duidelijkheid
over procedures, taken en verantwoordelijkheden.
Veel studenten met een beperking geven het belang aan van het hebben
van een vaste contactpersoon. Iemand die zorgt voor de centrale regie
blijkt van groot belang voor het effectief en efficiënt aanpakken van
belemmeringen. Door voldoende duidelijkheid en begeleiding kunnen
studenten met een functiebeperking meer tijd en energie in hun studie
steken, zodat deze studenten minder studievertraging oplopen.