jaarverslagen 2003
Kamerbrief inzake jaarverslagen 2003
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Nederland
Datum
2 november 2004
Auteur
Brecht Paardekooper
Kenmerk
DSI/MY 459/04
Telefoon
070 3486032
Blad
1/7
Fax
070 3484883
Bijlage(n)
-
brecht.paardekooper@minbuza.nl
Betreft
Jaarverslagen 2003
www.minbuza.nl
C.c.
Hierbij doe ik u de jaarverslagen 2003 toekomen van de
medefinancieringsorganisaties (MFOs), het
Vakbondsmedefinancieringsprogramma (VMP), de NCDO, PSO en
VNG-International. De financiering die deze organisaties gezamenlijk
uit de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking ontvingen in 2003
bedroeg circa 471 miljoen.
Dit keer heb ik extra aandacht besteed aan de resultaatgerichtheid
van de jaarverslagen, vanuit DRAM (de koppeling tussen Doelen
Resultaten, Activiteiten en Middelen) en SMART (de Specificiteit,
Meetbaarheid, Acceptatie. Resultaatgerichteid en Tijdsgebondenheid van
resultaten). In het algemeen kan ik zeggen dat de jaarverslagen in
vergelijking tot voorgaande jaren gewonnen hebben aan
overzichtelijkheid en resultaatgerichtheid.
A. MFP
De kwaliteit van de jaarverslagen over 2003 van de
medefinancieringsorganisaties - Cordaid, Hivos, ICCO, Novib, Plan en
Terre des Hommes- vertoont een duidelijke positieve ontwikkeling in
vergelijking tot voorgaande jaren. Dit levert, tezamen met een nieuw
stramien voor de jaarplannen van de MFOs dat zal worden meegenomen bij
de opstelling van de jaarplannen over 2005, een goed vertrekpunt op
voor een meer inhoudelijke dialoog met de MFOs over zaken als
complementariteit, partnerschap en kwaliteitsversterking.
Op 12 oktober jl. heb ik met de gezamenlijke MFOs, mede naar
aanleiding van de jaarverslagen, van gedachten gewisseld over
bovengenoemde en andere voor de OS-sector relevante items. In dit
gesprek bleek dat er reeds een belangrijke slag is gemaakt in de
richting van kwaliteitsversterking en resultaatgericht werken en
verantwoorden. De jaarverslagen van de MFOs geven over het algemeen
goed aan waar de organisaties in 2003 mee bezig geweest zijn en welke
resultaten zijn geboekt. De MFOs hebben een begin gemaakt met een
sterkere concentratie op landen en themas, hetgeen de effectiviteit en
efficiëntie van de inzet ten goede zal komen. Tegelijkertijd is niet
geschuwd nieuwe wegen in te slaan. Nieuwe en ogenschijnlijk
ongebruikelijke samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Actuele
themas als microfinanciering kregen meer profiel.
Ook sprak ik met de MFOs over mijn wens dat in de toekomst de
rapportage met betrekking tot de MDGs niet beperkt blijft tot de
Nederlandse bilaterale OS-inspanning. Tevens heb ik met de MFOs
stilgestaan bij het belang van goede informatieverstrekking aan uw
parlement op basis van gerichte en transparante resultaten en aan de
Nederlandse samenleving in het algemeen. We constateerden dat een
nadere invulling van complementariteit een logische volgende stap in
de implementatie van kwaliteitsverbetering van de Nederlandse
OS-inspanning zou kunnen zijn. Goede afstemming en samenwerking, met
name in partnerlanden, kan ertoe leiden dat de Nederlandse OS-inzet
efficiënter geschiedt.
Cordaid
Cordaid is bezig met een proces van concentratie. Cordaid heeft als
enige van de MFO's stedelijke leefbaarheid op de agenda staan. Daarmee
onderscheidt ze zich van andere MFO's en zet de organisatie een
niet-modieus, maar in het kader van armoedebestrijding wel belangrijk
thema op de agenda. Daarnaast richt Cordaid zich met een aantal
innovatieve projecten op het vraagstuk hoe nu precies de allerarmsten
en meest gemarginaliseerde groepen te bereiken. Een ander
innovatietraject dat in 2003 stevig ingezet werd, betreft het
stimuleren van lokale fondsenwerving van partnerorganisaties in het
Zuiden. Daarmee probeert Cordaid tegen te gaan dat Zuidelijke NGO's
afhankelijk worden van de geldkraan uit het Noorden en geen draagvlak
hebben in het Zuiden.
