Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging
04-11-2004
Persbericht: visitatie Verplegingswetenschap Utrecht
Kwaliteit opleiding Verplegingswetenschap ruim voldoende
De visitatiecommissie Algemene Gezondheidswetenschappen heeft de
opleiding Verplegingswetenschap van de Universiteit Utrecht positief
beoordeeld. Dat blijkt uit het eindrapport van de commissie onder
voorzitterschap van professor dr. P.A.H. van Lieshout dat afgelopen
woensdag (27 oktober) is verschenen.
Behalve Utrecht werden ook de opleidingen Gezondheidswetenschappen van
Maastricht en Rotterdam beoordeeld. De kwaliteit van de drie
opleidingen acht de commissie ruim voldoende. Datzelfde geldt voor de
kwaliteit van de afgestudeerden. De commissie constateert dat de
opleidingen sterk verbonden zijn met de praktijk en de theorievorming
van de gezondheidszorg. Op grond daarvan beveelt de commissie aan dat
de opleidingen meer inspelen op de ontwikkelingen in het beroepsveld
en op de behoefte aan nascholingsprogramma's en voorzieningen voor
deeltijdstudenten die werkzaam zijn in de gezondheidszorg.
De commissie oordeelt positief over het wetenschappelijke niveau van
de opleiding in Utrecht, waarbij sprake is van een continue verbinding
tussen de theoretische lesstof en de actuele onderzoekspraktijk.
Verder is er volgens de commissie sprake van een logische en
evenwichtige opbouw van het onderwijsprogramma, waarin de eindtermen
op adequate wijze geoperationaliseerd zijn en doet het
onderwijsprogramma recht aan het wetenschappelijke en het
praktijkgerichte karakter van de opleiding. Daarnaast spreekt de
commissie haar waardering uit voor de specifieke aandacht voor de
onderbouwing van implementatie van verpleegkundige zorginnovaties en
de aanpak van het onderwijs in academische vaardigheden.
De visitatiecommissie plaatst ook een aantal kritische kanttekeningen
en doet aanbevelingen op een aantal terreinen waaronder de
onderwijsorganisatie. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op de periode
1996-2002. De commissie pleit voor onder meer het verhogen van het
studierendement door het deeltijdconcept van de opleiding beter de
doordenken en te benutten. Ook behoeft de toegankelijkheid van de
onderwijsvoorzieningen, met name de ICT-voorzieningen, voor
deeltijdstudenten, aandacht. Tenslotte wordt de vergroting van het
marktbereik van de opleiding bepleit en een verdere uitbouw en
organisatorische inbedding van het interne kwaliteitszorgsysteem.
Direct na het bezoek van de visitatiecommissie in december 2003 is de
opleiding al aan de slag gegaan met de kanttekeningen en aanbevelingen
en dat betekent dat inmiddels een aantal verbeteringen al zijn
gerealiseerd. Zo heeft de student nu vanaf thuis toegang tot alle
bibliotheekbestanden van de universiteit en kan er interactief
gecommuniceerd worden met medestudenten en docenten via de
elektronische leeromgeving WebCT. De aanbevelingen zijn verder
geconcretiseerd in de nieuwe tweejarige masteropleiding
Verplegingswetenschap die met ingang van september 2005 in deeltijd
wordt aangeboden met een vernieuwde opzet, gekenmerkt door onder
andere meer projectgestuurd onderwijs en meer geconcentreerde
contacturen (wekelijks onderwijs op vrijdag). De opleiding staat open
voor afgestudeerde hbo- en wo-bachelors met een aantoonbare
belangstelling voor en kennis van de gezondheidszorg, in het bijzonder
van de verpleegkunde. Voor hbo-afgestudeerden geldt dat zij toegelaten
worden tot de masteropleiding indien zij vooraf een premasterprogramma
van één jaar, ook in deeltijd, hebben gevolgd.
Meer informatie is te verkrijgen bij de opleidingscoördinator, dr.
Jaap van der Bijl, tel. 030-2538857 of e-mail: J.vanderBijl@med.uu.nl