Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over levering Nederlandse onderdelen ten behoeve van kernwapenindustrie. (Ingezonden 9 september 2004)
Datum: 3-11-2004
Datum: 3 november 2004
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Ir. C.E.G. van Gennip heeft deze vragen
als volgt beantwoord.
1. Klopt het dat in de afgelopen jaren aan Pakistan, India, China, Iran en/of
Israël uitvoervergunningen voor dual use goederen zijn afgegeven die in de nucleaire
industrie gebruikt kunnen worden? Is er ook aan andere hier niet genoemde landen
geleverd? Zo ja, welke?
2. Om welke goederen gaat het precies? Wanneer zijn die leveranties gedaan?
Kunt u een volledig overzicht geven tot op de dag van vandaag?
3. In welke gevallen zijn er geen eindgebruikersverklaringen afgegeven? Waarom
is dat gebeurd?
Antwoord:
Ja. De bijlage bij deze brief geeft een overzicht van de afgelopen 10 jaar van
alle exporten van zulke dual-use goederen, althans goederen die gecontroleerd
worden op basis van de afspraken in de Nuclear Suppliers Group (NSG) , naar
alle landen buiten de Europese Unie die zelf geen lid zijn van de NSG. Bij de
afgifte van vergunningen voor kleine grafietcilinders is, in gevallen waarbij
vanwege vorm en volume van het grafiet geen proliferatierisico bestond, afgezien
van de eis tot het overleggen van een eindgebruikersverklaring (zie ook het antwoord
op vraag 10).
Ten aanzien van de bijlage kan nog het volgende worden opgemerkt. De kolommen
van de tabel geven aan het registratienummer van de vergunningaanvraag, het bestemmingsland,
het jaar van afgifte van de vergunning, de goederenpost in het Handboek Strategische
Goederen en een goederenomschrijving. In de tabel zijn ook enkele globale vergunningen
opgenomen voor de uitvoer van bovengenoemde grafiet cilinders. Voor uitvoer naar
landen, zoals Iran, die zijn uitgezonderd van de toepassing van deze globale vergunningen
dienen per transactie individuele uitvoervergunningen aangevraagd te worden. In
de tabel zijn om verwarring te voorkomen vergunningen die verlengd zijn en dus
betrekking hebben op een reeds vermelde transactie niet opgenomen. Ten slotte
treft u in het overzicht twee verschillende goederenpostaanduidingen bij een en
dezelfde goederenbeschrijving aan. Dit is het gevolg van een omnummering van de
goederenlijst van de Dual-Use verordening in 1998.
4. Klopt het dat Israël koolstofvezels heeft aangeschaft? Zo ja, wanneer en
door wie is dat gebeurd?
Ja. Er zijn 6 vergunningen afgegeven voor levering van koolstofvezels over een
periode van enkele jaren (1997 2000). Deze leveringen betroffen in alle gevallen
dezelfde eindgebruiker in de vliegtuigindustrie.
5. Klopt het dat Israël geen eindgebruikersverklaring heeft gegeven? Zo ja,
waarom niet?
6. Klopt het dat Israël een importcertificaat heeft afgegeven? Wat houdt een
dergelijk certificaat in? Wat is het verschil in juridische status tussen een
eindgebruikersverklaring en een importcertificaat?
Antwoord:
Zoals in de begeleidende brief over het exportcontrolebeleid is aangegeven wordt
standaard om een eindgebruikersverklaring gevraagd, tenzij aan de betreffende
uitvoer in feite geen proliferatierisico verbonden is (zie de antwoorden op de
vragen 1, 2, 3 en 10). In het geval van de aanvragen op Israël zijn in tegenstelling
tot wat in de rapportage van Twee Vandaag is gemeld wel eindgebruikersverklaringen
gevraagd en ook verkregen. Deze verklaringen waren echter niet door de Israëlische
overheid gewaarmerkt en werden daarom naar Nederlandse maatstaven niet als volwaardige
eindgebruikersverklaringen beschouwd. Reden waarom de eindgebruiker daarnáást
ook IIC's (International Import Certificate) moest overleggen. Die nuance kwam
in de reactie van EZ op vragen van de betrokken journalist niet goed uit de verf.
Er is geen verschil in juridische status tussen een eindgebruikersverklaring
en een importcertificaat. In beide gevallen gaat het om documenten die in het
kader van een vergunningaanvraag worden ingediend. Indien zou blijken dat in een
dergelijk document foutieve informatie is verstrekt, is dat ingevolge de In- en
uitvoerwet een grond voor intrekking van de vergunning.
7. Op welke wijze wordt controle uitgeoefend op de daadwerkelijke eindbestemming
van goederen die door middel van een importcertificaat worden uitgevoerd?