Het jaarverslag zelf is redelijk beknopt en bestaat uit een opsomming
van de belangrijkste resultaten. Deze zijn op zich helder verwoord en
gegroepeerd, maar de beknoptheid maakte het moeilijk om te achterhalen
of alle beoogde resultaten behaald waren en om een inhoudelijk dialoog
aan te gaan. Ik heb de organisatie dan ook op een aantal punten om
aanvullende informatie verzocht. Deze informatie heeft het beeld van
de behaalde resultaten wel verduidelijkt. Met het nieuwe stramien
jaarverslagen verwacht ik dat het jaarverslag Cordaid volgend jaar een
hoger DRAM/SMART gehalte zal bereiken.
Hivos
Hivos wil middelen vrij maken voor gerichte investeringen in
microfinancierings- organisaties die zich voorbereiden op volwaardige
deelname in de financiële sector. Dit past in de nieuwe aanpak van
ondersteuning van partnerorganisaties op het terrein van duurzame
economische ontwikkeling, waar aandacht voor maatschappelijk
verantwoord ondernemen deel van uitmaakt. In 2003 is Hivos begonnen
met de afbouw van relaties met partnerorganisaties die niet meer in
het nieuwe beleid pasten, zoals relaties met partnerorganisaties die
zich richtten op milieu-educatie.
In 2003 heeft Hivos haar hoofddoelstellingen geoperationaliseerd naar
te behalen resultaten. Gekoppeld aan de geoperationaliseerde
doelstellingen is een nieuwe projectenadministratie opgezet. Daaraan
wordt dit jaar ook een waarderingssysteem toegevoegd waarmee bepaald
zal worden in hoeverre partnerorganisaties hun geplande output
gerealiseerd hebben. Dat betekent dat in 2004 een resultaatgericht
systeem van planning en monitoring gereed zal zijn.
Het jaarverslag van Hivos is helder en geeft een goed beeld van de
behaalde resultaten op verschillende niveaus. Hivos maakt verschil
tussen resultaten op Hivos-niveau (financiële input), en resultaten op
partnerniveau. Soms geeft het verslag ook inzicht in de impact op
doelgroepniveau, al is dat vaak moeilijk te kwantificeren. Hivos
schreef overigens evenals Terre des Hommes een afzonderlijk
jaarverslag voor het ministerie naast het gebruikelijke
publieksjaarverslag,
ICCO.
ICCO profileerde zich het afgelopen jaar in het bijzonder op het thema
Duurzame en Rechtvaardige Economische Ontwikkeling (DREO). Binnen dat
thema streeft ze er naar om op het eerste gezicht ongebruikelijke
partnerschappen aan te gaan met bedrijven. Immers, armoedevermindering
moet toch uiteindelijk ook komen van succesvolle inspanningen van de
armen zelf op economisch terrein. In het licht daarvan pleit ICCO
ervoor om ontwikkelingsgeld in sommige gevallen als durfkapitaal te
beschouwen voor innoverende interventies die bijdragen aan
rechtvaardigere verhoudingen. Alhoewel het belang van verantwoording
buiten kijf staat, plaatst ICCO kanttekeningen bij de bureaucratie die
daarmee gepaard lijkt te gaan. Het jaarverslag van ICCO geeft een
helder beeld van de behaalde resultaten.
Novib
Novib introduceerde in 2003 een nieuw instrument voor de beoordeling
van partnerrelaties, de Toolbox geheten. Met dit instrument wordt een
kansen- en risicoanalyse gemaakt van de partnerorganisatie. Dit maakt
dat het beleidsoverleg met de partnerorganisaties en de communicatie
in het algemeen- transparanter verloopt en dat strategische
positionering meer aan de orde komt. Net als andere MFOs zit Novib in
een concentratieproces: het aantal landen waarmee de MFO een
uitgebreid programma heeft, wordt teruggebracht van ruim zestig in
2002 naar 18 in 2006.
Het jaarverslag van Novib over 2003 gaat het meest in de richting van
wat ik in de toekomst van de jaarverslagen van de MFO's verwacht. Het
geeft een helder beeld van de verschillende contexten en
regio's waarin Novib opereert, van de manier waarop zij beleid op
verschillende thema's in de praktijk vormgeeft en van de
(strategische) keuzes die zij daarbij maakt. Daarbij geeft Novib haar
resultaten realistisch weer. Ik waardeer verder de heldere indeling
van het jaarverslag, de terugkoppeling naar doelen uit het jaarplan
plus het feit dat Novib inzicht geeft in de belangrijkste
leerervaringen.
