Persbericht
8 november 2004, nr. 103
Groenbemesters geaccepteerd in Tanzaniaanse bananenteelt
Er is weer wat meer toekomst voor de Tanzaniaanse bakbanaan.
Bakbananen vormen een belangrijk voedselgewas in Tanzania en hebben
vruchtbare grond nodig om goede opbrengst te geven. Al zo'n 400 jaar
wordt de grond waarop bananen groeien extra verrijkt via mest van vee
dat op nabijgelegen graslanden graast. De sterk toegenomen
bevolkingsdruk in de laatste decennia heeft geleid tot minder
graslanden en mest waardoor de opbrengst van bananen daalt. Toepassing
van groenbemesters zoals kruidachtige vlinderbloemigen zijn een door
de locale boeren geaccepteerde oplossing, aldus Frederick P. Baijukya
in zijn proefschrift waarop hij op maandag 8 oktober promoveert aan
Wageningen Universiteit.
Baijukya heeft in zijn promotieonderzoek gekeken naar agronomische en
sociaal-economische aspecten van de integratie van vlinderbloemigen in
het landgebruiksysteem en heeft positieve resultaten bereikt. Zijn
onderzoek bestond uit het inventariseren van veranderingen in
landgebruik via geografische informatiesystemen, mondelinge
overbrenging van lokale boeren en historische documentatie Daarna
zijn, samen met boeren, veldproeven gedaan met diverse
vlinderbloemigen om te onderzoeken welke soorten het meest geschikt
zijn.
Locale boeren hebben verschillende redenen om vlinderbloemigen te
willen toepassen, bijvoorbeeld onkruidonderdrukking, verhoogde
productie van voedselgewassen of verbeterde voerbeschikbaarheid voor
het vee. Met behulp van computermodellen die optimale bedrijfsystemen
generen, afhankelijk van de doelstellingen van de boer, draagt
Baijukya in zijn proefschrift Adapting to change in banana-based
farming systems of northwest Tanzania totaaloplossingen aan.
Ook de rol van vee verandert als een gevolg van wijzigingen in het
landgebruiksysteem. Het traditionele loslopende vee dat graast op de
graslanden wordt meer en meer vervangen door melkvee (kruisingen met
Nederlands melkvee) dat jaarrond op stal staat. Dit vee wordt met name
gevoerd met restmateriaal van voedselgewassen. De mest wordt gebruikt
voor bodemverbetering.
Een vergelijking van het landgebruiksysteem in Tanzania is te trekken
met het Drentse Eslandschap. Ook deze Nederlandse, van nature arme
gronden, werden door mensenhand verrijkt om geschikt te maken voor
landbouw.
Volgens Baijukya staan locale boeren welwillend tegenover de
toepassing van groenbemesters en is er al een grote vraag naar het
zaad van de vlinderbloemigen. Dankzij zijn onderzoek zijn nieuwe
praktische inzichten verkregen waarmee het traditionele
bananenteeltsysteem in Tanzania op een verantwoorde manier kan worden
voortgezet.
Onderzoek naar de rol van vlinderbloemigen in de landbouw van Afrika
wordt uitgebreid in het kader van het EU-project Africa NUANCES.
Baijukya's onderzoeksproject wordt uitgebreid naar acht Afrikaanse
landen.
Wageningen Universiteit