Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
5 november 2004
WETSVOORSTELLEN GEKOZEN BURGEMEESTER NAAR DE TWEEDE KAMER
De ministerraad heeft op voorstel van de minister De Graaf voor Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties en minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met
de indiening bij de Tweede Kamer van de wetsvoorstellen over de direct gekozen burgemeester. De
Raad van State heeft onlangs over de voorstellen geadviseerd.
De democratische betrokkenheid van de burger bij de samenstelling van het lokale bestuur vormt een
belangrijke reden voor het kabinet om de gekozen burgemeester in te voeren. Evenzeer staat voorop
dat de positie van de burgemeester binnen het lokale bestel moet worden versterkt, om de
slagvaardigheid van het lokale bestuur te vergroten. Hoewel de burgemeester door de bevolking als de
belangrijkste plaatselijke bestuurder wordt gezien, heeft hij in de praktijk te weinig middelen om zijn
coördinerende rol inhoud te geven. Als de burgemeester meer bevoegdheden krijgt, moet hij ook over
een zwaardere legitimatie beschikken. De huidige benoemingsprocedure kan die niet bieden en is
bovendien verworden tot een ondoorzichtige procedure. Alleen een rechtstreekse verkiezing kan daarin
voorzien. Op verzoek van de Raad van State heeft het kabinet nog eens uiteengezet waarom de
burgemeester voortaan niet meer benoemd, maar gekozen zal worden door de burgers.
De Raad van State geeft expliciet aan dat de voorstellen in overeenstemming zijn met het
grondwettelijk vastgelegde voorzitterschap van de gemeenteraad. Op advies van de Raad van State zijn
in de wetsvoorstellen verschillende wijzigingen aangebracht. Zo is er voorzien in een mogelijkheid voor
burgemeesters die bij een tussentijdse verkiezing zijn gekozen, bijvoorbeeld omdat de vorige
burgemeester ontslag heeft genomen, een nieuw college te formeren. Ook zal de zittende burgemeester
niet op de eerste plaats op het stembiljet worden vermeld, maar zal hij met de andere kandidaten
moeten loten voor een plek op het stembiljet.
De Raad van State is van oordeel dat een zorgvuldige invoering van de gekozen burgemeester in 2006
mogelijk is, mits de wetgeving medio 2005 wordt vastgesteld. Voor een gefaseerde invoering die
aanknoopt bij het einde van de benoemingstermijn van de zittende, benoemde burgemeesters, ziet de
Raad van State geen aanleiding. Het kabinet streeft ernaar om de burgers nog voor het eind van deze
kabinetsperiode, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen in 2006, hun burgemeester te laten kiezen.
Bij de behandeling van de wetgeving zal met de Tweede Kamer nog worden gesproken over de vraag
of invoering in 2006 in alle gemeenten zal plaatsvinden. Het kabinet heeft al eerder aangegeven dat een
gefaseerde invoering, deels in 2006, deels in 2010, het enige mogelijke alternatief voor invoering ineens
in 2006 is.
Met de invoering van de gekozen burgemeester krijgt de Nederlandse bevolking voor het eerst de
mogelijkheid de burgemeester rechtstreeks te kiezen. Hiermee krijgen burgers directe invloed op de
manier waarop de gemeente taken uitvoert. Het kabinet kiest voor een stelsel dat past binnen de
Nederlandse verhoudingen. Dat betekent handhaving van het collegiaal bestuur en daarnaast het
toekennen van een beslissende stem aan de volksvertegenwoordiging
De gekozen burgemeester die het kabinet voor ogen staat zal optreden als `lokaal regeringsleider'. Hij
zal als formateur van het college een centrale rol krijgen bij de collegevorming. Hij zal in de formatie
een basis proberen te vinden voor de uitvoering van een collegeprogramma waarin voor hem
belangrijke punten uit zijn eigen verkiezingsprogramma herkenbaar terugkomen. Hij verdeelt de
---
portefeuilles en draagt de wethouders voor benoeming voor bij de raad. Hij kan de raad voorstellen een
wethouder te ontslaan. Het wetsvoorstel voorziet in een conflictenregeling. Uiteindelijk kan de
gemeenteraad de burgemeester ontslaan wanneer er onverhoopt sprake mocht zijn van een onwerkbare
verhouding tussen de burgemeester en de gemeenteraad. Ook kan de gemeenteraad tot ontslag
overgaan bij handelen of nalaten van de burgemeester dat onverenigbaar is met een integere vervulling
van het ambt. Deze conflictenregeling is een zware procedure. Voor ontslag door de gemeenteraad is
een tweederde meerderheid van de gemeenteraad een vereiste. De conflictenregeling is een vangnet, en
is uitdrukkelijk niet bedoeld voor de beslechting van `gewone' politieke verschillen van inzicht.
De ministerraad heeft ook besloten om de bepaling dat de burgemeester voorzitter van de
gemeenteraad en de commissaris van de Koningin voorzitter van provinciale staten is, uit de Grondwet
te schrappen. Het kabinet vindt dat deze bepaling, die sinds 1983 in de Grondwet staat, niet in de
Grondwet thuishoort. Na de totstandkoming van deze grondwetsherziening zal de wetgever het
voorzitterschap van de gemeenteraad en provinciale staten anders kunnen regelen. Of dat zal gebeuren,
moet te zijner tijd worden besloten. Het voorstel tot grondwetswijziging doet hierover geen uitspraken.
Van verschillende kanten is naar voren gebracht dat het burgemeesterschap moeilijk verenigbaar meer
zal zijn met het voorzitterschap van de gemeenteraad als de burgemeester gekozen wordt. Ook in de
huidige situatie wordt het raadsvoorzitterschap van de burgemeester en het statenvoorzitterschap van
de commissaris in de praktijk al als minder vanzelfsprekend ervaren. De dualisering van het gemeente-
en provinciebestuur brengt immers een duidelijkere functiescheiding tussen aan de ene kant de
gemeenteraad en provinciale staten en aan de andere kant het college van burgemeester en wethouders
en gedeputeerde staten. Het voorstel tot grondwetswijziging vloeit voort uit de toezegging die het
kabinet kort voor de zomer aan de Tweede Kamer heeft gedaan naar aanleiding van de bespreking met
de Kamer van de kabinetsvoornemens over de invoering van de gekozen burgemeester.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel tot deconstitutionalisering van het raads-
en statenvoorzitterschap voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede
Kamer.
RVD, 05.11.2004
Ministerie van Algemene Zaken