Plan Nederland (Plan Nl)
Het jaarverslag van Plan Nederland geeft niet alleen een helder
inzicht in de uitvoering van het werkplan 2003, maar ook in het
strategisch veranderingsproces op de langere termijn dat Plan Nl
doormaakt. Het schetst een beeld van een lerende organisatie.
Vastgesteld kan worden dat de toetreding tot het MFP niet alleen de
nodige spanningen en fricties met zich mee heeft gebracht, maar ook
dat de nieuwe uitdagingen door de organisatie terdege zijn benut.
In vergelijking met 2002 laat het verslag een duidelijke verbetering
op het gebied van de DRAM en SMART systematiek zien en met betrekking
tot de ontwikkeling van het M&E-systeem kan worden geconcludeerd dat
Plan Nl dit goed heeft opgepakt.
Karakteristiek voor Plan Nl is de Child Centred Community Development
(CCCD) benadering, waarin de rechten van het kind als uitgangspunt
gelden voor de ontwikkeling van de gemeenschap waarin het kind leeft.
In 2003 heeft Plan Nl zich onder meer geprofileerd op een verdere
beleidsmatige ontwikkeling van thema's zoals kindparticipatie,
bescherming van kinderen en het versterken van 'civil society'.
De kindgerichte benadering heeft ook consequenties voor de wijze
waarop de eigen organisatie functioneert. Zo is naar nieuwe methoden
gezocht om het draagvlak voor OS (en specifiek kinderrechten) in
Nederland te vergroten. VMBO leerlingen worden b.v. bereikt via het
Rap for Rights Programma. Ook worden Nederlandse jongeren bij het
beleid en de activiteiten van Plan betrokken middels een Youth Board.
Terre des Hommes
In 2003 is ook Terre des Hommes gestart met voorbereidingen
ISO-certificering. De kernactiviteiten zijn met ingang van juni 2004
gecertificeerd. Terre des Hommes is bezig samen met haar
partnerorganisaties doelstellingen per sector en per thema te
formuleren. Voorts is in 2003 een nieuw projectplannings-systeem
(Object Oriented Project Planning; OOPP) ingevoerd in de organisatie.
Dit stelt de organisatie nog beter in staat voorstellen op kwaliteit
te beoordelen. Dat is van belang omdat Terre des Hommes voornamelijk
bottom-up te werk gaat, d.w.z. dat ze werkt met aangeleverde
voorstellen. Door dit bottom-up planningsproces zal de organisatie in
staat zijn om te voldoen aan het nieuwe stramien jaarplan/jaarverslag.
Stramien jaarplan/jaarverslag
Het afgelopen jaar heb ik geconstateerd dat het gebruikte stramien
jaarplan / jaarverslag onvoldoende aanwijzingen geeft omtrent de wijze
waarop de verslaglegging moet worden vormgegeven. Ook bij de MFOs
bleek onduidelijkheid te bestaan. Daarom heb ik, in overleg met de
MFOs, drie aanvullingen toegevoegd op het stramien. Het gaat hierbij
om zaken die voor enige MFOs al gangbare praktijk zijn. Concreet komt
het neer op de invoer van een matrix-opzet, het weergeven van
resultaten per niveau en het combineren van kwalitatieve en
kwantitatieve informatie. Het stramien zal bij de opzet van de
jaarplannen voor 2004 zoveel mogelijk worden gebruikt door de zes
MFOs.
Stappenplannen
Zoals u weet hebben de MFOs vorig jaar, naar aanleiding van het
Eindrapport van de Stuurgroep Evaluatie Medefinancieringsorganisaties,
stappenplannen geformuleerd uitgezonderd Terre des Hommes, dat toen
nog niet participeerde in het MFP (kamerstuk nr. 27 433 nr 17). De
uitvoering hiervan ligt, blijkend uit de jaarverslagen, op schema.
Vrijwel alle MFOs zijn bezig hun partnerbeleid aan te passen of hebben
dat gedaan; de trajecten van concentratie en specialisatie zijn
vrijwel op schema en bij sommige MFOs al bijna afgerond. Ook hebben de
organisaties, ieder op eigen wijze, trajecten ingezet om het lerend
vermogen te vergroten.
B. Andere organisaties
NCDO
In 2003 heeft de NCDO zich wederom gepositioneerd als een zeer actieve
organisatie, die breed vertegenwoordigd is en een scala aan
activiteiten onderneemt. Interessant zijn de vernieuwende projecten
als de Derde Kamer en de Dag en Nacht van de VN.
Het jaarverslag geeft een breed, soms vrij gedetailleerd overzicht,
interessant voor de vele stakeholders (waaronder het ministerie) en
een algemeen publiek. Maar juist die breedte vormt ook een knelpunt.
