Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Vragen van de leden Hessels en Jager (beiden CDA) aan de minister van Economische Zaken over het gaslek in Farmsum. (Ingezonden 2 september 2004)
Datum: 3-11-2004
Datum: 3 november 2004
Vragen van de leden Hessels en Jager (beiden CDA) aan de minister van Economische
Zaken over het gaslek in Farmsum. (Ingezonden 2 september 2004)
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Ir. C.E.G. van Gennip heeft deze vragen
als volgt beantwoord
1. Heeft u kennis genomen van de perikelen rond een gaslek in een hogedruktransportleiding
in Farmsum op 25 augustus jl.?
Ja.
2 en 3. Kunt u een verklaring geven voor het feit dat hoewel omwonenden al op
maandagavond 23 augustus vanwege een gaslucht alarm hebben geslagen, Essent bij
metingen geen gaslek constateerde?
Hoe gevaarlijk acht u de situatie tussen maandagavond 23 augustus en woensdagochtend
25 augustus toen het lek na een nieuwe melding van omwonenden en zorgvuldiger
zoekwerk van Essent wel werd gevonden?
In tegenstelling tot hetgeen de media berichtten is de melding van gaslucht aan
de Venjeweg in Farmsum niet op maandagavond 23 augustus maar op dinsdagavond 24
augustus om 21.25 uur bij het Nationaal Storingsnummer Gas en Stroom
binnengekomen. Daarna hebben de monteurs van Essent de lekkende leiding gelokaliseerd.
Naar het oordeel van Essent was er geen sprake van een gevaarlijke situatie en
is besloten om de volgende ochtend het gaslek te dichten. Om 09.30 de volgende
dag werd het gaslek exact gelokaliseerd en is aan de reparatie begonnen. Er is
dus geen sprake van slecht meten.
4. Kunt u aangeven welke richtlijnen en procedures van kracht zijn bij het onderzoeken
van een melding van een mogelijk gaslek? Heeft Essent deze procedures en richtlijnen
in dit geval in acht genomen?
Essent heeft interne procedures en richtlijnen inzake meldingen van storingen.
Uit de interne storingsevaluatie van Essent blijkt dat deze procedures zijn gevolgd,
met de aantekening dat de afdeling bedrijfsvoering niet direct is ingeschakeld
maar pas de volgende dag. Dit had volgens Essent geen invloed op de gebeurtenissen
rond het verhelpen van de storing of op de veiligheid.
5. Hoe beoordeelt u de uitspraken van Essent dat het bedrijf niet weet waar
de kwetsbare plekken (vaak gietijzeren afsluiters) in het leidingnet zitten en
dat Essent die plekken daardoor ook niet kan opheffen?
Dit is blijkens het desbetreffende krantenartikel geen uitspraak van Essent geweest,
maar een interpretatie van de journalist die de berichtgeving over dit gaslek
koppelt aan een rapport van de Raad voor de Transportveiligheid van eerder dit
jaar. Om inzicht te krijgen in de risico´s en het bereikte veiligheidsniveau van
het gasnet is Essent Netwerk continue bezig om de zwakke plekken in het net op
te sporen, vast te leggen en op te heffen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende
informatiebronnen. Daartoe behoren de resultaten van het periodieke lekzoekprogramma,
de storingsregistratie en gegevens voortkomend uit onderhoud. Inzicht in de toestand
van het net wordt omgezet in een meerjareninvesteringsplan en een jaarlijks onderhoudsplan.
De prioriteiten in deze plannen worden bepaald aan de hand van de resultaten van
het lekonderzoek, de frequentie en het aantal lekken in een leidingdeel, het
materiaal van een leiding of de toegepaste verbinding.
6. Bent u bereid op zo kort mogelijke termijn maatregelen te nemen om deze gevaarlijke
kwetsbare plekken in kaart te brengen en te repareren? Zo ja, welke maatregelen
acht u dan noodzakelijk?
Op 14 juli 2004 is de wet Wijziging Elektricteitswet1998 en Gaswet in verband
met implementatie en aanscherping netbeheer in werking getreden.
Die wet introduceert een samenhangend stelsel van maatregelen dat specifiek gericht
is op de betrouwbaarheid en de veiligheid van de gasinfrastructuur, in aanvulling
op de reeds bestaande wettelijke bepalingen ter zake. Tot dit stelsel van maatregelen
behoort de plicht voor de netbeheerder om te beschikken over een doeltreffend
kwaliteitsbeheersingssysteem (artikel 8 van de Gaswet). Dit systeem ondersteunt
de netbeheerder om de afstemming van de inzet van mens en middelen te optimaliseren
met het oog op een goede betrouwbaarheid en veiligheid van het gastransport op
korte en lange termijn. Bij ministeriële regeling, die nu in voorbereiding is,
worden eisen gesteld aan het kwaliteitsbeheersingssysteem. Elke twee jaar dienen
de netbeheerders aan de directeur DTe aan te tonen dat zij beschikken over een
kwaliteitsbeheersingssysteem dat aan de eisen voldoet. Thans heeft vrijwel elke
netbeheerder een dergelijk systeem op vrijwillige basis geïmplementeerd. Door
middel van de plicht, volgend uit artikel 8 van de Gaswet, worden de eisen die
gelden voor het kwaliteitsbeheersingssysteem geüniformeerd, en dienen de netbeheerders
over de toepassing daarvan aan de directeur DTe te rapporteren.
Daarnaast heb ik een wettelijke regeling in voorbereiding die erop gericht is
de kansen op graafincidenten te verminderen. Het beleidskader zal ik naar verwachting
in november 2004 naar uw Kamer sturen.
1) Dagblad van het Noorden (editie Groningen ), 26 augustus jl.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij postbus 51, telefoon
08006463951, e-mail ezinfo@postbus51.nl
Voor journalisten: Dhr. J. Wils, persvoorlichter, telefoon (070) 379 64 64, e-mail:
j.wils@minez.nl