Voor het verkrijgen van een uitvoervergunning moet in de meeste gevallen een
eindgebruikersverklaring worden overlegd. Voor uitvoer naar een beperkt aantal
bestemmingen, i.c. landen met een goed functionerend exportcontrolesysteem, kan
worden volstaan met het overleggen van een Internationaal Importcertificaat (IIC).
Zoals in de begeleidende brief over het exportcontrolebeleid uiteen is gezet,
komt het ook voor dat beide documenten worden verlangd. Dat was het geval bij
de vergunningen op Israël.
8. Zijn de goederen naar Israël door El Al naar Israël vervoerd, of via een
andere transportmaatschappij? Zo ja, welke?
Alle zendingen van koolstofvezels zijn door El Al naar Israël vervoerd.
9. Indien El Al de goederen via Schiphol-Oost heeft vervoerd, golden daarvoor
andere douaneprocedures dan elders? Zo ja, waarom?
Nee.
10. Klopt het dat Iran grafietelektroden in Nederland heeft aangeschaft? Klopt
het dat geoordeeld werd dat deze elektroden te klein zijn voor atoomwapens, zoals
een deskundige in Twee Vandaag het stelde? En dat daarom wel een exportvergunning
is verleend, maar geen een eindgebruikersverklaring? Waarom is er dan wel een
exportvergunning afgegeven?
Met betrekking tot uitvoer naar Iran zijn twee vergunningen voor een en dezelfde
beoogde leverantie afgegeven. Het betrof een aantal kleine grafietelektroden ten
behoeve van vonkverspanen in de vliegtuigindustrie. Gezien de vorm en de grootte
was het duidelijk dat deze elektroden niet bruikbaar waren voor een nucleaire
reactor en dus geen proliferatierisico vormden. Om die reden is niet gevraagd
om het overleggen van een eindgebruikersverklaring.
De omschrijvingen op de controlelijsten zijn zo specifiek mogelijk. Dat wil zeggen
dat getracht wordt alléén de proliferatiegevoelige goederen onder controle te
brengen. Dit is echter niet altijd mogelijk. Grafiet als materiaal staat onder
andere op de controlelijst vanwege mogelijke toepassing in een grafietkernreactor.
Voor een dergelijke reactor zijn echter vele tonnen stapelbare grafiet nodig.
Om die reden is in de richtlijnen van de Nuclear Suppliers Group (NSG) een limiet
voor leveranties van maximaal 1200 kg per jaar per exporterend land opgenomen.
Bij het opstellen van de Europese Dual-Use verordening, Vo. (EG) nr. 1334/2000,
is echter besloten deze limiet voor wat betreft de vergunningplicht niet over
te nemen. Zo wordt immers voorkomen dat landen grafiet in hoeveelheden die nog
net onder de limiet vallen, buiten het zicht van de overheid bij verschillende
leveranciers gaan bestellen.
11. Deelt u de mening dat de leveranties geen relatie met militair gebruik
hebben?
De uitdrukking geen relatie met militair gebruik is in het antwoord aan de
medewerker van (toen nog) Netwerk niet gebruikt. Daarin werd gesproken van geen
relatie met nucleair gebruik.
12. Deelt u de mening dat dual use goederen met nucleaire toepassingsmogelijkheden
niet aan landen geleverd mogen worden die het non-proliferatieverdrag niet hebben
getekend? Zo ja, op welke wijze gaat u dat regelen? Indien neen, kunt u dat toelichten?
Niet-NPV-staten ontvangen nu al geen nucleaire goederen van de landen die zijn
aangesloten bij de Nuclear Suppliers Group. Waar het om reguliere dual-use goederen
als bijvoorbeeld een draaibank, die wordt toegepast in allerhande productieprocessen,
is er geen reden om bij voorbaat af te zien van levering. Voorwaarde is dat voldoende
zekerheid verkregen wordt dat de goederen de opgegeven civiele bestemming krijgen.
De Nederlandse overheid is niet zelfstandig in staat vast te stellen dat een
bepaalde Staat niet aan de NPV-verplichtingen voldoet (non compliance). Dat
is een zaak van de IAEA, de inspectie-organisatie van het NPV. Indien er aanwijzingen
voor non compliance bestaan, dan zullen alle aanvragen op het betreffende land
onder een vergrootglas gelegd worden, maar is er in dat stadium nog onvoldoende
grond voor een algeheel embargo op civiel toegepaste dual-use goederen. Stelt
de IAEA eenmaal non compliance vast, dan kan deze organisatie de VN-Veiligheidsraad
adviseren om sancties op te leggen. Zulke internationale sancties kunnen ook betrekking
hebben op dual-use goederen.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl
Voor journalisten: mw. M. Henneman, Persvoorlichter, telefoon (070) 379 72 56,
e-mail: m.henneman@minez.nl
1) Uitzending Twee Vandaag, 7 september jl.
2) Zie noot 1