Het verslag heeft een beschrijvend karakter, doordat vooral op
activiteitenniveau wordt gerapporteerd. Het toepassen van de DRAM- en
SMART-methodiek kan dit ondervangen, hetgeen de NCDO overigens ook
zelf onderkent. Voor het komende Jaarplan zal de DRAM SMART methodiek
dan ook het uitgangspunt vormen.
Vakbondsmedefiancieringsprogramma (CNV en FNV)
CNV-Internationaal is ondanks de economische teruggang in staat
geweest om het thema internationale collegialiteit op de agenda van de
sociale partners in Nederland te houden. CNV Internationaal wijt dit
onder andere aan het feit dat door het PME traject dat zij heeft
ingezet, de communicatie met de partners is geïntensiveerd en
verbeterd. CNV Internationaal kan hierdoor haar werk beter uitleggen
aan de bondsbestuurders, die weer gemakkelijker het verband kunnen
leggen tussen het nationale en het internationale werk van de
vakcentrale. In de huidige context van globalisering vormt dit één van
de belangrijkste uitdagingen voor de internationale vakbeweging.
CNV-Internationaal heeft haar traject om planning, monitoring en
evaluatie bij partnerorganisaties te verbeteren, voortgezet. Daarin
heeft CNV-Internationaal onder meer een stramien ontwikkeld voor de
jaarrapportage, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen interne
resultaten (resultaten op het gebied van de versterking van
partnerorganisaties) en externe resultaten (resultaten op het terrein
van arbeidsverbeteringen). Partners hebben aangegeven goed met de
nieuwe methode te kunnen werken.
In Midden-Amerika is in 2003 op verzoek van een aantal
partnerorganisaties speciale aandacht besteed aan het thema sociale
dialoog door kennisoverdracht en deskundigheidsbevordering.
Globalisering vormde in 2003 de rode draad door veel activiteiten van
FNV-Mondiaal. Zo zijn bewustwordingsactiviteiten uitgevoerd onder
Nederlandse werknemers om duidelijk te maken wat globalisering
betekent voor collegas in ontwikkelingslanden. Daarnaast is een
onderzoek gestart naar de effecten van globalisering op
arbeidsverhoudingen en het sociale beleid in Nederland. Ook zijn de
arbeidsomstandigheden bij Nederlandse ondernemingen in
ontwikkelingslanden onderzocht. De conclusies van die onderzoeken zijn
met het management van de betreffende bedrijven besproken. De
activiteiten van FNV-Mondiaal met betrekking tot Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen zijn in 2003 geëvalueerd; de conclusies waren
dat het beleid van FNV-Mondiaal relevant, doelmatig en doeltreffend
is. Aan de aanbevelingen van het onderzoek wordt momenteel opvolging
gegeven. Ook de genderactiviteiten van FNV-Mondiaal zijn positief
geëvalueerd.
PSO
In 2003 heeft PSO een start gemaakt met de uitvoering van haar
bedrijfsplan dat is gebaseerd op een geheel nieuwe strategie. De
belangrijkste interne veranderingen die nodig waren om PSO om te
vormen tot een brancheorganisatie op het gebied van capaciteitsopbouw,
zoals beoogd in het bedrijfsplan, zijn in 2003 uitgevoerd. Het
kenniscentrum is in werking getreden en er is een nieuwe M&E
systematiek ontworpen. In haar nieuwe functie wil PSO stimuleren dat
leden financieringsaanvragen inbedden in lopende programmas voor
capaciteitsopbouw. In 2003 is het aantal programmatische uitzendingen
dat door PSO wordt gefinancierd toegenomen ten opzichte van het aantal
stand alone uitzendingen. Ook is het ledental van PSO uitgebreid.
VNG-international
De Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) heeft
een evaluatie uitgevoerd waarvan de resultaten binnenkort beschikbaar
komen. Op basis van eigen bevindingen en de voorlopige conclusies van
het IOB - rapport heeft de VNG in 2003 een nieuw programma ontwikkeld
voor de versterking van lokaal bestuur, LOGO South geheten (Local
Government International Capacity Building Programme). Het doel
daarvan is het versterken van de capaciteit van de ambtelijke
organisatie en het politieke bestuur van de betrokken lokale besturen
in de doellanden van het programma. Dit betekent dat de dubbele
doelstelling van het programma Gemeentelijke Samenwerking in
Ontwikkelingslanden (GSO) is losgelaten. In het nieuwe programma
krijgen zuid-zuid uitwisselingen en de inzet van lokale deskundigen
een centralere rol. Per 2004 is LOGO South van start gegaan.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Ministerie van Buitenlandse Zaken