antwoordbrief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan Mr.
M.G. Eman inzake Haïti
Kamerbrief inzake antwoordbrief van de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking aan Mr. M.G. Eman inzake Haïti
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Westelijk Halfrond
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
5 november 2004
Behandeld
Martijn Glas
Kenmerk
DWH/MC-418/04
Telefoon
070-3485375
Blad
1/1
Fax
070-3485472
Bijlage(n)
1
martijn.glas@minbuza.nl
Betreft
Afschrift van de antwoordbrief van de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking aan Mr. M.G. Eman inzake Haïti.
Met zijn brief van 15 oktober 2004 (kenmerk 04-BuZa-62) vroeg de
Voorzitter van de vaste kamercommissie voor Buitenlandse Zaken om
afschrift van mijn antwoordbrief aan Mr. M.G. Eman, fractievoorzitter
van de AVP in de Staten van Aruba, inzake Haïti. Graag bied ik u
hierbij dit afschrift aan.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Mr. M.G. Eman
Fractievoorzitter AVP
Staten van Aruba
d.t.v. vertegenwoordiger van Nederland op Aruba
Directie Westelijk Halfrond
DWH/MC
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Nederland
Datum
26 oktober 2004
Auteur
Peter van de Geer
Kenmerk
DWH/MC-391/2004
Telefoon
070-348.4487
Blad
2/3
Fax
070-348.5472
Bijlage(n)
--
Peter-vande.geer@minbuza.nl
Betreft
Haïti
www.minbuza.nl
C.c.
Voorzitter van de vaste kamercommissie voor Buitenlandse Zaken en de
Voorzitter van de vaste kamercommissie voor Koninkrijksrelaties
Gaarne antwoord ik op uw brief van 23 september 2004 over de situatie
op Haïti en de vraag of Haïti de status van partnerland zou moeten
worden verleend. Ik waardeer het zeer dat u als inwoner van zowel het
Koninkrijk als de Caribische regio vraagt om aandacht van Nederland
voor de noden van Haïti.
Met u ben ik van mening dat het land Haïti en zijn bevolking gebukt
gaan onder diepe armoede, politieke instabiliteit, natuurdegradatie en
natuurrampen. Recent zorgde orkaan Jeanne voor onnoemelijk menselijk
leed en grote materiële schade. Ik ben mij bewust dat deze ellende
diepe indruk maakt op de Arubanen, alsook de Haïtianen die hun
vaderland hebben verlaten om een betere toekomst te zoeken op Aruba en
andere eilanden in de regio.
De noden van Haïti gaan, net als in het verleden, niet onopgemerkt aan
Nederland voorbij. Nederland heeft dit jaar reeds Euro 1,15 miljoen
aan noodhulp voor Haïti beschikbaar gesteld via het Internationale
Rode Kruis. Daarvan is een half miljoen Euro bestemd ter leniging van
humanitaire noden onder de slachtoffers van orkaan Jeanne. Voorts
komen Nederlandse ontwikkelingsgelden ten goede aan Haïti via de
algemene bijdragen aan multilaterale en particuliere organisaties, die
mede actief zijn in Haïti.
Ook uit hoofde van het Voorzitterschap van de Europese Unie is
Nederland nauw betrokken bij het EU-beleid ten aanzien van Haïti. De
Europese Commissie was een van de co-hosts van de donorconferentie in
Washington in juli 2004. Als Voorzitter van ambtelijke werkgroepen van
de Europese Commissie in Brussel heeft Nederland gewerkt aan het
deblokkeren van fondsen ten gunste van Haïti. Daardoor heeft de
Commissie tijdens de donorconferentie in Washington Euro 325 miljoen
kunnen toezeggen voor Haïti. Mede door deze pledge is het benodigde
bedrag van USD 924 miljoen meer dan gehaald. In totaal hebben de
verzamelde donoren in Washington USD 1,08 miljard beschikbaar gesteld
voor de wederopbouw van Haïti.
De donorconferentie heeft de betrokkenheid bij Haïti getoond van veel
landen en organisaties. Maar er is duidelijk een lange weg te gaan,
waarbij een meerjarige inzet van alle betrokkenen noodzakelijk is om
blijvend resultaat te verzekeren. Het gaat nu om zorgvuldige besteding
van de middelen, coördinatie tussen de vele donoren en betrokkenheid
van de interim regering.
Voor de beoogde ontwikkeling is stabiliteit overigens een voorwaarde.
Het is dan ook wenselijk dat de interim regering er in samenwerking
met de VN-vredesmacht MINUSTHA in slaagt de veiligheid in het land te
herstellen. Als Voorzitter van de EU heeft Nederland de Lidstaten dan
ook gevraagd om steun voor MINUSTHA.
Nederland onderhoudt, zoals u constateert, geen bilaterale
ontwikkelingsrelatie met Haïti. Gezien het welslagen van de
donorconferentie in Washington ontbreekt daartoe ook de noodzaak. Een
extra (bilaterale) donor voegt niet toe, met alle respect voor Haïti.
Nog afgezien van de beperkte toegevoegde waarde van Nederland als
bilaterale donor, zou Haïti thans ook niet kwalificeren voor een
bilaterale ontwikkelingsrelatie op basis van de criteria van goed
beleid en goed bestuur. Daarmee is niet gezegd dat Haïti voor
Nederland een mindere prioriteit zou zijn. Zulks moge blijken uit de
voornoemde Nederlandse bijdragen en inspanningen.
Kopie van deze brief verleen ik aan de voorzitter van de vaste
kamercommissie voor Buitenlandse Zaken alsmede de voorzitter van de
vaste kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Ministerie van Buitenlandse Zaken